{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepaling
+ Hoofdstuk II. Aanstelling
+ Hoofdstuk III. Arbeids- en rusttijden
+ Hoofdstuk III.a. Tijdelijke ouderenregeling
+ Hoofdstuk IV. Vakantie
+ Hoofdstuk IV.A. Individuele keuzemogelijkheden in arbeidsvoorwaarden
+ Hoofdstuk V. Verlof
+ Hoofdstuk VI. Buitengewoon verlof
+ Hoofdstuk VII. Arbeidsgezondheidskundige begeleiding en maatregelen en enkele overige bepalingen in verband met ziekte en zwangerschap
+ Hoofdstuk VII.a. Integriteit
- Hoofdstuk VII.b. Voorzieningen bij reorganisaties
+ Hoofdstuk VIII. Overige rechten en verplichtingen van de ambtenaar
+ Hoofdstuk IX. Straffen
+ Hoofdstuk X. Schorsing en ontslag
+ Hoofdstuk XI. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Besluit algemene rechtspositie politie

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
1.
Bij een reorganisatie zijn de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing.
2.
Onder reorganisatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: een wijziging van de organisatiestructuur, de omvang of de taakinhoud van een regionaal politiekorps, twee of meer regionale politiekorpsen die een duurzaam samenwerkingsverband in stand houden of gaan houden, het Korps landelijke politiediensten, het LSOP, een voorziening tot samenwerking of een onderdeel daarvan alsmede het organisatieonderdeel waarin bijzondere ambtenaren van politie werkzaam zijn, die belangrijke gevolgen heeft voor de werkgelegenheid in kwantitatieve en kwalitatieve zin.
3.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van overeenkomstige toepassing op de overgang van een ambtenaar vanwege een privatisering of verzelfstandiging van een dienstonderdeel van de politie als gevolg waarvan ambtenaren overgaan naar een private onderneming of enig ander bestuursorgaan, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.
4.
Onder reorganisatiegebied wordt verstaan:het gebied waarbinnen een reorganisatie als bedoeld in het tweede of derde lid plaatsvindt of zal plaatsvinden.
5.
Indien geen sprake is van een reorganisatie, maar wel van een wijziging van de plaats van tewerkstelling waardoor een geheel team of een gehele afdeling een andere plaats van tewerkstelling krijgt, worden bij ministeriële regeling aangegeven extra reiskosten beschikbaar gesteld.
1.
Het bevoegd gezag meldt, door tussenkomst van Onze Minister, tijdig een voorgenomen besluit tot een reorganisatie bij de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken, bedoeld in het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994 .
2.
Door of namens het bevoegd gezag wordt de betrokken ondernemingsraad tijdig geïnformeerd over een voorgenomen besluit tot een reorganisatie.
3.
Onder tijdig melden dan wel informeren als bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid wordt verstaan melden dan wel informeren voordat een reorganisatie onomkeerbare personele gevolgen heeft. Van onomkeerbare personele gevolgen is in elk geval sprake zodra voorgenomen besluiten tot plaatsing bekend zijn gemaakt.
1.
Het bevoegd gezag kan tijdens de voorbereiding van een reorganisatie individuele ambtenaren die behoren tot het reorganisatiegebied alsmede groepen ambtenaren die eenzelfde, vergelijkbare of uitwisselbare functie binnen het verwachte reorganisatiegebied vervullen, aanwijzen als pre-herplaatsingskandidaat.
2.
Aanwijzing als bedoeld in het eerste lid is mogelijk nadat het bevoegd gezag de betrokken ondernemingsraad, overeenkomstig artikel 31a, zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden, heeft ingelicht.
3.
De inlichting, bedoeld in het tweede lid, gebeurt schriftelijk en bevat in ieder geval de redenen van de aanwijzing en de daarmee beoogde doelen.
4.
De ambtenaar die behoort tot het reorganisatiegebied, kan bij het bevoegd gezag schriftelijk een aanvraag doen hem aan te wijzen als pre-herplaatsingskandidaat.
5.
De ambtenaar wordt over zijn aanwijzing als pre-herplaatsingskandidaat schriftelijk geïnformeerd.
6.
Aanwijzing vindt plaats voor een objectief bepaalbare duur.
7.
