Benoeming leden en adviserende leden herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
De Minister van Landbouw en Visserij en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694);
Handelende in overeenstemming met de Ministers van Binnenlandse Zaken, van Verkeer en Waterstaat, van Economische Zaken en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk;
Gehoord Gedeputeerde Staten van Groningen en van Drenthe.
Artikel 1
De herinrichtingscommissie, genoemd in
artikel 4, eerste lid, van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën , (Stb. 1977, 694), bestaat uit 31 leden, te weten.
a.
de Commissaris der Koningin in de provincie Groningen, tevens voorzitter;
b.
de Commissaris der Koningin in de provincie Drenthe, tevens vice-voorzitter;
c.
twee leden van Gedeputeerde Staten van Groningen, aan te wijzen door Gedeputeerde Staten uit hun midden;
d.
twee leden van Gedeputeerde Staten van Drenthe, aan te wijzen door Gedeputeerde Staten uit hun midden;
e.
een lid, aan te wijzen door de Regioraad Oost-Groningen;
f.
een lid, aan te wijzen door de gemeente Groningen;
g.
vier leden, aan te wijzen door de in het Groningse gedeelte van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, bedoeld in
artikel 1 van de wet, gelegen gemeenten gezamenlijk;
h.
vier leden, aan te wijzen door de in het Drentse gedeelte van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, bedoeld in
artikel 1 van de wet, gelegen gemeenten gezamenlijk;
i.
een lid, aan te wijzen door de in het Groningse gedeelte van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, bedoeld in
artikel 1 van de wet, gelegen waterschappen gezamenlijk;
j.
een lid, aan te wijzen door de in het Drentse gedeelte van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, bedoeld in
artikel 1 van de wet, gelegen waterschappen gezamenlijk;
k.
zes leden, aan te wijzen door de Groningse en Drentse landbouworganisaties gezamenlijk;
l.
twee leden, aan te wijzen door de Groningse en Drentse organisaties van agrarische werknemers gezamenlijk;
m.
een lid, aan te wijzen door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Veenkoloniën en Oost-Groningen;
n.
een lid, aan te wijzen door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Drenthe;
o.
een lid, aan te wijzen door de Milieufederatie Groningen;
p.
een lid, aan te wijzen door de Milieuraad Drenthe;
q.
een lid, aan te wijzen door de Stichting Opbouw Drenthe.
Artikel 2
De in
artikel 1 bedoelde herinrichtingscommissie bestaat tevens uit 29 adviserende leden, te weten:
a.
de hoofdingenieur-directeur voor Landinrichting, Grond- en Bosbeheer in de provincie Groningen;
b.
de hoofdingenieur-directeur voor Landinrichting, Grond- en Bosbeheer in de provincie Drenthe;
c.
de hoofdingenieur-directeur voor de Bedrijfsontwikkeling in de provincie Groningen;
d.
de hoofdingenieur-directeur voor de Bedrijfsontwikkeling in de provincie Drenthe;
e.
de Natuurbeschermingsconsulent van het Staatsbosbeheer in de provincie Groningen;
f.
de Natuurbeschermingsconsulent van het Staatsbosbeheer in de provincie Drenthe;
g.
de directeur van het Kadaster en de Openbare Registers in de provincie Groningen;
h.
de directeur van het Kadaster en de Openbare Registers in de provincie Drenthe;
i.
de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de provincie Groningen;
j.
de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de provincie Drenthe;
k.
de regionale inspecteur van de Geneeskundige Inspectie van de Volksgezondheid van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid voor de provincies Groningen en Drenthe;
l.
de directeur Regionale Economische Politiek van het Ministerie van Economische Zaken;
m.
de Rijksconsulent voor handel, ambachten en diensten in de provincie Groningen;
n.
de Rijksconsulent voor handel, ambachten en diensten in de provincie Drenthe;
o.
het hoofd van het Bureau Landelijk Contact van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in de provincie Groningen;
p.
het hoofd van het Bureau Landelijk Contact van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in de provincie Drenthe;
q.
de consulent voor de Openluchtrecreatie voor het Ressort Noord (Groningen, Friesland en Drenthe);
r.
de directeur van de Stichting Economisch-Technologisch Instituut voor Groningen;
s.
de directeur van de Stichting Drents Economisch-Technologisch Instituut;
t.
de griffier der Staten van Groningen;
u.
de griffier der Staten van Drenthe;
v.
de directeur van de Provinciale Planologische Dienst van Groningen;
w.
de directeur van de Provinciale Planologische Dienst van Drenthe;
x.
de hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Waterstaat van Groningen;
y.
de hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Waterstaat van Drenthe.
's-Gravenhage, 2 januari 1979