Beschikking landbouwtelling 1989
De minister van Landbouw en Visserij,
Gelet op de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342);
Gehoord het Landbouwschap;
Artikel 1
In deze beschikking wordt verstaan onder:
a.
voedselcommissaris:
de provinciale voedselcommissaris;
b.
opgaveplichtige:
degene, die anders dan in het kader van de teelt van griendhout, riet en biezen, in de landbouw zijn hoofdbestaan of een gedeelte van zijn bestaan vindt, voor zover hem een beschrijvingsbiljet, als bedoeld in
artikel 3, eerste lid, is uitgereikt of is verzonden.
1.
Voor de telling als bedoeld in
artikel 2 wordt een beschrijvingsbiljet of worden meerdere biljetten, waarvan de modellen als bijlagen bij deze beschikking zijn gevoegd, uitgereikt of verzonden door of vanwege de voedselcommissaris.
2.
De opgaveplichtige dient het beschrijvingsbiljet of de beschrijvingsbiljetten in te vullen naar de toestand op de datum van ondertekening, tenzij op de biljetten anders is aangegeven, en daarbij de overige op de biljetten gestelde aanwijzingen in acht te nemen en de aldus ingevulde en ondertekende biljetten binnen vijf dagen nadat deze aan hem zijn uitgereikt of verzonden in te leveren bij de districtsbureauhouder van het Ministerie van Landbouw en Visserij in de provincie waarin de opgaveplichtige woonachtig is.
1.
Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Staatscourant.
2.
Zij kan worden aangehaald als:
Beschikking landbouwtelling 1989 .
's-Gravenhage, 28 maart 1989
De van Landbouw en Visserij ,