Onverminderd het vorig lid, eindigt een aanwijzing als pre-herplaatsingskandidaat altijd:
a. op het moment dat definitief over de rechtspositie van de individuele ambtenaar in het kader van dit hoofdstuk een besluit is genomen; of
b. op het moment dat het bevoegd gezag de aanwijzing schriftelijk intrekt.
8.
Op aanvraag van de pre-herplaatsingskandidaat wordt gedurende de periode van aanwijzing door het bevoegd gezag toepassing gegeven aan één of meer flankerende voorzieningen.
9.
De ambtenaar die is aangewezen als pre-herplaatsingskandidaat, kan gedurende de periode van aanwijzing het bevoegd gezag vragen om:
a. bij het vrijwillig aanvaarden van een nieuwe functie overeenkomstige toepassing te geven aan artikel 55r, tweede en derde lid;
b. bij het aanvaarden van een functie bij een andere werkgever overeenkomstige toepassing te geven aan artikel 55t;
c. bij het aanvaarden van een functie bij een andere werkgever overeenkomstige toepassing te geven aan artikel 75, derde lid, onder a.
1.
Bij het besluit om te reorganiseren kan het bevoegd gezag een functie aanmerken als een sleutelfunctie, zijnde een nieuwe functie met een groot organisatorisch belang.
2.
Bij de invulling van een sleutelfunctie is artikel 55l, eerste lid, niet van toepassing.
3.
De vervulling van een sleutelfunctie geschiedt met inachtneming van het door het bevoegd gezag gehanteerde vacaturebeleid, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onder e, van de Wet op de ondernemingsraden.
4.
Het derde lid is niet van toepassing als er geen vacaturebeleid is vastgesteld.
5.
De voorrangspositie van pre-herplaatsingskandidaten is niet van toepassing bij de invulling van een sleutelfunctie.
Artikel 55k
De ambtenaar die is aangesteld in tijdelijke dienst voor een proeftijd en de ambtenaar aangesteld in vaste dienst, van wie de functie in verband met een reorganisatie is opgeheven, wordt aangewezen als te herplaatsen ambtenaar, hierna te noemen: herplaatsingkandidaat.
1.
De ambtenaar die is aangesteld in tijdelijke dienst voor een proeftijd en de ambtenaar aangesteld in vaste dienst, die in verband met een reorganisatie boventallig zijn, dan wel de aspirant worden aangewezen als herplaatsingkandidaat. Van boventalligheid is sprake indien de binnen de te reorganiseren organisatie of een onderdeel daarvan, meer ambtenaren een vergelijkbare of uitwisselbare functie vervullen en het totale aantal van die functies zodanig wordt verminderd dat onvoldoende van die functies voor de betrokken ambtenaren resteren.
2.
De ambtenaar die het geringste aantal jaren in overheidsdienst heeft doorgebracht, wordt als eerste als herplaatsingskandidaat aangewezen. In het geval dat twee ambtenaren, werkzaam bij één en dezelfde organisatie als bedoeld in artikel 55i, tweede lid en derde lid, een gelijk aantal jaren in overheidsdienst hebben doorgebracht, wordt degene met het minst aantal jaren in politiedienst, als eerste tot herplaatsingskandidaat aangewezen. Voor de berekening van het aantal in overheidsdienst of politiedienst doorgebrachte jaren wordt mede in aanmerking genomen de tijd gewijd aan de verzorging van tot het huishouden van de ambtenaar behorende 0–4 jarige eigen, stief- of pleegkinderen, tot een maximum van in totaal zes jaren.
3.
De ambtenaar die niet als herplaatsingskandidaat is aangewezen en een functie bezet binnen het gezagsbereik, wordt op diens aanvraag door het bevoegd gezag aangewezen als herplaatsingskandidaat, indien op de hierdoor vrijkomende formatieplaats een herplaatsingskandidaat wordt herplaatst.
4.
Het bevoegd gezag kan van de volgorde in het tweede lid afwijken, nadat hij hiervoor de instemming heeft verkregen van de reorganisatiecommissie. Het bevoegd gezag dient een gemotiveerd verzoek in bij de reorganisatiecommissie.
Artikel 55la
De reorganisatiecommissie wordt paritair samengesteld en bestaat uit drie leden. De reorganisatiecommissie brengt binnen zes weken na ontvangst van het verzoek, bedoeld in artikel 55l, vierde lid, een schriftelijk oordeel uit aan het bevoegd gezag.
1.
