Besluit van 15 juni 1994, houdende aanwijzing van de bevoegde autoriteit voor de afgifte van een EG-verklaring voor het beroep van advocaat
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen van 13 april 1994, nr. 94011205/4711, directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;
Gelet op richtlijn nr. 89/48/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten ( PbEG 1989, L19);
Gelet op artikel 6 van de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma's;
De Raad van State gehoord (advies van 19 mei 1994, nr. W05.94.0226);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen van 8 juni 1994, nr. 94026849/4711, directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Als bevoegde autoriteit tot het afgeven van een EG-verklaring voor de uitoefening van het beroep van advocaat in Nederland wordt aangewezen de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten als bedoeld in
artikel 18, eerste lid, van de Advocatenwet.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staadsblad waarin het wordt geplaatst.
's-Gravenhage, 15 juni 1994
De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen,
De Minister van Justitie,
Uitgegeven de achtentwintigste juni1994
De Minister van Justitie,