Beleidsregels UWV Onderzoekssubsidies 2013
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op:
artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen,
titel 4.2 Subsidies van de Algemene wet bestuursrecht, en
de Regeling vaststelling Aanwijzingen voor subsidieverstrekking;
1.
Wet SUWI:
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen .
3.
UWV Kennisagenda: UWV-brede agenda die periodiek op uwv.nl verschijnt en inzicht geeft in het onderzoek en de kennisontwikkeling die binnen UWV plaatsvindt.
5.
Subsidiethema: onderwerp ten behoeve waarvan onderzoeksinstellingen aanvragen voor onderzoekssubsidie kunnen indienen.
6.
Project: het onderzoek dat de onderzoeksinstelling met subsidie wil gaan uitvoeren of een afgebakend deel daarvan.
8.
Themabesluit: besluit waarin een subsidiethema en het bijbehorende maximale subsidiebedrag per project en voor het thema als geheel wordt vastgesteld en waarin eventuele aanvullende eisen zijn opgenomen.
9.
Beoordelingscommissie: vertegenwoordigers van UWV en van externe niet-commerciële partijen die gezamenlijk bijdragen aan het opstellen van subsidiethema’s en beoordelingen van subsidieaanvragen.
10.
Begeleidingscommissie: vertegenwoordigers van externe niet-commerciële partijen, eventueel aangevuld met inhoudelijke deskundigen van UWV, die gezamenlijk de kwaliteit en voortgang van het project bewaken.
1.
UWV stelt in de UWV Kennisagenda subsidiethema’s vast die het inhoudelijke kader vormen voor de subsidieaanvragen ten behoeve van onderzoek in de bijbehorende periode.
2.
UWV publiceert een themabesluit in de Staatscourant en op www.uwv.nl/marktplaats.
3.
Nadat UWV een themabesluit publiceert in de Staatscourant kunnen instellingen of organisaties een aanvraag voor een onderzoekssubsidie doen.
4.
UWV neemt alleen de binnen de in het themabesluit vermelde aanvraagperiode ingediende subsidieaanvragen in behandeling.
5.
UWV stelt een maximum aan het per subsidiethema en per project te verstrekken subsidiebedrag.
6.
UWV maakt een keuze uit de ontvangen subsidieaanvragen op basis van de in
artikel 3 genoemde toetsingscriteria, eventuele aanvullende criteria die in het themabesluit zijn vermeld en het in het themabesluit vermelde maximaal te verstrekken totale subsidiebedrag en maximaal aantal te honoreren aanvragen.
7.
UWV kan de beoordelingscriteria nader specificeren of nadere eisen stellen aan de inhoud van de subsidieaanvraag. Dit zal UWV dan tegelijkertijd met het themabesluit bekend maken.
8.
UWV kan subsidie verstrekken voor een vervolgonderzoek naar aanleiding van een afgesloten subsidieonderzoek, mits daarmee het vastgelegde maximum bedrag voor onderzoekssubsidies per periode van de UWV Kennisagenda niet wordt overschreden.
1.
Het project valt binnen de door UWV in de UWV Kennisagenda vastgestelde thema’s.
2.
Het project leidt direct of indirect tot behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheden tot het verrichten van arbeid.
3.
Het project is in het belang van de arbeidsintegratie van personen met een structurele functionele beperking.
4.
Het project is maatschappelijk relevant en voor meerdere partijen binnen het krachtenveld van de sociale zekerheid van belang.
5.
Het gevraagde subsidiebedrag voor het project overschrijdt het bij publicatie vermelde maximale subsidiebedrag per project niet.
6.
Het project is nog niet begonnen.
7.
Beknopte subsidieaanvragen voor projecten die voldoen aan bovenstaande criteria 1 t/m 6, worden door UWV beoordeeld op kwaliteit aan de hand van de volgende criteria:
a.
kwaliteit van het onderzoek;
b.
potentie van het onderzoek om nieuwe inzichten voort te brengen;
c.
leesbaarheid van het projectplan;
d.
ervaring en expertise van de onderzoekers;
e.
proportionaliteit van het gevraagde subsidiebedrag.
8.
Aangevulde subsidieaanvragen worden door UWV beoordeeld op kwaliteit aan de hand van de volgende criteria:
a.
kwaliteit van de aanpak van het onderzoek;
b.
kwaliteit van de opbrengsten van het onderzoek;
c.
haalbaarheid van het onderzoek;
d.
ervaring en expertise van de onderzoekers;
e.
zicht op risico’s en bijbehorende oplossingen;
f.
de proportionaliteit van het gevraagde subsidiebedrag.
1.
Subsidieaanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend via UWV Marktplaats.
2.
Door middel van het indienen van een beknopte subsidieaanvraag maakt de aanvrager zijn interesse kenbaar voor de onderzoekssubsidie.
3.
De beknopte aanvraag wordt onderbouwd met een projectplan.
4.
In het projectplan worden de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten en het hiervoor aangevraagde subsidiebedrag beschreven, waarbij wordt aangegeven welke doelstelling, resultaten en producten de aanvrager met de activiteiten nastreeft en op welke wijze die zullen worden uitgevoerd.
5.
De aanvrager dient de beknopte aanvraag op basis van het subsidiethema uiterlijk in op de datum genoemd in het themabesluit.
7.
