Besluit beleidsregels uurloonschatting 2004
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op artikel 18 Wao, artikel 2 Waz, artikel 2 Wajong en het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten;
a.
aan de schatting ten grondslag gelegde arbeid: arbeid als bedoeld in
artikel 9 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten .
Artikel 2. Toepassingsbereik
Bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling aan de hand van een uurloonvergelijking, als bedoeld in het
Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten zoals dat luidt sinds 1 oktober 2004, worden de volgende bepalingen in acht genomen.
1.
Is de urenomvang van de aan de schatting ten grondslag gelegde arbeid kleiner dan de urenomvang van de maatgevende arbeid, dan wordt het mediane uurloon vermenigvuldigd met een factor a/b. Hierbij is a gelijk aan de urenomvang van de aan de schatting ten grondslag gelegde arbeid en is b gelijk aan de urenomvang van de maatgevende arbeid.
2.
Bij de toepassing van het eerste lid wordt de urenomvang van de aan de schatting ten grondslag gelegde arbeid als volgt vastgesteld:
a.
De urenomvang wordt per SBC-code gesteld op de grootste urenomvang van de binnen de SBC-code geselecteerde functies.
b.
Vervolgens wordt van de drie bij de schatting gehanteerde SBC-codes de kleinste urenomvang aangehouden.
3.
Bij de toepassing van het eerste lid wordt de urenomvang van de maatgevende arbeid maximaal gesteld op 38 uur.
4.
Is betrokkene op medische gronden minder dan 38 uur en tevens minder dan het aantal uren van de maatgevende arbeid belastbaar, dan wordt het eerste lid pas toegepast nadat het mediane uurloon overeenkomstig het bepaalde in het
Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten is gemaximeerd op het maatmaninkomen per uur.
1.
Wordt bij het bepalen van hetgeen nog kan worden verdiend uitgegaan van feitelijk verrichte arbeid met een urenomvang kleiner dan de, met inachtneming van het
derde lid van artikel 3 vastgestelde, urenomvang van de maatgevende arbeid, dan wordt het uurloon van de feitelijk verrichte arbeid vermenigvuldigd met een factor a/b.
2.
Hierbij is a gelijk aan de urenomvang van de feitelijk verrichte arbeid; b is gelijk aan de urenomvang van de maatgevende arbeid en bedraagt maximaal 38 uur.
Amsterdam, 13 september 2004
voorzitter Raad van bestuur UWV