Beschikking ex artikel 7 Interimwet A.W.W.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Gelet op artikel 7, vierde lid, van de wet van 9 april 1959, Stb. 140, houdende een interimregeling inzake beperking van samenloop van pensioenen en uitkeringen ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet met renten en uitkeringen ingevolge de Ongevallenwetten, bijslagen op die renten en uitkeringen en toeslagen op renten krachtens de Invaliditeitswet,
Artikel 1
De door de Sociale Verzekeringsbank, en het Landelijk instituut sociale verzekeringen ingevolge de wet van 9 april 1959, Stb. 140, houdende een interimregeling inzake beperking van samenloop van pensioenen en uitkeringen ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet met renten en uitkeringen ingevolge de Ongevallenwetten, bijslagen op die renten en uitkeringen en toeslagen op renten krachtens de Invaliditeitswet, niet uitbetaalde bedragen der renten en uitkeringen, alsmede de in
artikel 4, tweede lid, van de beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 2 september 1959, nr. 3600, bedoelde interest, worden per en op de liquidatiedatum overgedragen aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds, als bedoeld in hoofdstuk III, par. 2, van de
Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering .
1.
De in artikel 1 bedoelde overdracht geschiedt in de vorm van contanten.
2.
In afwijking van het eerste lid, kan, indien daaromtrent overeenstemming wordt bereikt tussen het Arbeidsongeschiktheidsfonds en een instelling, genoemd in artikel 1, de overdracht door die instelling plaatsvinden in de vorm van ter beurze genoteerde obligaties en pandbrieven, onderhandse leningen dan wel schatkistpapier.
Artikel 3
De beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 2 september 1959, nr. 3600, wordt ingetrokken.
Artikel 4
Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 juli 1967.
's-Gravenhage, 26 juni 1967