Besluit van 22 juli 1997, houdende regels ter uitvoering van artikel 81a van de Wet bodembescherming (Besluit drempelbedrag waterbodemsanering regionale wateren)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 februari 1997, nr. MJZ97080922, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op artikel 81 a van de Wet bodembescherming;
De Raad van State gehoord (advies van 15 mei 1997, nr. W08.97.0061);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 juli 1997, nr. MJZ97116586, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder de wet: de
Wet bodembescherming .
Artikel 2
Het bedrag, bedoeld in artikel 81 a , tweede lid, onder a , van de wet bedraagt € 0,45.
Artikel 3
Als maximum, bedoeld in artikel 81 a , derde lid, van de wet, geldt een bedrag van € 226 890,11.
1.
In afwijking van
artikel 3 geldt in het jaar van inwerkingtreding van artikel 81 a van de wet als maximum, als bedoeld in artikel 81 a , derde lid, van de wet een bedrag van € 45 378,02. Dat bedrag wordt nadien met ingang van de eerste dag van elk daarop volgend kalenderjaar met € 45 378,02 verhoogd totdat het totale bedrag gelijk is aan het maximumbedrag van € 226 890,11.
2.
Voor onderzoek of sanering als bedoeld in artikel 81 a , tweede lid, van de wet wordt met betrekking tot het desbetreffende geval als maximum aangehouden het bedrag dat geldt in het in het eerste lid bedoelde respectieve kalenderjaar waarin gedeputeerde staten:
a.
bij beschikking hebben vastgesteld dat er geen sprake is van een geval van ernstige verontreiniging, of
b.
het saneringsplan, bedoeld in artikel 63 e van de wet, hebben goedgekeurd.
Artikel 5
In afwijking van de
artikelen 3 en
4 geldt een bedrag van € 45 378,02 voor gevallen als bedoeld in artikel 63 d , eerste lid, van de wet waarin voor 13 juli 1995 een overeenkomst is gesloten als bedoeld in het interimbeleid sanering waterbodems regionale wateren, zoals vastgelegd in de circulaires van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 31 augustus 1993, kenmerk DBO/03893013 en van 12 juli 1994, kenmerk DBO/06794010.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit drempelbedrag waterbodemsanering regionale wateren.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i.,
Uitgegeven eenendertigste juli 1997
De Minister van Justitie,