De Raad van bestuur van de Centrale organisatie Werk en Inkomen,
Gelet op artikel 21a Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, en de artikelen 3 en 4 van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken;
a.
de reeds bij UWV geregistreerde gegevens;
b.
de door de aanvrager verstrekte gegevens;
c.
de door of namens UWV bij derden, waaronder de behandelend artsen en/of psychologen, opgevraagde gegevens;
2.
Indien uit de beschikbare gegevens als bedoeld in het vorige artikellid, onduidelijk is of de aanvrager behoort tot de doelgroep, vraagt UWV – al dan niet in multidisciplinair verband – medisch, psychologisch en/of arbeids(des)kundig advies.
3.
In de in het vorige lid bedoelde deskundigheid wordt voorzien door deskundigen die in dienst zijn van UWV of door deskundigen die door UWV op grond van een raamovereenkomst van een derde worden ingehuurd.
4.
De deskundigen, bedoeld in het derde lid, voldoen aan de volgende opleidings- en ervaringseisen:
a.
een arbeidsdeskundige is in het bezit van een getuigschrift arbeidsdeskundige van een op grond van de
Wet op het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek erkende instelling en beschikt over kennis en ervaring in de proces- en arbeodsanalyse;
b.
een arts is ingeschreven in het register van sociaal geneeskundigen, tak arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, dan wel tak verzekeringsgeneeskunde of het register sociale geneeskunde, hoofdstroom arbeid en gezondheid, van de Sociaal-Geneeskundige Registratiecommissie van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst;
c.
een psycholoog staat ingeschreven als Psycholoog NIP in het register van het Nederlands Instituut van Psychologen, dan wel als gezondheidszorgpsycholoog in het register, bedoeld in
artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg , en beschikt over kennis en ervaring op het gebied van psychodiagnostiek.
5.
De deskundigen, bedoeld in het derde lid, voldoen aan de eisen ten aanzien van onafhankelijkheid, zoals neergelegd in de
Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 2008 .
6.
Indien de aanvrager niet of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, kan UWV daaraan gevolgen verbinden bij de beslissing omtrent het verzoek tot (her)indicatie.
1.
UWV stelt een geldigheidsduur op maat vast, afhankelijk van de te verwachten veranderingen van de beperkingen van de aanvrager in de toekomst. De te verwachten veranderingen zijn mede gebaseerd op (eerder) relevant onderzoek van arts, psycholoog of arbeidsdeskundige.
2.
In afwijking van het eerste lid geldt een geldigheidsduur van drie jaar voor indicatiestellingen die op basis van een in de periode 15 mei 2011 tot en met 31 juli 2012 door UWV ontvangen aanvraag voor het eerst zijn of worden afgegeven.
1.
Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na publicatie van dit besluit in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2008.
2.
Het besluit
Beleidsregels WSW wordt ingetrokken.
3.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels WSW 2008.
Voorzitter Raad van bestuur