Besluit van 28 september 1998 tot algemeen verbindendverklaring van de Collectieve Garantieregeling van kredietinstellingen voor Terugbetaalbare Gelden en Beleggingen van 17 september 1998 op grond van artikel 84, tweede lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 24 september 1998, BGW 2498-M, Generale Thesaurie, Directie Binnenlands Geldwezen, Afdeling Effectenwezen;
Gelet op artikel 84, tweede lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De kredietinstellingen als bedoeld in
artikel 84, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 alsmede de instellingen die gebruik maken van de vrijstelling bedoeld in artikel 12 van de
richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 mei 1994, inzake de depositogarantiestelsels (Pb EG L 135), zijn verplicht mee te werken aan de uitvoering van de Collectieve Garantieregeling van kredietinstellingen voor Terugbetaalbare Gelden en Beleggingen waarover op 17 september 1998 overeenstemming is bereikt tussen De Nederlandsche Bank N.V. en de betrokken representatieve organisaties en welke als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Artikel 1a
In de regeling die als bijlage bij dit besluit is gevoegd, wordt voor« de Stichting Toezicht Effectenverkeer» gelezen «de Stichting Autoriteit Financiële Markten».
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 25 september 1998.
's-Gravenhage, 28 september 1998
De Minister van Financiën,
Uitgegeven zesde oktober 1998
De Minister van Justitie,