Beperkende bepalingen openbaarheid archiefbescheiden
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 15, eerste lid, onder a van de Archiefwet 1995 en artikel 10 van het Archiefbesluit 1995;
Artikel 1
Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt aan de openbaarheid van de naar het Algemeen Rijksarchief overgebrachte archiefbescheiden van de archieven van de Centrale Dienst voor Sibbekunde van het Departement van Binnenlandse Zaken 1941-1944, de volgende beperking gesteld:
1.
De openbaarheid van de inventaris van het archief is beperkt tot en met 31 december 2019; in de studiezaal van het Algemeen Rijksarchief wordt van deze inventaris een versie zonder bijlagen geplaatst; op specifieke personen gerichte vragen moeten door de onderzoeker worden voorgelegd aan de studiezaalbeambten;
2.
De directeur van het Algemeen Rijksarchief bereidt de beschikbaarstelling van de dossiers voor; indien blijkt dat een dossier dat ter inzage is gevraagd gegevens van derden bevat is het vierde lid, onderdeel c van toepassing;
3.
Raadpleging van bescheiden die betrekking hebben op nog levende personen, zoals vermeld in de inventarisnummers 11-92, is slechts mogelijk na ondertekening door de onderzoeker van het door het Algemeen Rijksarchief gehanteerde Formulier voor toestemming tot raadpleging van niet-openbare archieven; een exemplaar van dit formulier is als
bijlage bij dit besluit gevoegd;
4.
Het formulier, bedoeld in het derde lid, kan achterwege blijven indien:
a.
de onderzoeker inzage vraagt in een dossier dat betrekking heeft op hemzelf;
b.
de onderzoeker kan aantonen dat de persoon in wiens dossier hij inzage wil hebben is overleden;
c.
de onderzoeker een verklaring kan overleggen, waaruit blijkt dat de persoon op wie een dossier betrekking heeft, toestemming geeft voor inzage;
d.
er in de gevraagde dossiers geen namen van nog levende personen voorkomen;
5.
Het formulier, bedoeld in het derde lid, blijft achterwege indien een periode van 75 jaar na afsluiting van het betrokken dossier is verstreken.
Artikel 2
De directeur van het Algemeen Rijksarchief verplicht zich de archiefbescheiden in goede staat te bewaren of te doen bewaren, overeenkomstig het bij of krachtens de
Archiefwet 1995 bepaalde.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd.