{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Definitie
+ Hoofdstuk 2. Berekening van de aangepaste solvabiliteit van verzekeraars
+ Hoofdstuk 3. Aanvullend toezicht op verzekeraars die dochteronderneming zijn van een verzekeringsholding, een herverzekeraar of een verzekeraar met zetel buiten de Unie
+ Hoofdstuk 4. Overige bepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Besluit aanvullend toezicht verzekeraars in een verzekeringsgroep

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2007. U leest nu de tekst die gold op -.
Besluit van 26 april 2000, houdende uitvoering van de artikelen 69d, 69j en 69k van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Besluit aanvullend toezicht verzekeraars in een verzekeringsgroep)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 20 mei 1999, no. BGW 99–1176-M, Generale Thesaurie, Directie Binnenlands Geldwezen, Afdeling Verzekeringswezen;
Gelet op de artikelen 69d, 69j, 69k en 187, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;
De Raad van State gehoord (advies van 2 juli 1999, no. W06.99.0266/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 19 april 2000, no. BGW 2000–709M;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder de wet: Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 .
1.
Verzekeraars als bedoeld in artikel 69c, eerste lid, van de wet berekenen de aangepaste solvabiliteit overeenkomstig de in dit besluit gestelde regels.
2.
De Pensioen- & Verzekeringskamer ziet erop toe dat de in dit besluit beschreven systematiek consistent wordt toegepast.
3.
De Pensioen- & Verzekeringskamer ziet erop toe dat de aangepaste solvabiliteit wordt berekend met dezelfde frequentie die geldt voor de berekening van de solvabiliteitsmarge, bedoeld in artikel 68 van de wet.
1.
Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteit van een verzekeraar wordt zijn deelneming in een verbonden verzekeraar op proportionele basis in aanmerking genomen.
2.
Onder «proportionele basis» wordt verstaan:
a. bij toepassing van methode 1 of 2, bedoeld in artikel 15, het gedeelte van het geplaatste kapitaal dat het belang vertegenwoordigt van de deelnemende verzekeraar; of
b. bij toepassing van methode 3, bedoeld in artikel 15, de percentages die worden gebruikt voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening, bedoeld in artikel 405 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3.
Ongeacht de methode die wordt toegepast, wordt, indien de verbonden verzekeraar een dochteronderneming is en een solvabiliteitstekort vertoont, het totale solvabiliteitstekort van de dochteronderneming in aanmerking genomen.
4.
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan toestaan dat alleen het proportionele deel van het solvabiliteitstekort van de dochteronderneming, bedoeld in het derde lid, in aanmerking wordt genomen indien zij van mening is dat de aansprakelijkheid van de moederonderneming strikt en ondubbelzinnig beperkt is tot haar belang daarin.
1.
Onverminderd artikel 8 wordt, ongeacht de gekozen methode, bedoeld in artikel 15, uitgesloten dat de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge, meerdere malen worden gebruikt voor de verschillende verzekeraars die bij die berekening betrokken zijn.
2.
Voor zover de methoden, bedoeld in artikel 15, daarin nog niet voorzien, worden van de berekening van de aangepaste solvabiliteit van de verzekeraar uitgesloten:
a. de waarden van de activa van die verzekeraar die dienen ter dekking van de vereiste solvabiliteitsmarge van de met hem verbonden verzekeraars;
b. de waarden van de activa van een met die verzekeraar verbonden verzekeraar die dienen ter dekking van de vereiste solvabiliteitsmarge van die verbonden verzekeraar;
c. de waarden van de activa van een met die verzekeraar verbonden verzekeraar die dienen ter dekking van de vereiste solvabiliteitsmarge van andere met die verbonden verzekeraar verbonden verzekeraars.
1.
Onverminderd artikel 4 kunnen winstreserves en toekomstige winsten die gegenereerd worden in een met de verzekeraar, waarvoor de aangepaste solvabiliteit wordt berekend, verbonden levensverzekeraar als bedoeld in artikel 69a, onderdelen a en b, van de wet, alsmede het geplaatste maar niet-gestorte aandelenkapitaal van een met die verzekeraar waarvoor de aangepaste solvabiliteit wordt berekend, verbonden verzekeraar als bedoeld in artikel 69a, onderdelen a en b, van de wet, alleen in de berekening worden betrokken voor zover zij in aanmerking zijn genomen voor de dekking van de vereiste solvabiliteitsmarge van die verbonden levensverzekeraar onderscheidenlijk verbonden verzekeraar. Geplaatst maar niet-gestort aandelenkapitaal dat een potentiële verplichting van de zijde van de deelnemende verzekeraar vormt, wordt van de berekening uitgesloten.