De ambtenaar met een vergelijkbare of uitwisselbare functie wordt in het kader van een reorganisatie geplaatst op deze vergelijkbare of uitwisselbare functie al dan niet in een andere plaats van tewerkstelling, met inachtneming van het bepaalde in artikel 55l.
2.
Onverminderd artikel 55l, geschiedt de plaatsing in de situatie dat de in het eerste lid bedoelde functie voorkomt op meerdere plaatsen van tewerkstelling, zoveel mogelijk in volgorde van voorkeur van de betrokken ambtenaar. Indien er sprake is van meerdere voorkeuren op één en dezelfde plaats van tewerkstelling wordt als volgt gehandeld:
a. als eerste wordt geplaatst de ambtenaar die in de bestaande organisatie op diezelfde plaats van tewerkstelling was geplaatst;
b. indien er dan nog te plaatsen ambtenaren overblijven, wordt als eerste geplaatst de ambtenaar die het dichtst bij de oorspronkelijke plaats van tewerkstelling woont;
c. indien er dan nog steeds te plaatsen ambtenaren overblijven, wordt als eerste geplaatst, de ambtenaar met het grootste aantal jaren in overheidsdienst;
d. indien er dan nog steeds te plaatsen ambtenaren overblijven, wordt als eerste geplaatst de ambtenaar met het grootste aantal jaren in politiedienst.
3.
Het bevoegde gezag houdt bij de plaatsing op vergelijkbare of uitwisselbare functies rekening met het gestelde in artikel 55o, eerste lid. In elk geval dient het bevoegd gezag bij de plaatsing rekening te houden met het gestelde, als bedoeld in artikel 55o, vierde lid, onder d.
4.
Met een beroep op de in het derde lid gebleken feiten en omstandigheden kan de ambtenaar bij het bevoegd gezag een aanvraag indienen hem in afwijking van artikel 55l, tweede lid, als herplaatsingskandidaat aan te wijzen.
Artikel 55m
De ambtenaar wordt over zijn aanwijzing als herplaatsingkandidaat schriftelijk geïnformeerd.
1.
Onverminderd artikel 91 is het bevoegd gezag verplicht om de herplaatsingkandidaat binnen een periode van twaalf maanden, te rekenen vanaf het moment dat de aanwijzing als herplaatsingkandidaat bekend is gemaakt of het moment waarover de herplaatsingkandidaat schriftelijk is geïnformeerd, ten minste twee maal een passende functie aan te bieden.
2.
Het bevoegd gezag kan de termijn, bedoeld in het eerste lid, verlengen of opschorten, indien de omstandigheden naar zijn oordeel daartoe aanleiding geven.
3.
Indien het bevoegd gezag na twaalf maanden kan aantonen dat in het geheel geen passende functie kan worden aangeboden, wordt de termijn van twaalf maanden niet verlengd.
4.
De ambtenaar wordt gelijktijdig met zijn aanwijzing als herplaatsingkandidaat schriftelijk geïnformeerd over de aanvang en het einde van de periode bedoeld in het eerste lid.
5.
Het bevoegd gezag informeert de herplaatsingkandidaat schriftelijk over het verlengen of opschorten van de periode.
6.
Onverminderd het bepaalde in dit artikel is het bevoegd gezag, voor de duur van het dienstverband van de herplaatsingkandidaat, gehouden de herplaatsingkandidaat een passende functie aan te bieden.
1.
Een passende functie is elke functie die voor de krachten en bekwaamheden van de herplaatsingkandidaat is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd. Een passende functie is mogelijk zowel binnen het bereik van het bevoegd gezag als bij een andere werkgever.
2.
Tevens is een passende functie elke functie waarvoor naar het oordeel van het bevoegd gezag de herplaatsingkandidaat binnen een termijn van twee jaar om-, her- of bijgeschoold kan worden.
3.
Onder een passende functie wordt ook verstaan een functie, als bedoeld in het vierde lid, onderdeel d, waarin op aanvraag van de ambtenaar de mogelijkheid tot telewerken is opgenomen tenzij het belang van de dienst zich ertegen verzet. Per roosterperiode van vier weken wordt afgesproken hoeveel dagen de ambtenaar zal telewerken. Het bevoegd gezag waar de passende functie zich voordoet, beslist over de aanvraag tot telewerken.
4.
