Besluit van 30 december 1983 als bedoeld in artikel 105 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, artikel 7 van de Wet van 30 oktober 1968 (Stb. 584), houdende regeling schadeloosstelling leden Tweede Kamer der Staten-Generaal en artikel 1, tweede lid, van de Wet van 12 november 1975 (Stb. 657) tot nadere vaststelling toelage Voorzitter Eerste Kamer der Staten-Generaal
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 28 december 1983, nr. AW83/U1133, directoraat-generaal voor Overheidspersoneelsbeleid, directie Overheidspersoneelszaken, hoofdafdeling Pensioenen en Wachtgelden;
Overwegende, dat ingaande 1 januari 1984 het salaris van het rijkspersoneel met 3% wordt verlaagd;
Gelet op artikel 105 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers ( Stb. 1979, 519), artikel 7 van de Wet van 30 oktober 1968 ( Stb. 584), houdende regeling schadeloosstelling leden Tweede Kamer der Staten-Generaal, en artikel 1, tweede lid, van de Wet van 12 november 1975 ( Stb. 657), tot nadere vaststelling toelage Voorzitter Eerste Kamer der Staten-Generaal;
Hebben goedgevonden en verstaan:
art 1
Te bepalen dat de verlaging van het salaris van het rijkspersoneel per 1 januari 1984 met 3%, een algemeen karakter draagt.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Uitgegeven de tiende januari 1984
De Minister van Justitie,