2.
Geplaatst maar niet-gestort aandelenkapitaal van de deelnemende verzekeraar dat een potentiële verplichting van de zijde van een verbonden verzekeraar vormt, wordt van de berekening uitgesloten.
3.
Geplaatst maar niet-gestort aandelenkapitaal van een verbonden verzekeraar dat een potentiële verplichting van de zijde van een andere met dezelfde deelnemende verzekeraar verbonden onderneming vormt, wordt van de berekening uitgesloten.
Artikel 6
Indien de Pensioen- & Verzekeringskamer van mening is dat bepaalde andere dan de in artikel 5 bedoelde vermogensbestanddelen die voor de solvabiliteitsmarge van een in dat artikel bedoelde verbonden verzekeraar in aanmerking komen, niet beschikbaar zijn ter dekking van de vereiste solvabiliteitsmarge van de deelnemende verzekeraar waarvoor de aangepaste solvabiliteit wordt berekend, worden deze vermogensbestanddelen slechts in de berekening betrokken voor zover zij in aanmerking zijn genomen voor de dekking van de vereiste solvabiliteitsmarge van die verbonden verzekeraar.
Artikel 7
De som van de in de artikelen 5 en 6 bedoelde vermogensbestanddelen overschrijdt de vereiste solvabiliteitsmarge van de verbonden verzekeraar niet.
1.
Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteit van een verzekeraar worden buiten beschouwing gelaten de voor de solvabiliteitsmarge in aanmerking te nemen vermogensbestanddelen die afkomstig zijn van de wederzijdse financiering tussen de verzekeraar en:
a. een daarmee verbonden onderneming;
b. een daarin deelnemende onderneming;
c. een andere verbonden onderneming van een van zijn deelnemende ondernemingen.
2.
Voorts worden buiten beschouwing gelaten de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van een met de in het eerste lid bedoelde verzekeraar verbonden verzekeraar indien die bestanddelen afkomstig zijn van de wederzijdse financiering tussen die verbonden verzekeraar en een andere met die verbonden verzekeraar verbonden onderneming.
1.
Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteit gelden de in dit besluit gestelde regels.
2.
Indien een verzekeraar meer dan één met hem verbonden verzekeraars heeft, wordt, ongeacht de gekozen methode, bedoeld in artikel 15, de aangepaste solvabiliteit berekend door elk van deze verbonden verzekeraars in die berekening te betrekken.
3.
Bij opeenvolgende deelnemingen wordt de aangepaste solvabiliteit berekend voor iedere deelnemende verzekeraar met zetel in en buiten de Unie die ten minste één verbonden verzekeraar heeft.
4.
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan toestaan dat geen aangepaste solvabiliteit van een verzekeraar wordt berekend:
a. indien deze verzekeraar een verbonden verzekeraar is van een andere verzekeraar met zetel in Nederland en indien de eerstbedoelde verzekeraar reeds in aanmerking wordt genomen bij de voor die andere verzekeraar uitgevoerde berekening; of
b. indien deze verzekeraar en een of meer andere verzekeraars met zetel in Nederland als moederonderneming dezelfde verzekeringsholding, herverzekeraar of verzekeraar met zetel buiten de Unie hebben en indien de eerstbedoelde verzekeraar reeds in aanmerking wordt genomen bij de voor een van die andere verzekeraars uitgevoerde berekening; of
c. indien deze verzekeraar en een of meer andere verzekeraars met zetel buiten Nederland als moederonderneming dezelfde verzekeringsholding, herverzekeraar of verzekeraar met zetel buiten de Unie hebben en overeenstemming als bedoeld in artikel 69e van de wet is bereikt, waarbij de uitoefening van het aanvullend toezicht als bedoeld in dit besluit wordt uitgeoefend door de toezichthoudende autoriteit van een andere lid-staat, mits de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van de bij de berekening betrokken verzekeraars, naar de mening van de Pensioen- & Verzekeringskamer adequaat over de in die leden bedoelde ondernemingen verdeeld zijn.
5.
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan bepalen dat indien een verbonden verzekeraar zijn zetel heeft in een andere lid-staat dan de verzekeraar waarvoor de aangepaste solvabiliteit wordt berekend, bij de berekening met betrekking tot die verbonden verzekeraar rekening wordt gehouden met de solvabiliteit zoals die door de toezichthoudende autoriteit van die andere lid-staat wordt beoordeeld.