Niet als passende functie wordt beschouwd:
a. indien de voor functie geldende salarisschaal meer dan twee schalen lager is dan de salarisschaal die behoort bij de huidige functie van de herplaatsingskandidaat;
b. indien de voor functie geldende salarisschaal meer dan één schaal lager is dan de salarisschaal die behoort bij de huidige functie van de herplaatsingskandidaat, ingedeeld in salarisschaal 4 of 5 van bijlage I van het Besluit bezoldiging politie ;
c. indien de voor functie geldende salarisschaal lager is dan de salarisschaal die behoort bij de huidige functie van de herplaatsingskandidaat, ingedeeld in salarisschaal 3 of lager van bijlage I van het Besluit bezoldiging politie ;
d. indien de reistijd van en naar de plaats van tewerkstelling van de functie meer dan drie uur per dag bedraagt, tenzij de gebruikelijke reistijd voor de herplaatsingkandidaat van en naar de plaats van tewerkstelling al meer dan drie uur per dag bedraagt.
5.
Voor de toepassing van het derde lid, onderdelen a, b en c, dient voor een passende functie bij een andere werkgever het maximaal te genieten salaris te worden vergeleken met het maximumsalaris van een salarisschaal van bijlage I van het Besluit bezoldiging politie .
1.
Het bevoegd gezag kan de naar zijn oordeel meest geschikte herplaatsingkandidaat, voor wie de functie als passend wordt aangemerkt, herplaatsen in die functie.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing als er maar één herplaatsingkandidaat is waarvoor de functie passend is.
1.
Onverminderd artikel 55n is de herplaatsingkandidaat verplicht, voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden gevergd, om zelf een passende functie te zoeken.
2.
Wanneer het belang van de dienst dat vordert, is de herplaatsingskandidaat verplicht, behoudens het eerste aanbod, een passende functie te aanvaarden, in het geval van een herplaatsing in het kader van een reorganisatie.
1.
De herplaatsingkandidaat die slechts in een voor hem passende functie kan worden herplaatst na om- her- of bijscholing kan hiertoe worden verplicht, voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden gevergd.
2.
Aan de ambtenaar die op grond van het eerste lid is verplicht om scholing te volgen, wordt een volledige vergoeding van de noodzakelijk te maken scholingskosten toegekend.
3.
Aan de ambtenaar die op grond van het eerste lid is verplicht om scholing te volgen, wordt studieverlof met behoud van bezoldiging verleend, tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich hier tegen verzet.
1.
Individuele en persoonsgebonden rechten, toegekend bij besluit van het bevoegd gezag, blijven bij aanwijzing als herplaatsingskandidaat of plaatsing of herplaatsing van de ambtenaar in stand.
2.
De ambtenaar die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak behoudt bij de plaatsing of herplaatsing op een administratief technische functie in het kader van een reorganisatie als bedoeld in artikel 55i zijn aanstelling als ambtenaar voor de uitvoering van de politietaak.
Artikel 55s
Het mobiliteitscentrum Nederlandse politie stelt in overleg met het bevoegd gezag van de herplaatsingkandidaat een inventarisatie op van zijn competenties en mogelijkheden voor een passende functie.
1.
De herplaatsingkandidaat die een passende functie aanvaardt bij een andere werkgever wordt een loonsuppletie toegekend indien het genoten loon van die functie lager is dan het loon in de oorspronkelijke functie.
2.
De loonsuppletie wordt toegekend gedurende vijf jaar. Afhankelijk van het aantal dienstjaren van de ambtenaar wordt de termijn van vijf jaar verlengd overeenkomstig de hierna volgende tabel:
3.
Na afloop van een kalenderjaar vraagt de herplaatsingkandidaat, die herplaatst is bij een andere werkgever, de loonsuppletie aan. De aanvraag is vergezeld van een door de werkgever verstrekte jaaropgave van het loon.
4.
De suppletie is ten hoogste gelijk aan het verschil tussen het in de oorspronkelijke functie genoten jaarloon en het jaarloon van de nieuwe functie.
5.
De loonsuppletie wordt eenmaal per jaar vastgesteld en uitgekeerd. Het bevoegd gezag kan maandelijks een voorschot van de suppletie verstrekken.
Artikel 55u
Onze Minister stelt nadere regels vast ter uitvoering van dit hoofdstuk met inbegrip van regels over het proces van reorganisatie en flankerende voorzieningen voor ambtenaren.
