Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken van 11 september 2009, nr. WJZ / 9146574, tot vermindering van bestuurlijke boetes betreffende kartels (Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken tot vermindering van bestuurlijke boetes betreffende kartels)
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 5d van de Mededingingswet;
Artikel 1
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a.
wet: de
Mededingingswet ;
d.
kartel: een overeenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging tussen twee of meer concurrenten met als doel de mededinging te beperken in strijd met artikel 81 van het Verdrag of
artikel 6 van de wet;
e.
clementiecategorie A: een boetevermindering als bedoeld in
artikel 3;
g.
clementiecategorie C: een boetevermindering als bedoeld in
artikel 5;
h.
marker: een voorlopige plek in de rij van volgorde van binnenkomst van clementieverzoeken betreffende één kartel;
i.
clementietoezegging: een document met de rechten en verplichtingen van de raad en de clementieverzoeker.
Artikel 3
De raad zegt een clementieverzoeker een boetevermindering van 100%
1 toe indien:
a.
hij als eerste een clementieverzoek indient;
b.
het clementieverzoek betrekking heeft op een kartel waarnaar de raad nog geen onderzoek is begonnen,
c.
hij met het clementieverzoek de raad informatie verschaft die de raad in staat stelt om een gerichte inspectie uit te voeren,
d.
hij geen andere onderneming tot deelname aan het kartel heeft gedwongen, en
e.
hij aan de medewerkingsplicht, bedoeld in
artikel 17, voldoet.
1.
De raad zegt een clementieverzoeker een boetevermindering van ten minste 60% en ten hoogste 100% toe indien:
a.
hij als eerste een clementieverzoek indient;
b.
het clementieverzoek betrekking heeft op een kartel waarnaar de raad een onderzoek is begonnen, maar de raad aan de betrokkenen bij het kartel nog geen rapport als bedoeld in
artikel 59, eerste lid, van de wet heeft verzonden,
c.
zijn clementieverzoek informatie bevat met aanzienlijke additionele waarde,
d.
hij geen andere onderneming tot deelname aan het kartel heeft gedwongen, en
e.
hij aan de medewerkingsplicht, bedoeld in
artikel 17, voldoet.
2.
De raad zegt een boetevermindering van 100% toe indien een clementieverzoeker als eerste informatie aan de raad verschaft, waarover de raad nog niet beschikte en op basis waarvan hij het kartel kan bewijzen.
Artikel 5
De raad zegt een clementieverzoeker een boetevermindering van ten minste 10% en ten hoogste 40% toe indien:
1.
als tweede of volgende een clementieverzoek indient ten aanzien van een kartel, voordat de raad het rapport, bedoeld in
artikel 59, eerste lid, van de wet aan een van de betrokkenen bij het kartel heeft verzonden, of
b.
zijn clementieverzoek informatie bevat met aanzienlijke additionele waarde, en
c.
hij aan de medewerkingsplicht, bedoeld in
artikel 17, voldoet.
2.
Onder informatie met aanzienlijke additionele waarde als bedoeld in de
artikelen 4, eerste lid, onder c, en
5, onder b, wordt verstaan bewijsmateriaal dat aanzienlijk bijdraagt aan het vaststellen van het kartel, gezien de aard en nauwkeurigheid ervan en hetgeen op het tijdstip van verstrekking bij de raad bekend is.
1.
Een aspirant-clementieverzoeker kan contact opnemen met de raad om van gedachten te wisselen over een feitencomplex en de toepasselijkheid van deze beleidsregels in dat kader.
2.
Het contact, bedoeld in het eerste lid, kan op anonieme basis of door tussenkomst van een advocaat geschieden en kan over een hypothetisch feitencomplex gaan.
1.
Een aspirant-clementieverzoeker kan telefonisch en uitsluitend door tussenkomst van een advocaat aan de raad vragen of hij voor clementiecategorie A in aanmerking komt.
2.
Indien de raad de vraag, bedoeld in het eerste lid, bevestigend beantwoordt, dient de advocaat terstond een clementieverzoek in.
Artikel 9
Een clementieverzoek kan worden ingediend door:
a.
een onderneming die aan een kartel heeft deelgenomen, vertegenwoordigd door iemand die bevoegd is namens haar bindende afspraken te maken,
b.
een natuurlijke persoon, niet namens een onderneming maar uitdrukkelijk voor zichzelf, die opdracht tot of feitelijk leiding aan de deelname van een onderneming aan een kartel heeft gegeven, of
c.
meerdere natuurlijke personen tegelijk, niet namens een onderneming maar uitdrukkelijk voor henzelf, die opdracht tot of feitelijk leiding aan de deelname van een onderneming aan een kartel hebben gegeven, mits zij ten tijde van de indiening werkzaam zijn bij dezelfde, bij het kartel betrokken onderneming.
1.
Een natuurlijke persoon die een clementieverzoek indient, kan in aanmerking komen voor dezelfde clementiecategorie als de onderneming waarbij hij werkt, indien hij verklaart als mede-clementieverzoeker van de onderneming te willen worden aangemerkt en hij zelfstandig aan de clementievoorwaarden voldoet.
2.
Indien de raad oordeelt dat het belang van het onderzoek zich daartegen niet verzet, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op een natuurlijke persoon die ten tijde van de indiening van het clementieverzoek niet meer werkzaam is bij de bij het kartel betrokken onderneming.
3.
Meerdere natuurlijke personen die gelijktijdig een clementieverzoek indienen, komen in aanmerking voor dezelfde clementiecategorie indien zij verklaren als mede-clementieverzoeker van elkaar te willen worden aangemerkt en ieder van hen zelfstandig aan de clementievoorwaarden voldoet.
Artikel 11
Een clementieverzoek wordt per e-mail, fax, post, telefoon of in persoon ingediend.
1.
Een clementieverzoek bevat een verklaring met daarin, voor zover de clementieverzoeker bekend op het moment van indiening:
a.
een uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk beroep op deze beleidsregels,
b.
een verklaring van deelname aan het door de clementieverzoeker als zodanig gekwalificeerde kartel, indien de clementieverzoeker een onderneming is,
d.
een gedetailleerde omschrijving van het kartel, waaronder de betrokken producten of diensten, de geografische reikwijdte, de duur, de werkwijze, de geschatte marktvolumes die door het kartel zijn getroffen, alsmede de specifieke data, locaties, inhoud van en betrokkenen bij de kartelcontacten,
e.
de naam en het adres van de clementieverzoeker,
f.
de naam en het adres van alle ondernemingen die aan het kartel deelnemen of deelnamen, alsmede de namen, posities, kantoorlocaties en indien relevant, thuisadressen van diegenen die bij het kartel betrokken zijn of waren,
g.
of de clementieverzoeker andere mededingingsautoriteiten of de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft benaderd of mogelijk zal benaderen met betrekking tot het kartel, en
h.
een toelichting op het bewijsmateriaal, bedoeld in het tweede lid.
2.
Een clementieverzoek bevat tevens bewijsmateriaal ter staving van de verklaring, bedoeld in het eerste lid, voor zover dit in het bezit is van de clementieverzoeker of dit voor hem redelijkerwijs beschikbaar is op het tijdstip van indiening.
1.
De raad staat toe dat de verklaring, bedoeld in
artikel 12, eerste lid, mondeling wordt afgelegd, indien een clementieverzoeker daartoe een gerechtvaardigd belang aantoont.
2.
In geval van een mondelinge verklaring, wordt de verklaring geregistreerd en wordt daarvan een transcript gemaakt.
1.
