Besluit van 23 november 1994, tot vaststelling van het Besluit eigen risicodragen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 september 1994, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, nr. DGSZ/SV/U/94/4031a;
Gelet op artikel 10 a van de Organisatiewet Sociale Verzekering;
De Raad van State gehoord (advies van 19 oktober 1994, no. W12.94.0572);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 1994, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, nr. SZ/SV/U/94/4751/er;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
bankgarantie: een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat een krachtens de
Wet toezicht kredietwezen 1992 geregistreerde kredietinstelling zich verplicht, op eerste verzoek en op enkele schriftelijke mededeling van de bedrijfsvereniging dat de werkgever zijn verplichtingen jegens de bedrijfsvereniging niet nakomt, tot nakoming van deze verplichtingen tot een bedrag dat wordt berekend overeenkomstig het vijfde en zesde lid;
b.
verzekeringsovereenkomst: een verzekeringsovereenkomst, die is gesloten met een verzekeraar die in het bezit is van de ingevolge de
Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 vereiste vergunning, waarbij de verzekeraar zich verplicht, op eerste verzoek en op enkele schriftelijke mededeling van de bedrijfsvereniging dat de werkgever zijn verplichtingen jegens de bedrijfsvereniging niet nakomt, tot nakoming van deze verplichtingen tot een bedrag dat wordt berekend overeenkomstig het vijfde en zesde lid.
2.
In de bankgarantie of verzekeringsovereenkomst wordt bepaald dat de desbetreffende kredietinstelling onderscheidenlijk verzekeraar zich verplicht om de opzegging of, in geval van beëindiging anders dan door opzegging, de beëindiging of het inroepen van de nietigheid van de bankgarantie of verzekeringsovereenkomst onverwijld te melden aan de bedrijfsvereniging.
3.
In de bankgarantie of verzekeringsovereenkomst wordt bepaald dat de bankgarantie of verzekeringsovereenkomst slechts kan eindigen met ingang van de eerste dag van een kalendermaand, nadat zes kalendermaanden na de melding van de opzegging zijn verstreken.
4.
In de bankgarantie of verzekeringsovereenkomst wordt bepaald dat de verplichting van de kredietinstelling onderscheidenlijk de verzekeraar, als bedoeld in het eerste lid, blijft gelden na afloop van de opzegtermijn ter zake van aanspraken op ziekengeld van werknemers van wie de eerste dag van ongeschiktheid tot werken ligt voor de beëindiging van de bankgarantie of verzekeringsovereenkomst.
5.
Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b , is gelijk aan een derde deel van het voor de werkgever door de bedrijfsvereniging volgens
artikel 60 van de Ziektewet vastgestelde ziekteverzuimcijfer, vermenigvuldigd met de som van het loon, waarover ingevolge de
Werkloosheidswet laatstelijk voorschotpremie is vastgesteld.
6.
Indien het in het vijfde lid bedoelde ziekteverzuimcijfer en de som van het loon niet kunnen worden vastgesteld, is het in het vijfde lid bedoelde bedrag gelijk aan een derde deel van het ziekteverzuimcijfer van de groep waarbij de werkgever zou worden ingedeeld indien hij het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering niet zelf zou dragen, vermenigvuldigd met de som van het loon waarover ingevolge de
Werkloosheidswet voorschotpremie zal worden vastgesteld.
7.
Het bedrag bedoeld in het vijfde en zesde lid is niet lager dan de door de bedrijfsvereniging overeenkomstig artikel 29, elfde lid, van de
Ziektewet vastgestelde gemiddelde loonsom per werknemer voor de groep waarbij de werkgever zou worden ingedeeld indien hij het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering niet zelf zou dragen.
1.
De bedrijfsvereniging geeft een werkgever op aanvraag toestemming om het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering zelf te dragen, indien de werkgever een bankgarantie of verzekeringsovereenkomst overlegt en zich verplicht de door de bedrijfsvereniging in verband met de uitvoering van dit besluit gemaakte kosten te betalen aan de bedrijfsvereniging.
2.
De in het eerste lid bedoelde toestemming wordt slechts verleend met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober van enig jaar, indien de aanvraag ten minste dertien weken vóór de desbetreffende datum wordt ingediend.
3.
In afwijking van het tweede lid kan de bedrijfsvereniging de in dat lid bedoelde toestemming aan een startende werkgever verlenen met ingang van het tijdstip waarop deze start.
4.
In afwijking van het eerste lid wordt de in dat lid bedoelde toestemming niet verleend gedurende drie jaren nadat het door de werkgever zelf dragen van het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering is beëindigd.
Artikel 3
De werkgever aan wie toestemming is verleend om het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering zelf te dragen, verstrekt voor zijn rekening namens de bedrijfsvereniging aan de in zijn dienst zijnde en geweest zijnde personen ziekengeld op grond van de
Ziektewet , voor zover de ziekte waaraan het recht op loon of ziekengeld wordt ontleend, is ingetreden op of na de datum waarop de toestemming is ingegaan.
1.
Het zelf dragen van het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering wordt door de bedrijfsvereniging op aanvraag van de werkgever beëindigd, overeenkomstig het bepaalde in
artikel 2, tweede lid.
2.
Het zelf dragen van het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering kan door de bedrijfsvereniging worden beëindigd indien de in artikel twee bedoelde bankgarantie of verzekeringsovereenkomst niet meer voldoende is.
Artikel 5
Na beëindiging van het zelf dragen van het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering, blijft de werkgever voor zijn rekening namens de bedrijfsvereniging ziekengeld op grond van de
Ziektewet verstrekken aan de in zijn dienst zijnde en geweest zijnde personen, voor zover deze op de dag van die beëindiging ziek zijn en daaraan recht op loon of ziekengeld ontlenen.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 1994.
Artikel 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit eigen risico dragen.
's-Gravenhage, 23 november 1994
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de negenentwintigste november 1994
De Minister van Justitie,