1.
Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteit overeenkomstig de in dit besluit gestelde regels van een in een herverzekeraar deelnemende verzekeraar wordt deze verbonden herverzekeraar voor die berekening beschouwd als een verbonden verzekeraar.
2.
De theoretisch vereiste solvabiliteitsmarge wordt berekend voor iedere verbonden herverzekeraar, overeenkomstig artikel 1, eerste lid, van het Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 1994. De Pensioen- & Verzekeringskamer kan toestaan dat de theoretisch vereiste solvabiliteitsmarge voor levensherverzekeraars wordt berekend op grond van het resultaat van de berekening, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van dat besluit.
Artikel 11
Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteit overeenkomstig de in dit besluit gestelde regels van een verzekeraar die door middel van een tussenliggende verzekeringsholding deelneemt in een verzekeraar als bedoeld in artikel 69a, onderdelen a tot en met c, wordt rekening gehouden met de positie van die tussenliggende verzekeringsholding. Voor deze berekening wordt deze tussenliggende verzekeringsholding beschouwd als een verzekeraar waarvoor een vereiste solvabiliteitsmarge gelijk aan nul geldt en waarop artikel 3 van het Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 1994 van toepassing is.
1.
Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteit overeenkomstig de in dit besluit gestelde regels van een deelnemende verzekeraar in een verzekeraar met zetel buiten de Unie, wordt deze laatste voor de berekening beschouwd als een verbonden verzekeraar.
2.
Indien de in het eerste lid bedoelde verzekeraar met zetel buiten de Unie bevoegd is het verzekeringsbedrijf uit te oefenen en beschikt over een solvabiliteitsmarge, die tenminste overeenkomt met de ingevolge artikel 68 van de wet vereiste solvabiliteitsmarge, kan de Pensioen- & Verzekeringskamer bepalen dat bij de berekening met betrekking tot die verzekeraar rekening wordt gehouden met de vereiste solvabiliteitsmarge en met de voor het nakomen van dat vereiste in aanmerking komende vermogensbestanddelen, als voorgeschreven door de betrokken staat buiten de Unie.
Artikel 13
Onverminderd artikel 10 kan de Pensioen- & Verzekeringskamer bij de berekening van de aangepaste solvabiliteit van een deelnemende verzekeraar in een herverzekeraar met zetel buiten de Unie en met inachtneming van artikel 12, tweede lid, bepalen dat bij de berekening met betrekking tot die herverzekeraar rekening wordt gehouden met het vereiste eigen vermogen en met de voor het nakomen van dat vereiste in aanmerking komende vermogensbestanddelen, als voorgeschreven door de betrokken staat buiten de Unie. Indien dergelijke bepalingen alleen gelden voor de verzekeraars met zetel in die staat, kan het theoretisch vereiste eigen vermogen van de verbonden herverzekeraar worden berekend alsof het gaat om een verbonden verzekeraar met zetel in die staat. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met de voor het nakomen van dat theoretisch vereiste in aanmerking komende vermogensbestanddelen.
Artikel 14
Indien de Pensioen- & Verzekeringskamer niet beschikt over de voor de berekening overeenkomstig dit besluit noodzakelijke informatie betreffende een verbonden onderneming, wordt de boekwaarde van deze onderneming bij de deelnemende verzekeraar in mindering gebracht op de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de berekening van de aangepaste solvabiliteit. In dat geval worden aan deze deelneming verbonden meerwaarden niet als vermogensbestanddeel dat in aanmerking mag worden genomen voor deze berekening aanvaard.
Artikel 15
Voor de berekening van de aangepaste solvabiliteit van een verzekeraar zijn de volgende berekeningsmethoden toegestaan.
METHODE 1 : Aftrek en aggregatie
De aangepaste solvabiliteit van de deelnemende verzekeraar is het verschil tussen:
1. de som van:
a. de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van de deelnemende verzekeraar, en
b. het proportionele deel van de deelnemende verzekeraar in de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van de verbonden verzekeraar; en
2. de som van:
Indien de deelneming in de verbonden verzekeraar geheel of ten dele bestaat uit een middellijk belang wordt in punt 2, onderdeel a, de waarde daarvan in de berekening betrokken met inachtneming van de desbetreffende opeenvolgende deelnemingen en worden in de punten 1, onderdeel b, en 2, onderdeel c, de proportionele delen van, onderscheidenlijk, de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van de verbonden verzekeraar en de vereiste solvabiliteitsmarge van die verzekeraar daarin begrepen.