Een clementieverzoeker die een onvolledig clementieverzoek ingediend heeft, kan in aanmerking komen voor een marker, indien:
a.
het clementieverzoek naar het oordeel van de raad een concrete basis biedt voor een redelijk vermoeden van de betrokkenheid van de clementieverzoeker bij een kartel, en
b.
de clementieverzoeker ten minste informatie verschaft betreffende
1.
de naam en het adres van de clementieverzoeker,
2.
de betrokkenen bij het kartel,
3.
de betrokken producten of diensten,
4.
de geografische reikwijdte van het kartel,
5.
de duur van het kartel,
6.
de aard van het kartelgedrag, en
7.
de vraag of hij andere mededingingsautoriteiten of de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft benaderd of mogelijk zal benaderen met betrekking tot het kartel.
2.
Indien de raad voor een clementieverzoeker een marker vaststelt, stelt hij de clementieverzoeker daarbij een termijn waarbinnen deze het clementieverzoek dient te vervolledigen.
3.
Indien het onvolledige clementieverzoek binnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, wordt vervolledigd, wordt het clementieverzoek geacht volledig te zijn geweest vanaf het moment waarop de marker van toepassing is.
4.
Indien het onvolledige clementieverzoek niet binnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, wordt vervolledigd, wijst de raad het clementieverzoek af.
1.
De raad stelt voorts een marker voor een clementieverzoeker vast, indien:
a.
de clementieverzoeker ten aanzien van een kartel als eerste een clementieverzoek indient,
b.
de Commissie van de Europese Gemeenschappen bij uitstek geschikt is het onderzoek naar het kartel uit te voeren,
c.
de clementieverzoeker tevens een clementieverzoek bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft ingediend of voornemens is dat op korte termijn te doen, en
d.
de clementieverzoeker bij indiening van het clementieverzoek ten minste de informatie, bedoeld in
artikel 14, eerste lid, onder b, verschaft en noemt in welke lidstaat of lidstaten van de Europese Unie het bewijs betreffende het kartel zich vermoedelijk bevindt.
2.
Indien de raad voor een clementieverzoeker een marker vaststelt, kan hij de clementieverzoeker daarbij een termijn stellen waarbinnen deze het clementieverzoek dient te vervolledigen.
3.
Indien het onvolledige clementieverzoek binnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, wordt vervolledigd, wordt het clementieverzoek geacht volledig te zijn geweest vanaf het moment waarop de marker van toepassing is.
4.
Indien het onvolledige clementieverzoek niet binnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, wordt vervolledigd, wijst de raad het clementieverzoek af.
Artikel 16
De raad registreert de datum en het tijdstip van ontvangst van een clementieverzoek.
1.
Totdat het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden ten aanzien van iedere betrokkene bij het kartel, verleent een clementieverzoeker alle medewerking die in het belang van het onderzoek of de procedure is vereist.
2.
De medewerkingsplicht, bedoeld in het eerste lid, houdt ten minste in dat de clementieverzoeker:
a.
zich onthoudt van gedragingen die het onderzoek of de procedure zouden kunnen belemmeren,
b.
vanaf de indiening van het clementieverzoek uit eigen beweging of op verzoek van de raad zo spoedig mogelijk aan de raad alle informatie betreffende het kartel verschaft, waarover hij beschikt of redelijkerwijs de beschikking kan krijgen,
c.
onmiddellijk na het indienen van het clementieverzoek iedere betrokkenheid bij het kartel staakt, tenzij en voor zover de raad de voortzetting daarvan redelijkerwijs noodzakelijk acht om de doeltreffendheid van inspecties te waarborgen, en
d.
degenen die bij de clementieverzoeker werkzaam zijn, en voor zover redelijkerwijs mogelijk, degenen die voorheen bij de clementieverzoeker werkzaam zijn geweest, beschikbaar houdt voor het afleggen van verklaringen.
