{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Beschikking consignatie van gelden

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Beschikking consignatie van gelden
De Minister van Financiën, voor zoveel nodig in overeenstemming met de Minister van Justitie;
Gelet op de artikelen 3, 4, 6, tweede lid, 7, tweede lid, 9, zevende lid, 10, derde lid en 11, derde lid, van de Wet op de consignatie van gelden;
Besluit:
Vast te stellen de navolgende beschikking Consignatie van gelden, met één bijlage.
Beschikking consignatie van gelden
Artikel 1
In deze beschikking wordt verstaan onder wet: de wet van 27 augustus 1980, Staatsblad 473 ( Wet op de consignatie van gelden ).
Artikel 2
Als rekening als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de wet, wordt aangewezen de rekening, nr. 552770 van het Ministerie van Financiën bij de Postbank.
Artikel 3
Als ambtenar bedoeld in artikel 4 van de wet, wordt aangewezen de Directeur van de Centrale Directie Financieel Economische Zaken van het Ministerie van Financiën.
Artikel 4
Het model van het bewijs van consignatie, bedoeld in artikel 6 van de wet wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 1 van deze beschikking.
1.
De bekendmakingen bedoeld in artikel 7, eerste lid, en artikel 10, derde lid, van de wet vinden plaats in de loop van de maand februari.
2.
De in artikel 11, eerste lid, van de wet alsmede de in het vorige lid bedoelde bekendmakingen bevatten:
a. een opgaaf van de dagtekeningen van de consignaties;
b. een opgaaf van de ambtenaren bij wie de in artikel 6, eerste lid, van de wet bedoelde bescheiden worden bewaard;
c. een opgaaf van de personen door of namens wie de gelden ter consignatie zijn aangeboden;
d. waar mogelijk een opgaaf van de rechtsgrond van de consignatie.
3.
Aan de bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant zal nadere bekendmaking worden gegeven door middel van een publikatie in de dagbladen.
1.
Het schriftelijke verzoek, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet wordt ingediend bij de in artikel 3 bedoelde Directeur of indien het verzoek uitkering betreft van voor 1 januari 1993 geconsigneerde gelden bij de Directeur van de Belastingdienst/Directie Particulieren te Utrecht en bevat de volgende gegevens;
a. de naam van de verzoeker;
b. diens woonplaats of plaats van vestiging en zijn adres;
c. een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de consignatie waarop het verzoek betrekking heeft.
2.
Indien de aanvrager ter staving van zijn verzoek een beroep doet op een akte of een voor (voorlopige) tenuitvoerlegging vatbare rechterlijke uitspraak waarbij tot de uitkering machtiging is verleend moet hij een authentiek afschrift van die akte of van die uitspraak overleggen. Indien de rechterlijke uitspraak nog niet in kracht van gewijsde is gegaan en niet voor voorlopige tenuitvoerlegging vatbaar is, kan de in artikel 432 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde verklaring van de griffier worden overgelegd, mits acht dagen zijn verlopen nadat de in dat artikel bedoelde betekening heeft plaats gehad.
3.
Curators in faillissementen moeten de in artikel 103 van de Faillissementswet bedoelde, door de Rechter-Commissaris voor gezien getekende, stukken overleggen.
Artikel 7
De in artikel 3 bedoelde Directeur onderscheidenlijk de Directeur van de Belastingdienst/Directie Particulieren, bedoeld in artikel 6, gaat slechts tot uitkering over nadat hen is gebleken dat de verzoeker tot de door hem verzochte uitkering gerechtigd is.
's-Gravenhage, 26 januari 1981
De
Minister