{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 6a
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Besluit etikettering energiegebruik personenauto's

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Besluit van 3 november 2000, houdende regels inzake de etikettering van het energiegebruik van personenauto's (Besluit etikettering energiegebruik personenauto's)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 4 juli 2000, nr. WJZ00042055, gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op richtlijn nr. 1999/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's (PbEG 2000, L 12), op artikel 6 van de Wet energiebesparing toestellen en op artikel 4b, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 24 augustus 2000, nr. W10.00.0271/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 26 oktober 2000, nr. WJZ 00066707, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. richtlijn 2007/46/EG: richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Pb EU L 263);
b. verordening (EG) 692/2008: Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007, betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEG 2008, L 199);
c. richtlijn 2002/24/EG: richtlijn nr. 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 maart 2002 (PbEG L 124) betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van richtlijn nr. 92/61/EEG van de Raad;
d. richtlijn 1999/94/EG: richtlijn nr. 1999/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO 2 -uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's (PbEG 2000, L 12);
e. personenauto: een motorvoertuig van categorie M1, zoals gedefinieerd in bijlage II bij richtlijn 2007/46/EG, met uitzondering van voertuigen die onder richtlijn 2002/24/EG vallen en voertuigen voor speciale doelen als omschreven in artikel 9, eerste lid, onder b, van richtlijn 2007/46/EG;
f. nieuwe personenauto: een personenauto die nog niet eerder is verkocht aan een persoon voor een ander doel dan verkoop of levering aan een derde;
g. leverancier: degene die nieuwe personenauto's in Nederland in de handel brengt;
h. verkooppunt: een plaats waar nieuwe personenauto's zijn uitgestald of aan potentiële klanten ten verkoop of ter leasing worden aangeboden, waaronder begrepen beurzen waar nieuwe personenauto's aan het publiek worden gepresenteerd;
i. handelaar: degene die nieuwe personenauto's op een verkooppunt ten verkoop of ter leasing aanbiedt of aan het publiek presenteert;
j. certificaat van overeenstemming: het document, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van richtlijn 2007/46/EG;
k. merk: het handelsmerk van de constructeur dat op het certificaat van overeenstemming en in de typegoedkeuringsdocumentatie is vermeld;
l. type, variant en uitvoering: de door de constructeur opgegeven versies van een bepaald voertuigmerk, zoals omschreven in bijlage IIB bij richtlijn 2007/46/EG, die individueel worden onderscheiden door typegoedkeuringsnummers, variantcodes en uitvoeringscodes;
m. model: de handelsbenaming van het merk, het type en, indien voorhanden en dienstig, de variant en uitvoering van een personenauto;
n. officieel brandstofverbruik: het door de typegoedkeuringsinstantie aangenomen brandstofverbruik overeenkomstig verordening (EG) 692/2008 en vermeld in bijlage VIII van richtlijn 2007/46/EG, die is gehecht aan het EG-typegoedkeuringscertificaat of in het certificaat van overeenstemming, met dien verstande dat, wanneer verscheidene varianten of uitvoeringen onder één model zijn gegroepeerd, de op te geven waarde van het brandstofverbruik van dat model gebaseerd is op de variant of uitvoering met het hoogste officiële brandstofverbruik binnen die groep;
o. officiële specifieke CO 2 -uitstoot: de uitstoot gemeten overeenkomstig verordening (EG) 692/2008 en vermeld in bijlage VIII van richtlijn 2007/46/EG, die is gehecht aan het EG-typegoedkeuringscertificaat of in het certificaat van overeenstemming, met dien verstande dat, wanneer verscheidene varianten of uitvoeringen onder één model zijn gegroepeerd, de op te geven CO 2 -waarde van dat model is gebaseerd op de variant of uitvoering met de hoogste officiële CO 2 -uitstoot binnen die groep;
p. reclamemateriaal: al het drukwerk dat wordt gebruikt bij de afzet van, het adverteren voor en het bevorderen van de verkoop van voertuigen aan het publiek, waartoe in ieder geval behoren technische handboeken, brochures en reclame in kranten en tijdschriften, in de vakpers en op affiches;
q. RDW: de Dienst Wegverkeer, genoemd in artikel 4a van de Wegenverkeerswet 1994;
r. brandstofverbruiksgids: een gids met informatie ten behoeve van de consument omtrent het energiegebruik van alle op de Nederlandse markt verkrijgbare nieuwe modellen personenauto's;
s. relatieve energiezuinigheid: de mate waarin een personenauto meer of minder CO 2 uitstoot dan de referentiewaarde voor de desbetreffende auto;
t. referentiewaarde: de waarde van de CO 2 -uitstoot als uitkomst van formules die zijn opgenomen de regeling, bedoeld in artikel 6a, respectievelijk voor personenauto's met benzine als brandstof, en personenauto's met diesel als brandstof;
u. regressieformules: de formules met behulp waarvan de relatieve energiezuinigheid van personenauto's kan worden berekend;
v. informatie omtrent het energiegebruik: informatie omtrent het officiële brandstofverbruik, de officiële specifieke CO 2 -uitstoot, de relatieve energiezuinigheid of andere gegevens met betrekking tot het energiegebruik van nieuwe personenauto's;
w. energie-etiket: een etiket met informatie ten behoeve van de consument omtrent het energiegebruik van de auto waarop het is aangebracht;
x. richtlijn 92/21/EEG: richtlijn nr. 92/21/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende massa's en afmetingen van motorvoertuigen van categorie M1 (PbEEG 1992, L 129);
y. energie-efficiëntieklasse: de klassegewijze indeling van nieuwe modellen personenauto’s op basis van de berekende waarden voor de relatieve energiezuinigheid ten opzichte van een referentiewaarde.
