Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen 1988
De minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1097/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen (Pb EG nr. L 110) tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2727/75, houdende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen het stelsel van de medeverantwoordelijkheidsheffing granen, is gewijzigd; dat derhalve nieuwe regelingen moeten worden vastgesteld;
Gelet op de artikelen 13, 19, 23, 27 en 28 van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342) en op de artikelen 5 en 6 van het In en Uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980 (Stb. 758);
Gehoord het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten en het Landbouwschap;
Artikel 1
Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder:de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij:
minister van Landbouw en Visserij;hoofdproduktschap:
Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten;EG-verordeningen:
artikelen 4 en 4 ter van
Verordening (EEG) nr. 2727/75, zoals vastgesteld bij
Verordening (EEG) nr. 1097/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 april 1988 (Pb. EG nr. 110/7) en de door de Raad of de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter uitvoering daarvan vastgestelde verordeningen;granen:
granen, bedoeld in artikel 1, onderdelen a en b van
Verordening (EEG) nr. 2727/75 (Pb. EG L 131), al dan niet in verwerkte vorm;interventiebureau:
de minister, alsmede het interventieorgaan aangewezen in enige andere lid-staat;lid-staat:
staat, niet zijnde Nederland, die als lid deel uitmaakt van de Europese Gemeenschappen;derde land:
land, dat geen lid is van de Europese Gemeenschappen;producent:
teler van granen;koper:
degene die granen koopt, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van
Verordening (EEG) nr. 1432/88;verkoopseizoen:
periode aanvangend op 1 juli van ieder jaar en eindigend op 30 juni van het daaropvolgend jaar;landbouwbedrijf:
een onderneming waar bedrijfsmatig de landbouw wordt uitgeoefend.
1.
De producent is ter zake van de levering van granen aan een koper alsmede ter zake van de uitvoer van granen naar een andere lid-staat, niet zijnde België of Luxemburg, danwel naar een derde land, een heffing alsmede een extra-heffing verschuldigd.
2.
Het bedrag van de heffing alsmede de extra-heffing wordt vastgesteld met inachtneming van de grondslagen en hetgeen overigens te dier zake in de EG-verordeningen is bepaald.
3.
De heffing alsmede de extra-heffing is niet verschuldigd voor een bedrag ter grootte van het bedrag, dat de koper ter zake van de betrokken levering ingevolge artikel 4 aan heffing alsmede extra-heffing is verschuldigd en afdraagt en dat hij op de koopprijs in mindering brengt .
1.
De koper is ter zake van de levering van granen aan hem een heffing alsmede een extra-heffing verschuldigd. De eerste zin is niet van toepassing, indien de koper aantoont dat ter zake van die betrokken levering de heffing alsmede de extra-heffing is betaald.
2.
Artikel 2, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4
De koper is, met het oog op de inning en de afdracht van heffingen als bedoeld in artikel 2, een heffing alsmede een extra-heffing verschuldigd ter zake van de levering van granen aan hem.
1.
De koper alsmede de producent die granen in de vorm van verwerkte produkten verkoopt of die granen uitvoert naar een andere lid-staat, niet zijnde België of Luxemburg, dan wel naar een derde land, doen aangifte van de grondslagen en al hetgeen overigens ingevolge de EG-verordeningen of het bij of krachtens deze beschikking bepaalde nodig is voor de vaststelling van die heffingen.
2.
De in het eerste lid bedoelde aangifte dient in ieder geval per transactie onder vermelding van naam en adres van de producent die de granen heeft geleverd te worden gespecificeerd.
1.
Ter zake van de levering van granen bestemd voor zaaidoeleinden die overeenkomstig
Richtlijn 66/402/EEG (Pb. EG L 125 rectificatie L 229) van de Raad van de Europese Gemeenschappen worden gecertificeerd en als zaaigoed worden verkocht, is de heffing alsmede de extra-heffing als bedoeld in de artikellen 2 tot en met 4 niet verschuldigd voor een door toepassing van een coëfficiënt te bepalen forfaitaire hoeveelheid.
2.
Het hoofdproduktschap stelt voor de aanvang van ieder verkoopseizoen de in het eerste lid bedoelde coëfficient vast per graansoort op basis van de verhouding tussen de hoeveelheid gecertificeerd zaaigoed die is verkocht en de hoeveelheid die op basis van een vermeerderingscontract is gekocht.
3.
Ter zake van de verkoop door de producent van gehakselde maiskolven, die geoogst zijn met het oog op het inkuilen daarvan op een landbouwbedrijf, is de heffing alsmede de extra-heffing als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4 niet verschuldigd.
1.
Het hoofdproduktschap is belast met de vaststelling en de inning van de heffing alsmede de extra-heffing als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4. De aangifte als bedoeld in artikel 5 wordt bij het hoofdproduktschap gedaan.