Artikel 18
De raad bepaalt het percentage boetevermindering voor een clementieverzoeker als bedoeld in de
artikelen 4, eerste lid, en
5 aan de hand van de datum en het tijdstip, bedoeld in de
artikelen 14, derde lid,
15, derde lid, of
16, en de additionele waarde van de informatie die de clementieverzoeker in het kader van zijn clementieverzoek aan de raad heeft verstrekt.
a.
als eerste informatie verschaft waarover de raad nog niet beschikte, en
b.
de raad deze informatie gebruikt om aan te tonen dat het kartel ernstiger is of langer heeft geduurd dan voordien aan hem bekend was,
zal de raad deze informatie niet in aanmerking nemen bij het vaststellen van de hoogte van de boete die aan de clementieverzoeker wordt opgelegd.
1.
De raad stelt zo spoedig mogelijk na ontvangst van een clementieverzoek dat in overeenstemming met deze beleidsregels is ingediend een clementietoezegging op.
2.
De clementieverzoeker ondertekent de clementietoezegging.
1.
Met clementietoezeggingen wordt de definitieve volgorde van binnenkomst van clementieverzoeken betreffende één kartel vastgesteld.
2.
De raad beoordeelt in de gevallen, bedoeld in
artikel 10, de naleving van de verplichtingen uit de clementietoezegging van iedere mede-clementieverzoeker individueel.
1.
Indien een clementieverzoeker zijn verplichtingen uit de clementietoezegging niet nakomt, vervalt de clementietoezegging.
2.
Indien de clementietoezegging vervalt, kan de raad de informatie die hij van de clementieverzoeker heeft ontvangen als bewijs gebruiken.
Artikel 24
De raad beslist omtrent de boete met inachtneming van de clementietoezegging mits de clementieverzoeker zijn verplichtingen uit de clementietoezegging volledig naleeft.
Artikel 25
De raad zal de informatie die hij verkrijgt:
a.
van aspirant-clementieverzoekers tijdens de contacten, bedoeld in de
artikelen 7 of
8, of
b.
middels te goeder trouw ingediende clementieverzoeken die hij afwijst voordat de betreffende clementieverzoeker een clementietoezegging is gedaan, niet als bewijs tegen de verstrekker van de informatie gebruiken tenzij de verstrekker daarin toestemt of de raad reeds uit andere hoofde over diezelfde informatie beschikte.
Artikel 26
Totdat het rapport, bedoeld in
artikel 59, eerste lid, van de wet aan een van de betrokkenen bij het kartel wordt verzonden, maakt de raad de hoedanigheid van de clementieverzoeker niet aan derden bekend, tenzij daartoe een rechtsplicht bestaat of de clementieverzoeker daarmee heeft ingestemd.
1.
De raad verleent een geadresseerde van een rapport als bedoeld in
artikel 59, eerste lid, van de wet toegang tot een mondelinge verklaring als bedoeld in
artikel 13, mits de geadresseerde of zijn gemachtigde schriftelijk toezeggen van de verklaring geen kopie te maken en de in de verklaring vervatte informatie uitsluitend te gebruiken in de bestuursrechtelijke procedure.
2.
De raad zal een mondelinge verklaring als bedoeld in
artikel 13 alleen overeenkomstig artikel 12 van
verordening 1/2003 aan een andere mededingingsautoriteit of de Commissie van de Europese Gemeenschappen zenden indien:
a.
aan de voorwaarden van de Mededeling van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten (PbEU 2004, C 101) is voldaan, en
b.
de door de ontvangende mededingingsautoriteit of de Commissie van de Europese Gemeenschappen verleende bescherming tegen openbaarmaking gelijkwaardig is aan die welke de raad biedt.
Artikel 28
Op clementieverzoeken die vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels zijn ingediend en op clementie die vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels is verleend, blijven de Richtsnoeren Clementie van de raad (Stcrt. 2007, 196) van toepassing zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidden.
Artikel 29
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 oktober 2009.
Artikel 30
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken tot vermindering van geldboetes betreffende kartels.
Den Haag, 11 september 2009
De
1
Voorheen onder de Richtsnoeren Clementie van de raad (Stcrt. 2007, 196) aangeduid als ‘boete-immuniteit’.