Besluit van 22 augustus 1979, houdende regelen ter uitvoering van artikel 48a, eerste lid, van de Landbouwwet
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 19 juli 1979, nr. J.2559, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op artikel 48 a , eerste lid, van de Landbouwwet ( Stb. 1957, 342);
De Raad van State gehoord (advies van 1 augustus 1979, nr. 13);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 14 augustus 1979, nr. J.3108, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Indien Onze Minister functionarissen van het Ministerie van Financiën of van een onder dat ministerie ressorterende dienst of instelling aanwijst als ambtenaren, bedoeld in
artikel 48 a , eerste lid, van de Landbouwwet, geschiedt zodanige aanwijzing niet dan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Porto Ercole, 22 augustus 1979
De Minister van Landbouw en Visserij,
Uitgegeven de tweede oktober 1979
De Minister van Justitie,