2.
Bij verkoop voor interventie door een producent wordt de heffing alsmede de extra-heffing geïnd bij de betaling van de aankoopprijs door het interventiebureau. De in het eerste lid bedoelde aangifte behoeft in dit geval niet te worden gedaan.
3.
Het hoofdproduktschap regelt, met inachtneming van de EG-verordeningen en, zo nodig, de aanwijzingen van de minister, al hetgeen overigens voor een goede uitvoering van deze beschikking is vereist.
4.
De geïnde heffingen vormen onderdeel van de afdeling B van het Landbouw-Egalisatiefonds.
1.
De koper die op grond van de artikelen 3 en 4 een heffing alsmede een extra-heffing is verschuldigd, is belast met de terugbetaling van het verschil tussen de betaalde extra-heffing en de tijdens of na afloop van het verkoopseizoen door de EG definitief vastgestelde verschuldigde extra-heffing aan de producent die de granen aan hem heeft geleverd.
2.
Deze terugbetaling dient binnen de in de EG-verschuldigde ter zake gestelde termijn te worden verricht. De terugbetaling geschiedt aan de hand van de landbouwomrekeningskoers die op het moment van de inning van de extra-heffing gold.
3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het Hoofdproduktschap belast met de terugbetaling in het verkoopseizoen 1988/1989, voor wat betreft de over de maanden juli en augustus geïnde extra-heffingen, aan de producenten. Het bepaalde in
artikel 7, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Het Hoofdproduktschap is belast met de terugbetaling, als bedoeld in het eerste lid, aan producenten, die op grond van artikel 2 een heffing verschuldigd zijn. Het bepaalde in
artikel 7, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
1.
Degene die ingevolge de artikelen 2 tot en met 4 een heffing als mede een extra-heffing verschuldigd is of kan worden, is verplicht aan het hoofdproduktschap, dan wel aan ieder ander, die belast is met de uitvoering van de EG-verordeningen of deze beschikking, desgevraagd binnen de daarvoor gestelde termijn, zonder voorbehoud en naar waarheid die inlichtingen te verstrekken, welke naar diens oordeel nodig zijn voor de vaststelling en de inning van de heffingen dan wel de terugbetaling van de extra-heffing.
2.
Degene die ingevolge de artikelen 2 tot en met 4 een heffing alsmede een extra-heffing is verschuldigd of kan worden, is verplicht van alles wat zijn onderneming of bedrijf betreft op zodanige wijze aantekening te houden, dat daaruit te allen tijde de produktie, de voorraad, de geleverde hoeveelheden, de ingeval van verkoop van granen in verwerkte vorm gebruikte hoeveelheden onverwerkte granen de leveringsdata, naam en adres van de leveranciers alsmede de op een en ander betrekking hebbende financiële gegevens kunnen worden gekend, en zodanige aantekeningen en gegevens gedurende ten minste drie jaren te bewaren.
3.
De koper is verplicht de ter zake van de inning van de heffingen op de koopprijs in mindering gebrachte heffingen op de aan de koop ten grondslag liggende facturen te verantwoorden.
4.
De koper die op grond van artikel 8 belast is met de in dat artikel bedoelde terugbetaling dient een lijst, met vermelding van naam, adres en woonplaats van de producenten die granen aan hem hebben geleverd, van de verrichte terugbetalingen bij te houden en deze ter beschikking te houden van het Hoofdproduktschap, dan wel van ieder ander, die belast is met de uitvoering van dse EG-Verordeningen en deze beschikking.
Artikel 10
De Beschikking medeverantwoordelijkheidheffing granen (Stcrt. 1986, 123) wordt ingetrokken.
1.
Ter zake van granen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beschikking reeds zijn verkocht en waarover nog geen heffing verschuldigd op grond van de Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen is afgedragen, is de heffing verschuldigd, die op 30 juni 1988 van toepassing is.
2.
Ter zake van granen, die
a.
voor 1 juli 1988 uit andere lid-staten, met uitzondering van Portugal, zijn uitgevoerd dan wel waarvoor het document tot staving van hun communautaire karakter overeenkomstig de EG-verordeningen wordt overgelegd en
b.
na 1 juli 1988 ten verbruike worden aangegeven,
is de heffing verschuldigd, die op 30 juni 1988 van toepassing is.
3.
Het hoofdproduktschap is belast met de vaststelling en de inning van de over de in het eerste en tweede lid bedoelde granen verschuldigde heffing. De aangifte van deze hoeveelheden granen wordt bij het hoofdproduktschap gedaan.
1.
Deze beschikking wordt bekend gemaakt in de Staatscourant en treedt in werking met ingang van 1 juli 1988.
2.
Zij kan worden aangehaald als ‘Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen 1988’.
's-Gravenhage, 29 juni 1988
De van Landbouw en Visserij ,