Beschikking steunverlening voor de produktie van boekweit, kanariezaad en giers
De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Overwegende dat uitvoering moet worden gegeven aan artikel 10 ter van Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 inzake de verlening van steun voor de produktie van boekweit, kanariezaad en gierst (PbEG nr. L 281) en aan de ter uitvoering daarvan vastgestelde Verordening (EEG) nr. 1345/90 van de Raad van 14 mei 1990 (PbEG nr. L 134) en Verordening (EEG) nr. 2689/90 van de Commissie van 19 september 1990 (PbEG nr. L 256);
Gelet op de artikelen 15, 19 en 27 van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342);
Gehoord het Landbouwschap en het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten;
Artikel 1
In deze beschikking wordt verstaan onder:
a.
minister:
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
b.
basisverordening:
Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 oktober 1975, houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PbEG nr. L 281);
c.
raadsverordening:
Verordening (EEG) nr. 1345/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 mei 1990 tot vaststelling van de produktiesteun voor bepaalde granen die in het verkoopseizoen 1990/1991 worden ingezaaid (PbEG nr. L 134);
d.
commissieverordening:
Verordening (EEG) nr. 2689/90 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 september 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de produktiesteunregeling voor sommige graansoorten (PbEG nr. L 256);
e.
producent:
natuurlijke persoon of rechtspersoon dan wel een samenwerkingsverband van natuurlijke of rechtspersonen;
f.
graansoorten:
voor vermeerdering en/of verwerking en voor humane en dierlijke consumptiedoeleinden bestemd boekweit, kanariezaad en gierst;
g.
zaaizaadrassen:
zaadrassen bestemd voor de produktie van de graansoorten;
h.
teeltcontract:
een schriftelijke overeenkomst waarin de producent zich verbindt een bepaalde oppervlakte met één of meer graansoorten in te zaaien en te betelen en de oogst van deze graansoorten aan een met name genoemde koper te leveren;
i.
koper:
elke afnemer aan wie op basis van een met hem gesloten teeltcontract een graansoort dan wel graansoorten worden geleverd;
j.
landbouwbedrijf:
het geheel van produktie-eenheden in Nederland, bestaande uit één of meer gebouwen of gedeelten daarvan en daarbij behorende landbouwgrond, uitsluitend of onder meer dienende tot de uitoefening van de landbouw;
k.
verkoopseizoen:
periode van 1 juli van een kalenderjaar tot en met 30 juni van het daarop volgende kalenderjaar;
l.
directeur:
directeur van de Directie Uitvoering Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
m.
directeur LNO:
directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
n.
districtsbureauhouder:
districtsbureauhouder van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in wiens werkgebied het grootste gedeelte dan wel het gehele landbouwbedrijf van de producent is gelegen.
Artikel 2
Overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening, de raadsverordening en de commissieverordening kan jaarlijks aan producenten terzake van de produktie van graansoorten op hun verzoek steun worden verleend met inachtneming van de volgende voorwaarden.
1.
De steun wordt slechts verleend indien:
a.
de producent voorafgaand aan het indienen in een aanvraag een teeltcontract heeft gesloten;
b.
ten aanzien van de ingezaaide oppervlakte alle normale teeltwerkzaamheden worden verricht;
c.
de producent de oogst van de ingezaaide oppervlakte aan de koper heeft geleverd.
2.
De in het teeltcontract overeengekomen in te zaaien en op het aanvraagformulier op te geven oppervlakte dient ten minste één hectare te bedragen.
3.
De steun wordt per verkoopseizoen voor maximaal 10 hectaren per landbouwbedrijf verleend.
4.
De in het eerste lid bedoelde steun komt ten laste van het Landbouw-Egalisatiefonds, afdeling B.
1.
Een aanvraag voor de steun moet door de producent na het inzaaien van de oppervlakte en uiterlijk op 31 mei van het verkoopseizoen waarop de aanvraag betrekking heeft, op een door de directeur vastgesteld formulier worden ingediend.
2.
De districtsbureauhouder is belast met het uitreiken en in ontvangst nemen van de aanvraagformulieren en de daarbij behorende bescheiden.
3.
Door het indienen van het aanvraagformulier verplicht de aanvrager zich tot nakoming van de daarin gestelde voorwaarden en verplichtingen.
1.
De aanvraag bevat de volgende gegevens:
a.
de naam voornamen en het adres van de aanvrager;
b.
een opgave van de totale met de zaden van de graansoorten ingezaaide oppervlakte, uitgedrukt in hectaren en aren;
c.
de gebruikte zaaizaadrassen.
2.
De ingezaaide oppervlakte moet op het aanvraagformulier met kadastrale gegevens worden omschreven dan wel door middel van een bij het aanvraagformulier te voegen en naar het oordeel van de districtsbureauhouder eenduidige situatieschets of omschrijving worden aangeduid.
3.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een teeltcontract.
4.
De aanvraag wordt niet in behandeling genomen indien de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde gegevens en bescheiden niet zijn verstrekt.
1.