1.
De leverancier draagt ervoor zorg dat de handelaren, aan wie hij nieuwe personenauto's levert, beschikken over de voor het desbetreffende kalenderjaar geldende energie-etiketten voor deze personenauto's, die voldoen aan de eisen van bijlage 1 bij dit besluit.
2.
De leverancier draagt ervoor zorg dat de handelaren, aan wie hij nieuwe personenauto's levert, met het oog op de naleving van artikel 6, eerste lid, onder b, beschikken over voldoende voor het desbetreffende kalenderjaar geldende brandstofverbruiksgidsen.
3.
De leverancier draagt ervoor zorg dat de handelaren, aan wie hij nieuwe personenauto's levert, beschikken over een poster of een display met informatie omtrent het energiegebruik van alle nieuwe personenauto's van de leverancier die door de handelaar zijn uitgestald of te koop of ter leasing worden aangeboden, welke voldoet aan de eisen van bijlage 2 bij dit besluit.
4.
De leverancier stelt de energie-etiketten en posters of displays tegen ten hoogste de kostprijs ter beschikking. De leverancier stelt de brandstofverbruiksgidsen kosteloos ter beschikking.
1.
De RDW stelt jaarlijks vóór 1 december de brandstofverbruiksgids samen voor het eerstvolgende kalenderjaar.
2.
De brandstofverbruiksgids voldoet aan de eisen van bijlage II bij richtlijn 1999/94/EG.
3.
De RDW stelt de brandstofverbruiksgids kosteloos beschikbaar aan de leveranciers.
4.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu wijst een of meer instanties aan waar een consument op verzoek kosteloos een brandstofverbruiksgids kan verkrijgen.
1.
Reclamemateriaal inzake nieuwe personenauto's bevat informatie omtrent het energiegebruik van de modellen personenauto's waarop deze reclame betrekking heeft. Deze informatie voldoet aan de eisen van bijlage 3 bij dit besluit.
2.
De leverancier draagt ervoor zorg dat de handelaren op verzoek beschikken over de informatie, bedoeld in het eerste lid, die betrekking heeft op de modellen personenauto's van de leverancier die door de handelaar zijn uitgestald of te koop of ter leasing worden aangeboden.
3.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op reclamemateriaal dat alleen betrekking heeft op een merk en niet op bepaalde modellen in het bijzonder.
4.
Het is verboden op reclamemateriaal merktekens, symbolen of opschriften betreffende het energiegebruik aan te brengen, die niet in overeenstemming zijn met dit besluit, indien dit bij potentiële gebruikers van nieuwe personenauto's verwarring kan wekken.
1.
De leverancier draagt zorg voor de juistheid van de informatie, bedoeld in de artikelen 2, eerste en derde lid, en 4, tweede lid.
2.
Onverminderd het eerste lid, draagt degene die opdracht geeft tot het vervaardigen van reclamemateriaal zorg voor de juistheid van de informatie, bedoeld in artikel 4, eerste lid.
1.
Het is een handelaar verboden om een nieuwe personenauto op een verkooppunt ten verkoop of ter leasing tentoon te stellen of aan het publiek te presenteren zonder dat:
a. duidelijk zichtbaar op of in de onmiddellijke nabijheid van de auto een voor de desbetreffende auto van toepassing zijnd energie-etiket als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is aangebracht,
b. de consument op het verkooppunt op verzoek een gratis brandstofverbruiksgids kan verkrijgen en
c. op het verkooppunt duidelijk zichtbaar voor elk merk van daar te koop of ter leasing aangeboden of gepresenteerde nieuwe personenauto's een poster of display met informatie omtrent het energiegebruik als bedoeld in artikel 2, derde lid, aanwezig is.
2.
Het is een handelaar verboden een nieuwe personenauto ten verkoop of ter leasing tentoon te stellen of aan het publiek te presenteren, terwijl op de etiketten en posters of displays of in de brandstofverbruiksgids merktekens, symbolen of opschriften zijn aangebracht betreffende het energiegebruik, die niet in overeenstemming zijn met dit besluit, indien dit bij potentiële gebruikers van nieuwe personenauto's verwarring kan wekken.
3.
Een energie-etiket als bedoeld in het eerste lid, onder a, kan in de periode van 1 november tot en met 31 december in plaats van een voor het desbetreffende kalenderjaar geldend etiket ook een etiket zijn dat betrekking heeft op het eerstvolgende kalenderjaar.
Artikel 6a
Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu worden regels vastgesteld voor:
a. de bepaling van de energie-efficiëntieklasse en
b. de vaststelling van de constanten en waarden ten behoeve van de berekening van de relatieve zuinigheid.
1.
De leverancier verstrekt jaarlijks vóór 1 oktober aan de RDW de volgende gegevens:
a. de benaming van de modellen nieuwe personenauto's waarvan hij weet of verwacht dat hij die in het eerstvolgende kalenderjaar in Nederland in de handel zal brengen;
b. de groepering van varianten of uitvoeringen van een merk tot modellen nieuwe personenauto's.
2.
De leverancier verstrekt in de periode tussen de mededelingen, bedoeld in het eerste lid, gegevens aan de RDW inzake:
a. de benaming van modellen nieuwe personenauto's waarvan hij weet of verwacht dat hij die in Nederland in de handel zal brengen, voor zover deze gegevens niet reeds op grond van het eerste lid aan de RDW zijn verstrekt;
b. de groepering van varianten of uitvoeringen van een merk tot modellen nieuwe personenauto's, bedoeld in onderdeel a.
3.
De leverancier kan in de periode, bedoeld in het tweede lid, varianten of uitvoeringen van een merk toevoegen aan een reeds eerder op grond van het eerste lid of het tweede lid, onder a, gemeld model, mits:
a. hij deze gegevens binnen een maand na toevoeging aan de RDW verstrekt en
b. de groepering van dat model door toevoeging van die variant of uitvoering aan het model niet zodanig wijzigt, dat het model een hoger officieel brandstofverbruik of een hogere officiële specifieke CO 2 -uitstoot krijgt, of dat het model een zodanig andere relatieve energiezuinigheid, berekend overeenkomstig de regeling, bedoeld in artikel 6a, krijgt dat het model tot een andere energie-efficiëntieklasse gaat behoren.
4.
De benamingen van modellen nieuwe personenauto's als bedoeld in het eerste en tweede lid zijn zodanig dat daaruit de verschillen tussen de diverse modellen kunnen worden opgemaakt.
5.
Onder één model worden geen varianten of uitvoeringen gegroepeerd die een verschillende soort brandstof gebruiken.
1.
De RDW stelt vanaf 1 januari 2011 iedere twee jaar vóór 1 maart de constanten vast voor de bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu vast te stellen regressieformules, alsmede de daarbij behorende waarden van de gemiddelde CO 2 -uitstoot voor personenauto’s met benzine als brandstof en voor personenauto’s met diesel als brandstof. Deze waarden en constanten gelden voor de twee kalenderjaren die aanvang vinden na de datum van vaststelling.
2.
De constanten en waarden worden vanaf 1 januari 2011 elke twee jaar vóór 1 maart door de RDW bekend gemaakt in de Staatscourant.
1.
Een wijziging van de richtlijnen of van een daarbij behorende bijlage waarnaar in dit besluit wordt verwezen, treedt voor de toepassing van dit besluit in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
2.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu doet mededeling van een wijziging van richtlijn 1999/94/EG in de Staatscourant.
Artikel 11
Dit besluit treedt in werking met ingang van 18 januari 2001, met uitzondering van de artikelen 1, 3, 7, 8, 9, eerste lid, en 10 en bijlage 4 , onder II , die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit wordt geplaatst.
Artikel 12
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit etikettering energiegebruik personenauto's.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 3 november 2000
De Minister van Economische Zaken,
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Uitgegeven de negende november 2000
De Minister van Justitie,