METHODE 2: Aftrek van een vereiste
De aangepaste solvabiliteit van de deelnemende verzekeraar is het verschil tussen:
a. de boekwaarde van de verbonden verzekeraar bij de deelnemende verzekeraar, en
b. de vereiste solvabiliteitsmarge van de deelnemende verzekeraar, en
c. het proportionele deel van de vereiste solvabiliteitsmarge van de verbonden verzekeraar.
1. de som van de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van de deelnemende verzekeraar; en
2. de som van:
Voor de waardering van de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge worden deelnemingen vastgesteld op basis van de netto-vermogenswaarde, overeenkomstig artikel 389, tweede lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
METHODE 3: Methode op basis van consolidatie van jaarrekeningen
De aangepaste solvabiliteit van de deelnemende verzekeraar wordt berekend aan de hand van de geconsolideerde jaarrekeningen en is het verschil tussen:
de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge berekend op basis van de geconsolideerde gegevens, en
a. de vereiste solvabiliteitsmarge van de deelnemende verzekeraar, en
b. het proportionele deel van de vereiste solvabiliteitsmarge van de verbonden verzekeraar.
a. hetzij de som van de vereiste solvabiliteitsmarge van de deelnemende verzekeraar en het proportionele deel van de vereiste solvabiliteitsmarge van de verbonden verzekeraars zoals dat voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekeningen in aanmerking genomen is;
b. hetzij de vereiste solvabiliteitsmarge die op basis van de geconsolideerde gegevens berekend is.
Het Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 1994 is van toepassing op de bepaling van de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge en de berekening van de vereiste solvabiliteitsmarge op basis van de geconsolideerde gegevens.
1.
Verzekeraars als bedoeld in artikel 69c, tweede lid, van de wet berekenen de aangepaste solvabiliteit overeenkomstig de in dit besluit gestelde regels.
2.
De Pensioen- & Verzekeringskamer ziet erop toe dat de in dit besluit beschreven systematiek consistent wordt toegepast.
3.
De Pensioen- & Verzekeringskamer ziet erop toe dat de aangepaste solvabiliteit wordt berekend met dezelfde frequentie die geldt voor de berekening van de solvabiliteitsmarge, bedoeld in artikel 68 van de wet.
4.
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan overeenkomstig artikel 9, vierde lid, toestaan dat wordt afgezien van de berekening van de aangepaste solvabiliteit van een verzekeraar als bedoeld in het eerste lid.
5.
In het geval van opeenvolgende deelnemingen kan de Pensioen- & Verzekeringskamer toestaan dat de berekeningen van dit besluit slechts toegepast worden ten aanzien van de uiteindelijke moederonderneming van de verzekeraar die als verzekeringsholding, herverzekeraar of verzekeraar met zetel buiten de Unie is aan te merken.
1.
De Pensioen- & Verzekeringskamer ziet erop toe dat ten aanzien van een verzekeringsholding, een herverzekeraar of een verzekeraar met zetel buiten de Unie met een dochteronderneming die een verzekeraar is met zetel in Nederland soortgelijke berekeningen worden uitgevoerd als bedoeld in artikel 15 met inachtneming van de artikelen 2 tot en met 14.
2.
Voor deze berekeningen worden de in het eerste lid genoemde ondernemingen beschouwd als een verzekeraar waarvoor geldt:
a. een vereiste solvabiliteitsmarge gelijk aan nul indien het een verzekeringsholding betreft;
b. de theoretisch vereiste solvabiliteitsmarge, bedoeld in artikel 10, indien het een herverzekeraar betreft dan wel artikel 13, indien dit artikel van toepassing is;
c. de vereiste solvabiliteitsmarge berekend overeenkomstig artikel 12 indien het een verzekeraar met zetel buiten de Unie betreft.
3.
Voor deze ondernemingen gelden wat betreft de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge dezelfde voorwaarden als bedoeld in het Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 1994 .
Artikel 18
Bij het toezicht ingevolge dit hoofdstuk is artikel 14 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 19
Dit besluit treedt in werking met ingang van 5 juni 2000. De ingevolge dit besluit te berekenen aangepaste solvabiliteit wordt voor het eerst toegepast met betrekking tot het boekjaar dat op 1 januari 2001 of gedurende dat kalenderjaar begint.
Artikel 20
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanvullend toezicht verzekeraars in een verzekeringsgroep.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 26 april 2000
De Minister van Financiën,
Uitgegeven achttiende mei 2000
De Minister van Justitie,