Besluit van 30 november 1967, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 415, vierde lid, 416, eerste lid, onder 2°, 450aa, tweede lid, en 452h van het Wetboek van Koophandel
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, mede namens Onze Minister van Justitie, van 2 oktober 1967, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Directie Soc. Verz., Afd. A.Z., no. 59945;
Gelet op de artikelen 415, vierde lid, 416, eerste lid, onder 2°, 450 aa , tweede lid, en 452 h van het Wetboek van Koophandel;
De Raad van State gehoord (advies van 1 november 1967, Nr. 57);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, mede namens Onze Minister van Justitie, van 22 november 1967, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Directie Soc. Verz., Afdeling Algemene Zaken, no. 60732;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Bij samenloop over eenzelfde tijdvak en ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid van loon als bedoeld in
artikel 415, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel met een of meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op grond van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen , met een arbeidsongeschiktheidsuitkering of WGA-uitkering op grond van de
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen , danwel met een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een inkomensvoorziening op grond van de
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten , wordt het loon slechts uitbetaald voor zover het de arbeidsongeschiktheidsuitkering, WGA-uitkering of inkomensvoorziening, voor zover deze is verleend ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid, overtreft.
Artikel 2
Het maximumbedrag, bedoeld in
artikel 416, eerste lid, onder 2°, van het Wetboek van Koophandel , wordt vastgesteld op € 11 345.
Artikel 3
De uitkering ineens, bedoeld in artikel 450 aa , eerste lid, van het
Wetboek van Koophandel , wordt gesteld op het bedrag, dat voor de betreffende schepeling, al naar gelang de groep, waartoe hij behoort, in de bij dit besluit gevoegde bijlage is vermeld.
1.
Voor de schepeling ter zeevisserij, die verplicht verzekerd is ingevolge de
Ziektewet en wiens werkelijke loon afhankelijk is van de vangst of de opbrengst daarvan, geldt voor de toepassing van
artikel 415 van het Wetboek van Koophandel als loon, berekend naar de tijdruimte van een maand, het bedrag, dat verkregen wordt door het voor hem geldende dagloon krachtens de
Ziektewet te vermenigvuldigen met 313/12.
2.
Voor de schepeling ter zeevisserij, die niet verplicht verzekerd is ingevolge de
Ziektewet en wiens werkelijke loon afhankelijk is van de vangst of de opbrengst daarvan, geldt voor de toepassing van de
artikelen 415,
415 aen
415 g van het Wetboek van Koophandel als loon, berekend naar de tijdruimte van een maand, het bedrag, dat verkregen wordt door het dagloon, dat voor hem krachtens de
Ziektewet zou gelden, indien hij verplicht verzekerd zou zijn ingevolge die wet, te vermenigvuldigen met 313/12.
Artikel 6
Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit aanspraken van schepelingen.
Artikel 7
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die, waarop het in het Staatsblad wordt geplaatst en werkt terug tot 1 juli 1967.
Soestdijk, 30 november 1967
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
De Minister van Justitie,
Uitgegeven de negentiende december 1967.
De Minister van Justitie,