Besluit van 8 juli 2011 tot de aanwijzing van onderwerpen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder d, respectievelijk artikel 7, tweede lid, onder e, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
Handelend in overeenstemming met de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie;
Gelet op artikel 6, tweede lid, onder d, respectievelijk artikel 7, tweede lid, onder e, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002;
Artikel 1
Als onderwerpen op het terrein waarvan onderzoek wordt verricht als bedoeld in
artikel 6, tweede lid, onder d , respectievelijk
artikel 7, tweede lid, onder e, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 worden in het belang van de nationale veiligheid aangewezen:
a.
Politieke intenties, activiteiten en opinies van regeringen, instellingen en inwoners van specifiek benoemde landen of regio’s (politieke inlichtingen). Voor alle landen en regio’s van onderzoek geldt dat deze worden bezien vanuit de vraag wat de werkelijke motieven van de belangrijkste actoren zijn, wat de feitelijke invloed is van de regering en welke doelen worden nagestreefd.
b.
Het tijdig onderkennen en signaleren van en reageren op ontwikkelingen in landen of regio’s die een potentiële dreiging ten aanzien van de nationale veiligheid vormen (early warning / quick response). Hiertoe worden gevraagd en ongevraagd gegevens verzameld over landen en regio’s die niet vallen onder artikel 1a.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 juli 2011 en vervalt met ingang van 1 januari 2016.
Het
besluit van 10 juli 2007, nr. 3042832, tot aanwijzing van onderwerpen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder d, respectievelijk artikel 7, tweede lid, onder e van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 , wordt ingetrokken.