Besluit beoordelingskader loonkostensubsidie
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op de artikelen 78a, vierde lid, van de Werkloosheidswet, 67f, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 59j, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 65i, vierde lid van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 37a, vierde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en 30e Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
Artikel 1
Teneinde in aanmerking te komen voor een loonkostensubsidie geeft de werkgever een intentieverklaring af waarin hij aangeeft de dienstbetrekking terzake waarvan subsidie wordt gevraagd met ten minste zes maanden te willen verlengen, of aansluitend een andere dienstbetrekking van ten minste zes maanden met de betrokken werknemer te willen aangaan, of zich in te zullen spannen voor een aansluitende dienstbetrekking met de betrokken werknemer van ten minste zes maanden bij een andere werkgever.
Artikel 2
Indien eerdere ervaringen bij dezelfde werkgever met loonkostensubsidie aanleiding geven om te twijfelen aan de waarde van deze intentieverklaring, kan UWV besluiten geen loonkostensubsidie te verlenen.
Artikel 3
Indien het bij Koninklijke boodschap van 4 september 2008 ingediende voorstel van wet houdende regels met betrekking tot participatieplaatsen en loonkostensubsidies (31577) tot wet is verheven en die wet in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na het in de vorige volzin bedoelde tijdstip, treedt het in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met genoemd tijdstip.
Artikel 4
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beoordelingskader loonkostensubsidie.
Amsterdam, 23 december 2008
Voorzitter Raad van bestuur UWV