Besluit van 26 februari 1958, houdende aanwijzing van militairen, behorende tot het reserve-personeel der landmacht, die na een doorlopende werkelijke dienst van vijf jaren de hoedanigheid van reservist in de zin van de Pensioenwet bijzondere groepen reserve-personeel 1956 verkrijgen
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Oorlog van 29 november 1957, Directie Militair Personeel, Afdeling Pensioenen, Bezoldigingen en Geneeskundige Voorzieningen, nr. P. 110.531.Q/DG;
Gelet op artikel 3 van de Pensioenwet bijzondere groepen reserve-personeel 1956 ( Stb. 1957, 37), het Koninklijk besluit van 9 januari 1931, nr. 25, het Besluit verbintenissen luchtvarenden Luchtmacht ( Stb. 1952, 471), het Besluit verbintenissen reserve-personeel beneden de rang van tweede-luitenant Landmacht ( Stb. 1952, 496), Ons besluit van 27 oktober 1952 ( Stb. 539) en het Besluit verbintenissen gronddienst Luchtmacht ( Stb. 1954, 518).
De Raad van State gehoord (advies van 28 januari 1958, nr. 32);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 19 februari 1958, nr. P. 110.531/1 G;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Voor de militairen, behorende tot het reserve-personeel der landmacht, die vrijwillig verplichtingen hebben aanvaard tot het verrichten van doorlopende werkelijke dienst, als bedoeld in:
a.
het Koninklijk besluit van 9 januari 1931, nr. 25;
b.
het Besluit verbintenissen luchtvarenden Luchtmacht;
c.
het Besluit verbintenissen reserve-personeel beneden de rang van tweede-luitenant Landmacht en op wie Ons besluit van 2 maart 1953 ( Stb. 92) dan wel Ons besluit van 28 maart 1958 ( Stb. 168) van toepassing is;
d.
Ons besluit van 27 oktober 1952 ( Stb. 539);
e.
het
Besluit verbintenissen gronddienst Luchtmacht ,
f.
Ons besluit van 18 februari 1961 ( Stb. 47),
wordt de termijn van 2 jaren, genoemd in artikel 1 van de Pensioenwet bijzondere groepen reserve-personeel 1956, gesteld op vijf jaren.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad , waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 april 1954.
Soestdijk, 26 februari 1958
De Minister voor Defensie,
Uitgegeven de eenentwintigste maart 1958.
De Minister van Justitie,