Besluit van 17 september 1990, houdende wijziging van het Rechtspositiereglement Wetenschappelijk Onderwijs en van het Koninklijk besluit van 18 april 1974, Stb. 251
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 22 mei 1990, nr. 90042223, directie Personeel Beleid Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;
Gelet op de artikelen 108, 109, 127, tweede lid, 146, derde lid, en 159, tweede lid, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs ( Stb. 1986, 414), de artikelen 31, eerste lid, en 36 van de Wet op de Open Universiteit ( Stb. 1984, 573) alsmede op de artikelen 14, eerste lid, en 35 van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek ( Stb. 1987, 369);
De Raad van State gehoord (advies van 30 juli 1990, nr. W05.90.0244);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 27 augustus 1990, nr. 90076932, directie Personeel Beleid Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel IV
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel V
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
1.
De voorschriften, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit 1971 ( Stb. 1970, 602), het Reis- en pensionkostenbesluit ongehuwd burgerlijk rijkspersoneel ( Stb. 1970, 56), het
Verplaatsingskostenbesluit 1962 ( Stb. 150), het Koninklijk besluit van 29 september 1977 ( Stb. 527), houdende kostenvergoeding van gebruik privé-telefoon voor dienstdoeleinden, het
Besluit maaltijdvergoeding bij overwerk ( Stb. 1973, 386) en het Besluit emolumenten burgerlijk rijkspersoneel ( Stb. 1983, 574), zoals die voorschriften luidden op 30 juni 1989, blijven voor ambtenaren en werknemers van een rijksuniversiteit, onderscheidenlijk van de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek en de Open Universiteit gelden totdat het bevoegd gezag krachtens
artikel 22 of
99 a van het Rechtspositiereglement Wetenschappelijk Onderwijs, in overeenstemming met de meerderheid van de centrales voor overheidspersoneel, vertegenwoordigd in het desbetreffende plaatselijk orgaan voor georganiseerd overleg, heeft beslist over het al dan niet vaststellen van de in die artikelen bedoelde, op het desbetreffende onderwerp betrekking hebbende voorschriften.
2.
Ingeval het bevoegd gezag beslist tot het vaststellen van voorschriften krachtens
artikel 22 of
99 a van het Rechtspositiereglement Wetenschappelijk Onderwijs, blijven tot het tijdstip van inwerkingtreding van die voorschriften, op de ambtenaren en werknemers van de desbetreffende instelling de op het desbetreffende onderwerp betrekking hebbende voorschriften, bedoeld in het begin van het eerste lid, zoals die voorschriften luidden op 30 juni 1989, van toepassing.
Artikel VII
De
artikelen 24 tot en met
30 e ,
32 ben
33 btot en met
34 f van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, onderscheidenlijk de artikelen 23 tot en met 28 f en 30 d tot en met 30 i van het Arbeidsovereenkomstenbesluit, zoals die artikelen luidden op 30 juni 1989, blijven op de ambtenaren dan wel werknemers van de rijksuniversiteiten, de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek en de Open universiteit van toepassing tot het tijdstip waarop voor de ambtenaren en werknemers van de desbetreffende instelling krachtens de artikelen 13 c en 13 h , onderscheidenlijk de
artikelen 92 a en
92 f van het Rechtspositiereglement Wetenschappelijk Onderwijs vastgestelde voorschriften in werking treden.
Artikel IX
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Uitgegeven de vierde oktober 1990
De Minister van Justitie,