Artikel 55v
Indien de toepassing van dit hoofdstuk of de nadere regels ter uitvoering van dit hoofdstuk in individuele gevallen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard of indien er sprake is van een bijzondere situatie van een individuele herplaatsingskandidaat, kan het bevoegd gezag, na afweging van de belangen van het individu en van de organisatie, afwijken van dit hoofdstuk of de nadere regels ter uitvoering van dit hoofdstuk worden afgeweken.
Artikel 55w
Van dit hoofdstuk en van de nadere regels ter uitvoering van dit hoofdstuk kan, in overeenstemming met de Commissie voor georganiseerd overleg in politieambtenarenzaken, bedoeld in artikel 2 van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994, uitsluitend worden afgeweken bij reorganisaties waarbij naast de arbeidsvoorwaarden van de sector Politie ook arbeidsvoorwaarden van andere sectoren of rechtspersonen betrokken zijn.
1.
Voor de ambtenaar die voor de inwerkingtreding van het Besluit landelijk sociaal statuut politie als herplaatsingskandidaat was aangewezen en nog niet was herplaatst op een passende functie, is het sociaal statuut van toepassing dat gold op het moment dat de ambtenaar werd aangewezen als herplaatsingskandidaat.
2.
Indien voor de herplaatsingskandidaat, bedoeld in het eerste lid, op een onderdeel toepassing van het Besluit landelijk sociaal statuut politie of de nadere regels ter uitvoering van het Besluit landelijk sociaal statuut politie gunstiger is, geldt op verzoek van de herplaatsingskandidaat voor dat onderdeel het Besluit landelijk sociaal statuut politie of de nadere regels ter uitvoering van het Besluit landelijk sociaal statuut politie.
3.
In het geval dat voor de inwerkingtreding van het Besluit landelijk sociaal statuut politie is besloten dat het Besluit landelijk sociaal statuut politie en de nadere regels ter uitvoering van het Besluit landelijk sociaal statuut politie worden toegepast indien deze ten opzichte van de voor inwerkingtreding van het Besluit landelijk sociaal statuut politie geldende sociale statuten en regelingen op een onderdeel gunstiger zijn, dan wordt op verzoek van de ambtenaar het Besluit landelijk sociaal statuut politie en de nadere regels ter uitvoering van het Besluit landelijk sociaal statuut politie toegepast, ook indien het gaat om al bestaande toekenningen.
4.
Als er sprake is van een verzoek als bedoeld in het tweede of derde lid, is de in het verzoek gemaakte keuze bindend.
1.
Op aanvraag van de herplaatsingskandidaat en van de pre-herplaatsingskandidaat aan wie, nadat hij tot pre-herplaatsingskandidaat of herplaatsingskandidaat is aangewezen, van wie door het bevoegd gezag is vastgesteld dat er voor hem geen passende functie meer beschikbaar zal zijn, op eigen verzoek ontslag verleend wordt op grond van artikel 87 en die, behoudens de vrijwillige politie, buiten de politie werkzaam gaat zijn wordt een vertrekstimuleringspremie toegekend.
2.
De vertrekstimuleringspremie bedraagt:
a. één-twaalfde bruto maandsalaris voor iedere maand dat een ambtenaar in politiedienst is geweest, tot en met een maximum van 120 maanden en
b. één-zestiende bruto maandsalaris voor iedere maand boven de 120 maanden,
met dien verstande dat de premie nooit meer kan bedragen dan het totaal van de bezoldiging tot aan het bereiken van de leeftijd waarop op grond van de Algemene ouderdomswet recht op ouderdomspensioen ontstaat.
3.
De vertrekstimuleringspremie bedraagt in alle gevallen maximaal:
gedurende het eerste jaar van aanwijzing als herplaatsingskandidaat het aantal uren waarvoor de ambtenaar is aangesteld maal één-zesendertigste deel van € 125.000,
gedurende het tweede jaar van aanwijzing als herplaatsingskandidaat het aantal uren waarvoor de ambtenaar is aangesteld maal één-zesendertigste deel van € 100.000,
gedurende het derde jaar van aanwijzing als herplaatsingskandidaat het aantal uren waarvoor de ambtenaar is aangesteld maal één-zesendertigste deel van € 75.000,
gedurende het vierde jaar van aanwijzing als herplaatsingskandidaat het aantal uren waarvoor de ambtenaar is aangesteld maal één-zesendertigste deel van € 50.000,
gedurende het vijfde jaar van aanwijzing als herplaatsingskandidaat het aantal uren waarvoor de ambtenaar is aangesteld maal één-zesendertigste deel van € 25.000,
4.
