Beschikking vaststelling quota suiker en isoglucose 1981
De Minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende, dat het noodzakelijk is uitvoering te geven aan het bepaalde in artikel 24 van de Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1981, houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (Pb. EG 1981, nr. L 77);
Overwegende voorts dat het wenselijk blijkt gebruik te maken van de in het artikel 25 van de Verordening (EEG) nr. 1785/81 toegekende bevoegdheid;
Gelet op de Landbouwwet;
Gehoord het Landbouwschap,
1.
voor wat betreft witte suiker:
a.
voor de Coöperatie Cosun U.A. te Breda 431.250 ton als A-quotum en 112.597,779 ton als B-quotum;
b.
voor de CSM Suiker B.V. te Amsterdam 258.750 ton als A-quotum en 69.402,221 ton als B-quotum.
2.
voor wat betreft isoglucose:
voor Amylum Nederland B.V. te Koog aan de Zaan 7426 ton als A-quotum en 1749 ton als B-quotum.
3.
voor wat betreft inulinestroop:
voor de Sensus Operations C.V. te Roosendaal 65.994 ton suiker/isoglucose-equivalent als A-quotum en 15.542 ton suiker/isoglucose-equivalent als B-quotum.
1.
De Beschikking vaststelling basisquota suiker 1975 wordt ingetrokken.
2.
Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant en werkt terug tot 1 juli 1981; zij kan worden aangehaald als:
Beschikking vaststelling quota suiker en isoglucose 1981 .
's-Gravenhage, 6 augustus 1981
De van Landbouw en Visserij ,