Besluit van 27 augustus 2012, houdende regels inzake aanspraken van zeevarenden, arbeidsbemiddeling en terbeschikkingstelling van arbeidskrachten in de zeevaart en tot wijziging van het Arbeidstijdenbesluit en het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de implementatie van het Maritiem Arbeidsverdrag 2006 (Besluit aanspraken zeevarenden, arbeidsbemiddeling en terbeschikkingstelling van arbeidskrachten in de zeevaart)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 april 2012, nr. 12.000981, gedaan mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Gelet op de artikelen 719, 734d, 734e, 734g, 734i, 734j en 745 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, 4 en 12 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, 5:12, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet, en 16, zevende en negende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 mei 2012 nr. W.12.12.0138/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 augustus 2012, nr. IZ/IA/2012/12483, uitgebracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Samenloop loon en uitkering
Bij samenloop over eenzelfde tijdvak en ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid van loon als bedoeld in
artikel 734 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met een of meer uitkeringen op grond van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen , de
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen , dan wel met een uitkering of een inkomensvoorziening op grond van de
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten , wordt het loon slechts uitbetaald voor zover het de uitkering of inkomensvoorziening, verleend ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid, overtreft.
1.
De uitkering, bedoeld in
artikel 719, lid 2, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wordt in geval van verlies van de gehele uitrusting gesteld op het bedrag, dat voor de desbetreffende zeevarende, al naar gelang de groep waartoe hij behoort, in de bij dit besluit gevoegde
bijlage is vermeld.
2.
In geval van verlies van een gedeelte van de uitrusting, wordt het bedrag van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, gesteld op de geldswaarde van het verloren gegane deel van de uitrusting tot ten hoogste het krachtens het eerste lid bepaalde bedrag.
1.
Voor de zeevarende in de zeevisserij, die verplicht verzekerd is op grond van de
Ziektewet en wiens loon bestaat uit een aandeel in de vangst of de opbrengst daarvan, geldt voor de toepassing van de
artikelen 719, lid 3,
732,
734,
734b en
734l van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek als loon, berekend naar de tijdruimte van een maand, het bedrag, dat verkregen wordt door het voor hem geldende dagloon krachtens de Ziektewet te vermenigvuldigen met 313/12.
2.
Voor de zeevarende in de zeevisserij, die niet verplicht verzekerd is op grond van de
Ziektewet en wiens loon bestaat uit een aandeel in de vangst of de opbrengst daarvan, geldt voor de toepassing van de
artikelen 719, lid 3,
732,
734,
734d,
734f,
734h,
734j en
734l van het Burgerlijk Wetboek als loon, berekend naar de tijdruimte van een maand, het bedrag, dat verkregen wordt door het dagloon, dat voor hem krachtens de Ziektewet zou gelden, indien hij verplicht verzekerd zou zijn ingevolge die wet, te vermenigvuldigen met 313/12.
b.
pekelpuist aan de pols;
c.
mouwvreter door schuring van oliegoed;
d.
duidelijk waarneembare verwonding door openschuren van de huid;
e.
tendovaginitis crepitans van vinger- en duimstrekkers;
q.
leptospirosis icterohemorrhagica;
v.
afrikaanse slaapziekte.
2.
Een ziekte als bedoeld in het eerste lid, onder l tot en met v, wordt, tenzij het tegendeel blijkt, geacht verband te houden met de zee-arbeidsovereenkomst, indien zij zich openbaart binnen de hieronder genoemde termijn na het einde van de zee-arbeidsovereenkomst. Deze termijn is voor de ziekte:
a.
bedoeld onder l en v: veertien dagen;
b.
bedoeld onder m: een maand;
c.
bedoeld onder n: twee maanden;
d.
bedoeld onder o: drie maanden;
e.
bedoeld onder p: zestien dagen;
f.
bedoeld onder q: tien dagen;
g.
bedoeld onder r: zes dagen;
h.
bedoeld onder s en t: vijf dagen;
i.
bedoeld onder u: negentien dagen.
Op deze termijnen is de
Algemene termijnenwet niet van toepassing.
b)
indien de zeevarende, behorende tot het civiele dienstpersoneel, laatstelijk een functie vervulde waarbij voor het bepalen van het hem toekomende loon met het ontvangen van fooien of dergelijke prestaties van derden rekening is gehouden, met het bedrag aan fooien vastgesteld overeenkomstig het bepaalde krachtens
artikel 12 van de Wet op de loonbelasting 1964.
4.
Indien het derde lid van toepassing is blijven het eerste en tweede lid buiten toepassing.
Artikel 8. Andere loonbestanddelen
Het bedrag, bedoeld in
artikel 734j, tweede zin, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wordt vastgesteld op een bedrag per jaar, dat wordt verkregen door vermenigvuldiging met het getal 260 van het bedrag, bedoeld in
artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen met betrekking tot een loontijdvak van een dag, verminderd met de geldswaarde van andere loonbestanddelen als bedoeld in artikel 734j van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
1.
Degene die bemiddelt tussen werkgevers en werknemers bij het tot stand komen van een arbeidsovereenkomst dan wel een aanstelling tot ambtenaar en degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt dienen ten behoeve van de toezichthouder, bedoeld in
artikel 13 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, een register bij te houden van alle zeevarenden die via hen zijn bemiddeld, of ter beschikking zijn gesteld.
2.
Het register bevat minstens de volgende gegevens:
a.
naam (en voornamen)van de zeevarende;
b.
geboortedatum en geboorteplaats;
h.
naam van schip (afhankelijk van de staat van dienst).
Artikel 11. Verplichtingen
Degene die bemiddelt tussen werkgevers en werknemers bij het tot stand komen van een zee-arbeidsovereenkomst of een arbeidsovereenkomst dan wel een aanstelling tot ambtenaar en degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt dienen ervoor zorg te dragen dat:
a.
zeevarenden vóór of ten tijde van indiensttreding op de hoogte worden gebracht van hun rechten en verplichtingen ingevolge hun zee-arbeidsovereenkomst of arbeidsovereenkomst dan wel hun aanstelling tot ambtenaar;
b.
de nodige maatregelen getroffen worden opdat zeevarenden hun zee-arbeidsovereenkomst of arbeidsovereenkomst vóór en na de ondertekening kunnen bestuderen; en
c.
zeevarenden een ondertekend afschrift van hun zee-arbeidsovereenkomst of arbeidsovereenkomst dan wel een afschrift van hun aanstelling tot ambtenaar ontvangen.
b.
dat de zee-arbeidsovereenkomst of arbeidsovereenkomst dan wel een aanstelling tot ambtenaar in overeenstemming is met de wet- en regelgeving en collectieve arbeidsovereenkomsten die betrekking hebben op de zee-arbeidsovereenkomst of de arbeidsovereenkomst dan wel de aanstelling tot ambtenaar.
a.
het
Besluit aanspraken van schepelingen ;
b.
het
Besluit aanspraken van schepelingen, die niet verzekerd zijn ingevolge de Ziektewet ; en
Artikel 15. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende hoofdstukken of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 16. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanspraken zeevarenden, arbeidsbemiddeling en terbeschikkingstelling van arbeidskrachten in de zeevaart.
’s-Gravenhage, 27 augustus 2012
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de dertiende september 2012
De Minister van Veiligheid en Justitie,