Gedurende het zesde jaar en volgende jaren van aanwijzing als herplaatsingskandidaat bestaat geen recht op toekenning van een vertrekstimuleringspremie.
5.
Voor de berekening van de vertrekstimuleringspremie wordt uitgegaan van het laatstgenoten salaris, verhoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering en de vakantieuitkering op de datum waarop het ontslag ingaat. De fiscale consequenties die aan deze premie zijn verbonden, komen voor rekening van de herplaatsingskandidaat dan wel de pre-herplaatsingskandidaat. De berekening van het maandsalaris is een gewogen salaris op grond van de aanstellingen van de ambtenaar in het verleden.
6.
Op verzoek van de ambtenaar kan de vertrekstimuleringspremie rechtstreeks betaald worden aan een pensioenfonds of een verzekeringsmaatschappij of gestort worden in een bankspaarregeling.
7.
Aan de ambtenaar aan wie een terugkeergarantie als omschreven in artikel 55bb van dit besluit is verleend, wordt de vertrekstimuleringspremie toegewezen onder voorwaarde dat de ambtenaar geen gebruik maakt van de terugkeergarantie. Uitkering van de vertrekstimuleringspremie vindt in dat geval plaats nadat is gebleken dat aan deze voorwaarde is voldaan.
Artikel 55z
Aan de herplaatsingskandidaat en de preherplaatsingskandidaat die een functie buiten de politie heeft aanvaard, wordt kwijtschelding verleend van de terugbetalingsverplichtingen, opgenomen in de regelgeving van de rechtspositie van de ambtenaar.
1.
De ambtenaar die niet als herplaatsingskandidaat of pre-herplaatsingskandidaat is aangewezen, wordt door het bevoegd gezag op diens verzoek ontheven van werkzaamheden, met behoud van aanspraken tot het einde van zijn loopbaan indien
a. op de vrijkomende formatieplaats een pre-herplaatsingskandidaat kan worden geplaatst of een herplaatsingskandidaat kan worden herplaatst en
b. er op het moment van ontheffen een ontslagbesluit is genomen met een ingangsdatum maximaal 18 maanden na het moment van ontheffen, dan wel
c. de ambtenaar binnen 18 maanden na het moment van ontheffen, gebruik maakt van de levensloopregeling in de vorm van einde loopbaanverlof en daarbij is vastgelegd dat het levensloopverlof wordt voortgezet tot aan het moment van ontslag.
2.
De inkomsten van de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die de ambtenaar geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf en aangevangen met ingang van de dag waarop hij is ontheven van zijn werkzaamheden, worden in mindering gebracht op de bezoldiging, tenzij de ambtenaar aannemelijk maakt dat die inkomsten, dan wel een gedeelte daarvan geen verband houden met verhoogde werkzaamheid.
3.
De ambtenaar is verplicht om vanaf het moment waarop hij wordt ontheven van zijn werkzaamheden, aan het bevoegd gezag opgave te doen van de inkomsten, bedoeld in het tweede lid.
1.
Aan de ambtenaar aan wie eervol ontslag op eigen verzoek wordt verleend om een functie te aanvaarden op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, kan op diens verzoek een terugkeergarantie worden gegeven.
2.
De garantie geldt voor de duur van de wettelijke proeftijd die is opgenomen in de arbeidsovereenkomst en is in te roepen als de ambtenaar buiten eigen schuld of toedoen in de proeftijd wordt ontslagen. Indien de ambtenaar bij de nieuwe werkgever binnen de proeftijd wordt ontslagen, meldt de ambtenaar dit binnen drie werkdagen bij zijn oorspronkelijke korps.
3.
De hernieuwde aanstelling gaat in binnen drie werkdagen na melding van het ontslag bij het oorspronkelijke korps.
4.
Gegarandeerd wordt uitsluitend een hernieuwde aanstelling bij het oorspronkelijke korps met een bezoldiging overeenkomstig de bezoldiging bij vertrek, tenzij de ambtenaar weigert.
5.
De ambtenaar die was aangewezen als herplaatsingskandidaat op het moment van ontslag op eigen verzoek, wordt bij terugkeer aangewezen als herplaatsingskandidaat voor de op het moment van ontslag resterende termijn, met een minimum van drie maanden.