{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
- Hoofdstuk II
+ Hoofdstuk III. Verzuimboeten
+ Hoofdstuk IV. Vergrijpboeten
+ Hoofdstuk V. Bijzondere boeten
+ Hoofdstuk VI. Bijzondere omstandigheden
+ Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepaling
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Artikel 12 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2009. U leest nu de tekst die gold op -.
artikel 67j van de AWR) van Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998">
§ 12. Beperking van de informatieverplichtingen ( artikel 67j van de AWR)
Indien de inspecteur jegens belanghebbende een handeling heeft verricht waaraan deze in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat aan hem wegens een bepaalde gedraging een boete zal worden opgelegd, is belanghebbende niet langer verplicht ter zake van die gedraging een verklaring af te leggen voor zover het de boete-oplegging betreft. Het niet verstrekken van de uitsluitend met het oog op de boete-oplegging gevraagde inlichtingen en gegevens leidt niet tot omkering van de bewijslast.
Toelichting
De inspecteur kan in verband met de boete een beroep doen op de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk VIII van de AWR. Deze afdelingen bevatten bepalingen met betrekking tot de vertegenwoordiging alsmede verplichtingen ten aanzien van de belastingheffing. Indien de inspecteur jegens belanghebbende een handeling heeft verricht waaraan deze in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat aan hem wegens een bepaalde gedraging een boete zal worden opgelegd, is belanghebbende niet langer verplicht ter zake van die gedraging een verklaring af te leggen, voor zover het de boete-oplegging betreft. Belanghebbende hoeft in dat geval geen antwoord te geven op schriftelijke of mondelinge vragen van de inspecteur om inlichtingen en gegevens, voor zover de vragen uitsluitend gesteld worden ten behoeve van het onderzoeken van de verwijtbaarheid van belanghebbende of de juistheid van de boete (zie artikel 67j van de AWR).
Belanghebbende dient zelf het initiatief te nemen tot het inroepen van het zwijgrecht met betrekking tot de uitsluitend met het oog op de boete-oplegging gevraagde inlichtingen en gegevens. Indien echter sprake is van een verhoor als bedoeld in artikel 67l van de AWR, geldt voor de inspecteur de verplichting belanghebbende te wijzen op het zwijgrecht (de cautie).
De overige verplichtingen van hoofdstuk VIII van de AWR gelden onverkort, waaronder onder meer de verplichting van artikel 47, eerste lid, onderdeel b, van de AWR. Indien de inspecteur in verband met de boete boeken, bescheiden of andere gegevensdragers of de inhoud daarvan wenst te raadplegen, is belanghebbende gehouden hieraan mee te werken. Het zwijgrecht strekt zich derhalve niet uit tot de verstrekking van documenten en andere gegevensdragers.
Derden die op grond van de bepalingen in de genoemde afdelingen van hoofdstuk VIII van de AWR ten behoeve van de belastingheffing verplicht zijn om, in welke vorm dan ook, medewerking te verlenen, hebben diezelfde verplichtingen tijdens een boete-onderzoek. Administratieplichtigen zijn derhalve verplicht de door de inspecteur gevraagde inlichtingen en gegevens te verstrekken ten behoeve van de boete-oplegging bij derden.
Verschoningsgerechtigden kunnen zich ingevolge artikel 53a van de AWR beroepen op het verschoningsrecht.
Conform doel en strekking van de mededeling van 5 januari 1994, nummer 10DGM4, vraagt de inspecteur aan een belastingadviseur of accountant ten behoeve van de belastingheffing en de boete-oplegging van hun cliënten geen inzage van de in de uitoefening van hun beroep aan cliënten verstrekte adviezen en met cliënten gevoerde correspondentie.