Indien op enig moment blijkt dat de producent:
a.
de verplichtingen voortvloeiende uit zijn aanvraag geheel of gedeeltelijk niet is nagekomen, dan wel
b.
op het aanvraagformulier onjuiste gegevens heeft verstrekt, wordt, onverminderd het bepaalde in het tweede lid, voor die aanvraag geen steun toegekend dan wel wordt de beslissing houdende toekenning van steun ingetrokken en zal de reeds uitbetaalde steun worden teruggevorderd.
2.
Indien bij controle ter plaatse blijkt dat de op het aanvraagformulier opgegeven ingezaaide oppervlakte niet meer dan 10% en niet meer dan één hectare groter is dan de opgemeten oppervlakte, wordt de steun berekend over de opgemeten oppervlakte verminderd met het geconstateerde verschil.
3.
Indien het verschil tussen de op het aanvraagformulier opgegeven ingezaaide oppervlakte en de opgemeten oppervlakte groter is dan het in het tweede lid vermelde verschil, wordt de aanvraag voor het verkoopseizoen waarop de aanvraag betrekking heeft, afgewezen en wordt de aanvrager voor het daarop volgende verkoopseizoen van deelname aan de beschikking uitgesloten.
4.
Indien een van te voren aangekondigde controle ter plaatse door toedoen van de aanvrager niet kan worden uitgevoerd, wordt de aanvraag voor het verkoopseizoen waarop de aanvraag betrekking heeft afgewezen en wordt de aanvrager voor het daarop volgende verkoopseizoen van deelname aan de beschikking uitgesloten.
5.
Het vierde lid is niet van toepassing indien de aanvrager binnen tien dagen nadat het aangekondigde controlebezoek had moeten plaatsvinden, schriftelijk met daartoe strekkende bewijsstukken ten genoegen van de directeur LNO aantoont dat het niet kunnen uitvoeren van een controle ter plaatse het gevolg is van overmacht.
1.
De directeur LNO is met de uitvoering van deze beschikking belast en beslist namens de minister op de aanvraag nadat de op het aanvraagformulier vermelde gegevens zijn geverifieerd.
2.
Van de beslissing wordt de aanvrager in kennis gesteld.
3.
Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen, wordt de beslissing met redenen omkleed.
1.
Het recht op steun ontstaat eerst nadat de aanvrager bij de districtsbureauhouder bewijs heeft ingediend dat de oogst van de ingezaaide oppervlakte aan de koper is geleverd.
2.
Het bewijs bedoeld in het eerste lid dient uiterlijk op 31 maart na afloop van het verkoopseizoen waarop de aanvraag betrekking heeft, te worden ingediend.
1.
De directeur LNO draagt zorg voor de berekening en de uitbetaling van het steunbedrag.
2.
Het steunbedrag wordt op basis van de ingezaaide en geoogste oppervlakte vastgesteld.
3.
Het steunbedrag wordt uitbetaald voor 30 april na afloop van het verkoopseizoen uit hoofde waarvan de steun wordt toegekend.
1.
Met inachtneming van het bepaalde in
artikel 6 worden ten onrechte betaalde bedragen door de directeur LNO teruggevorderd.
2.
De producent is verplicht op eerste vordering van de directeur LNO, zonder dat ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist, het betrokken bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf het tijdstip van uitbetaling tot het tijdstip waarop het betrokken bedrag door de directeur LNO is ontvangen, terug te betalen.
1.
De producent is verplicht om alle in het kader van deze beschikking benodigde gegevens volledig en naar waarheid te verstekken.
2.
De producent is verplicht alle ter zake van die gegevens gewenste nadere inlichtingen terstond en naar waarheid aan de met de uitvoering van en controle op deze beschikking belaste ambtenaren te verstrekken.
1.
Tegen de beschikking van de directeur LNO genomen op grond van
artikel 7 en
artikel 10 kan de natuurlijke of rechtspersoon, die door die beslissing rechtstreeks in zijn belang is getroffen, een bezwaarschrift indienen bij de minister.
2.
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt 30 dagen.
3.
De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop de beschikking van de directeur LNO is verzonden of uitgereikt.
4.
Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift blijft niet-ontvankelijkheid op die grond achterwege indien de betrokkene aantoont dat hij het geschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden.
5.
Het bezwaar schorst niet de werking van de beschikking van de directeur LNO waartegen het gericht is.
6.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:
a.
naam en adres van de indiener;
b.
dagtekening van het bezwaarschrift;
c.
een omschrijving met vermelding van kenmerk en datum van de beschikking waartegen het bezwaar zich richt, zo mogelijk door medezending van een kopie van de beschikking;
k. de gronden van het bezwaar.
7.
Indien niet is voldaan aan het bepaalde in het zesde lid kan het bezwaarschrift niet-ontvankelijk worden verklaard mits de indiener de gelegenheid heeft gehad binnen een door of vanwege de minister gestelde termijn het verzuim te herstellen.
1.
Zij treedt in werking met ingang van de dag van haar publikatie in de Staatscourant.
2.
Deze beschikking kan worden aangehaald als: Beschikking steunverlening voor de produktie van boekweit, kanariezaad en giers.
's-Gravenhage, 26 april 1991
De van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ,