Beschikking verevening superheffing 1988
De minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende dat voor de heffingsperiode 1987/1988 toepassing kan worden gegeven aan artikel 4bis van de Verordening (EEG) nr. 857/84 van de Raad van 31 maart 1984, houdende algemene voorschriften voor de toepassing van de in artikel 5 quater van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde heffing in de sector melk en zuivelprodukten;
Gelet op de artikelen 13, 19 en 23 van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342);
Gehoord het Produktschap voor Zuivel en het Landbouwschap;
Artikel 1
Deze beschikking neemt over de begrippen van de Beschikking superheffing 1985 (Stcrt. 1985, 118).
Artikel 2
In geval een heffing als bedoeld in de artikelen 2, 3 of 4 van de Beschikking superheffing 1985 verschuldigd is voor de heffingsperiode 1987/1988, blijft inning overeenkomstig de bepalingen van onderhavige beschikking achterwege.
1.
Inning van de heffing blijft achterwege voor een overschrijding tot een hoeveelheid die overeenkomt met 1,25% van de heffingvrije hoeveelheid van de producent, met dien verstande dat in ieder geval inning achterwege blijft bij een overschrijding tot en met 1000 kg.
2.
De maximale hoeveelheid waarover op grond van het eerste lid inning achterwege blijft, bedraagt 5000 kg.
1.
Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Staatscourant.
2.
Zij kan worden aangehaald als ‘Beschikking verevening superheffing 1988’.
's-Gravenhage, 27 december 1988
De van Landbouw en Visserij ,