Besluit van 6 september 2012 tot het vaststellen van regels met betrekking tot congestie op de elektriciteitsnetten (Besluit congestiemanagement elektriciteit)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 26 oktober 2011, nr. WJZ / 11148129;
Gelet op artikel 24a, achtste lid, van de Elektriciteitswet 1998;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 4 mei 2012, nr. W15.11.0457/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 30 augustus 2012, nr. WJZ / 12071702;
Hebben goedgevonden en verstaan:
–
bieding: de opgave van een producent aan een netbeheerder die in ieder geval de omvang, duur en prijs van het ter beschikking gestelde vermogen omvat;
–
transportprognose: de planning van de som van afname of invoeding per netaansluitpunt dat valt onder de verantwoordelijkheid van de afnemer;
–
wet: de
Elektriciteitswet 1998 .
a.
de grenzen van het congestiegebied;
b.
de verwachte omvang van congestie;
c.
de verwachte periode waarin congestiemanagement wordt toegepast;
d.
de procedures van congestiemanagement;
e.
de maatregelen die de netbeheerder treft om de congestie op te heffen.
1.
Een afnemer in een congestiegebied met een aansluiting vanaf een doorlaatwaarde zoals vastgesteld in de voorwaarden, bedoeld in
artikel 31, eerste lid, van de wet, dan wel degene die voor de afnemer programma-verantwoordelijkheid draagt, dient dagelijks een transportprognose voor de volgende dag of voor een door de netbeheerder vastgestelde periode van meerdere dagen bij de netbeheerder in overeenkomstig de specificaties die de netbeheerder heeft opgesteld en bekendgemaakt.
2.
De netbeheerder gaat na of op basis van de ingediende transportprognoses alle gevraagde transporten in een congestiegebied kunnen worden uitgevoerd.
3.
De netbeheerder kan een afnemer, bedoeld in het eerste lid, dan wel degene die programma-verantwoordelijkheid voor de afnemer draagt tot een door de netbeheerder vastgesteld tijdstip toestaan de ingediende transportprognose bij te stellen.
4.
Indien de beschikbare transportcapaciteit in het congestiegebied onvoldoende is om de volgens de transportprognoses aangegeven transporten uit te voeren, past de netbeheerder congestiemanagement toe.
a.
als eerste productie-installaties die uitsluitend gebruik maken van een hernieuwbare energiebron die kan worden opgeslagen om op een later tijdstip te worden aangewend voor de productie van duurzame elektriciteit;
b.
als tweede afvalverbrandingsinstallaties die deels duurzame elektriciteit opwekken;
c.
als derde productie-installaties die uitsluitend gebruik maken van een hernieuwbare energiebron die niet kan worden opgeslagen om op een later tijdstip te worden aangewend voor de productie van duurzame elektriciteit.
1.
Een afnemer die in een congestiegebied een productie-installatie in stand houdt waarop congestiemanagement van toepassing is geeft door middel van een bieding per productie-installatie aan de netbeheerder de hoeveelheid elektriciteit aan die hij ten opzichte van de door hem of door degene die voor hem programma-verantwoordelijkheid draagt op grond van
artikel 4 ingediende transportprognose minder zal invoeden op het net.
2.
De netbeheerder kan, voorafgaand aan de toepassing van het eerste lid, afnemers die in een congestiegebied een productie-installatie in stand houden waarop congestiemanagement van toepassing is, verzoeken door middel van een bieding aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de hoeveelheid elektriciteit aan te geven die zij ten opzichte van de door hen of door degene die voor de afnemer programma-verantwoordelijkheid draagt op grond van
artikel 4 ingediende transportprognose minder zullen invoeden op het net.
3.
De afnemer, bedoeld in het eerste en tweede lid, geeft per bieding tevens aan tot welke categorie van de volgende categorieën de productie-installatie behoort:
a.
productie-installatie voor niet-duurzame elektriciteit;
b.
productie-installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling;
1.
De netbeheerder rangschikt de afnemers, bedoeld in
artikel 6, eerste lid, op volgorde van de biedingen die zijn uitgebracht op basis van artikel 6, waarbij de hoogst geboden prijs als hoogste wordt gerangschikt.
2.
De netbeheerder meldt aan de afnemers, bedoeld in het eerste lid, de tijdstippen waarop en de hoeveelheid elektriciteit die zij minder op het net moeten invoeden.
1.
De netbeheerder die een congestiegebied heeft vastgesteld, verzoekt afnemers die buiten een congestiegebied een productie-installatie in stand houden door middel van een bieding aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de hoeveelheid elektriciteit aan te geven die zij ten opzichte van de door hen of door degene die voor de afnemer programma-verantwoordelijkheid draagt ingediende transportprognoses meer kunnen invoeden op het net.
2.
Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geen biedingen of onvoldoende biedingen heeft ontvangen, is een afnemer die buiten het congestiegebied een productie-installatie vanaf een in de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de wet, vastgesteld vermogen in stand houdt, verplicht door middel van een bieding aan deze netbeheerder de hoeveelheid elektriciteit aan te geven die hij tegen de in zijn bieding vermelde prijs meer zal invoeden op het net.
1.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet rangschikt de afnemers, bedoeld in
artikel 8, op volgorde van de biedingen die zijn uitgebracht op basis van artikel 8, waarbij de laagst geboden prijs als hoogste wordt gerangschikt.
2.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet meldt aan de afnemers, bedoeld in het eerste lid, de tijdstippen waarop en de hoeveelheid elektriciteit die zij meer op het net moeten invoeden.
a.
het instellen van een congestiegebied en de grenzen daarvan;
b.
de maatregelen die de netbeheerder treft over de wijze waarop de congestie structureel wordt opgelost;
c.
de maatregelen die de netbeheerder heeft getroffen om congestie zoveel mogelijk te beperken;
d.
de biedingen, bedoeld in de
artikelen 6 en
8, die de netbeheerder heeft ontvangen, waarbij geen bedrijfsvertrouwelijke gegevens openbaar worden gemaakt.
’s-Gravenhage, 6 september 2012
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Uitgegeven de vierentwintigste oktober 2012
De Minister van Veiligheid en Justitie,