De beoordelingscommissie beoordeelt de kwaliteit van de beknopte aanvragen aan de hand van de beoordelingscriteria vermeld in
artikel 3, zevende lid.
8.
UWV nodigt de indiener(s) van de beknopte aanvragen met de meeste kwaliteit uit om de subsidieaanvraag aan te vullen. De overige aanvragen worden afgewezen.
9.
Een aangevulde subsidieaanvraag wordt onderbouwd met een projectplan en een begroting.
10.
De begroting van een aangevulde subsidieaanvraag geeft inzicht in de baten en lasten van het project en is voorzien van een postgewijze toelichting.
11.
De beoordelingscommissie adviseert UWV op basis van de beoordelingscriteria vermeld in
artikel 3, achtste lid, en de eventuele nadere eisen aan welke aanvragers subsidie wordt toegekend.
1.
UWV beslist op een beknopte aanvraag en op een aangevulde aanvraag binnen 13 weken na afloop van de periode waarin beknopte dan wel aangevulde aanvragen kunnen worden ingediend.
2.
De in het eerste lid bedoelde termijn bedraagt 22 weken indien er sprake is van cofinanciering, over de aanvraag advies wordt ingewonnen dan wel een nader onderzoek is ingesteld.
1.
Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft UWV aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt.
2.
UWV is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.
3.
Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, worden in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.
Artikel 8. Tussentijdse rapportage
Bij subsidies hoger dan € 25.000 welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan UWV de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussenrapportage wordt niet vaker dan één maal per jaar gevraagd.
Artikel 9. Meldingsplicht
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan UWV, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan. Bij ingrijpende wijzigingen dient de onderzoeksinstelling een verzoek in bij UWV om een nieuwe beschikking te verlenen.
1.
De subsidieontvanger wendt de subsidie uitsluitend aan ter realisering van het project.
2.
Indien het door UWV wenselijk wordt geacht dat er een begeleidingscommissie wordt ingesteld, stelt de subsidieontvanger deze voor aanvang van het project in overleg met UWV samen uit deskundigen en vertegenwoordigers vanuit het veld, eventueel aangevuld met deskundigen van UWV. Een vertegenwoordiger van UWV zal de vergaderingen van deze begeleidingscommissie bijwonen.
3.
De subsidieontvanger overlegt regelmatig met de aangewezen vertegenwoordiger van UWV en de begeleidingscommissie over de voortgang van het project.
4.
De subsidieontvanger brengt bij de afronding van het project aan UWV een inhoudelijke eindrapportage uit, die zodanig is opgesteld dat deze ook bruikbaar is voor en ter beschikking gesteld kan worden aan derden en waarin de concrete resultaten uit het project zijn neergelegd.
5.
Na afronding van het project wordt een kopie van de in het kader van het project verzamelde gegevens aan UWV beschikbaar gesteld, en op verzoek aan derden, tenzij de
Wet bescherming persoonsgegevens verstrekking in de weg staat. In dat geval wordt bekeken of de gegevens in geanonimiseerde vorm verstrekt kunnen worden.
6.
In geval een begeleidingscommissie is ingesteld gaat de eindrapportage vergezeld van een advies van de begeleidingscommissie aan UWV inzake de projectresultaten, waarin tevens aandacht wordt besteed aan de vraag of de uitvoering volgens de beschrijving van het project en binnen de gestelde verplichtingen heeft plaats gevonden.
7.
Verlenging van de projectduur kan slechts plaatsvinden met instemming van UWV.
8.
Tenzij UWV anders aangeeft vermeldt de subsidieontvanger op de voorzijde van de eindrapportage dat deze tot stand is gekomen met subsidie van UWV. Tevens vermeldt de subsidieontvanger in publicaties en presentaties die gebaseerd zijn op de resultaten van het onderzoek dat het onderzoek tot stand is gekomen met subsidie van UWV.
9.
De subsidieontvanger behandelt de informatie die hem bekend wordt gedurende het project als vertrouwelijk en stelt deze niet aan derden ter beschikking.
10.
UWV kan het project bij gemotiveerde twijfel aan een zinvolle voortzetting daarvan, gehoord de subsidieontvanger en de begeleidingscommissie indien deze is ingesteld, beëindigen.
1.
Subsidies tot € 25.000 worden door UWV:
a.
direct vastgesteld of;
b.
ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten moeten zijn verricht.
2.
Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, zal UWV de aanvrager verplichten om op door hem aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 25.000, maar minder dan € 125.000, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het einde van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij UWV.
2.
De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.
3.
UWV kan bepalen dat ook andere, of minder, dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.
1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 125.000, dient de subsidieontvanger uiterlijk binnen 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij UWV.
2.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a.
een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;
b.
een overzicht van de verrichte activiteiten en de hieraan verbonden werkelijke kosten en opbrengsten;
c.
een controleverklaring.
3.
UWV kan bepalen dat ook andere, of minder, dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.
1.
UWV stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.
2.
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, bericht UWV de subsidieaanvrager daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
3.
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet tijdig is ingediend, gaat UWV zes weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling.
Artikel 16. Overgangsbepaling
Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor datum inwerkingtreding van dit besluit worden afgedaan volgens de bepalingen van de
Beleidsregels subsidiëring UWV 2011 .
Artikel 17. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Amsterdam, 16 september 2013
Voorzitter Raad van Bestuur.