Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2012
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
1.
De kilometervergoedingen volgens de normbedragen C11, C13, C22 en C25 worden verstrekt op basis van de aantallen kilometers, verkregen volgens de ANWB-methode ‘snelste route’, op basis van volledige postcodes en per enkele reis afgerond naar boven op de eerstvolgende hele kilometer.
2.
De aftrek, als bedoeld onder de normbedragen C26-I en C26-II, wordt vastgesteld op de wijze als in het eerste lid aangegeven.
1.
Vergoeding volgens het normbedrag C31 wordt verstrekt als de cliënt niet méér dan 100 meter kan lopen en voor iedere verplaatsing buitenshuis gebruik moet maken van een taxi.
2.
De combinatievergoeding volgens het normbedrag C34 wordt verstrekt als de cliënt voor het leefvervoer niet uitsluitend is aangewezen op een taxi.
1.
De uurvergoeding volgens de normbedragen E17-I en E17-III wordt uitsluitend verstrekt voor feitelijke tolkactiviteit en bij een minimale inzet van;
a.
één lesuur in onderwijssituaties tussen 08:00 en 18:00 uur op basis van de werkelijke lengte in minuten, of
b.
één kwartier in alle overige voorkomende situaties.
Afronding van de te vergoeden getolkte tijd vindt per opdracht en locatie per etmaal plaats naar boven op hele kwartieren.
2.
Voor opdrachten in het onderwijs wordt de uurvergoeding als volgt gedifferentieerd in percentages van de normbedragen E17-I en E17-III:
a.
in wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs: 105%
b.
in het middelbaar (beroeps) onderwijs: 100%
c.
in het lager onderwijs: 95%
3.
De in het tweede lid genoemde percentages worden alleen gewijzigd na overleg met het ministerie van OCW.
4.
De in het eerste en tweede lid bedoelde uurvergoeding wordt als volgt verhoogd in geval van buitengewone werktijden:
a.
120% op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;
b.
130% op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur;
c.
140% op maandag tot en met zaterdag tussen 22.00 en 06.00 uur;
d.
145% op zondagen en algemeen erkende feest- of gedenkdagen.
Opdrachten, die in het buitenland plaatsvinden, worden steeds op basis van 100% vergoed.
1.
Onder reisvergoeding wordt verstaan de vergoeding van de reistijd die als werktijd van de tolk wordt beschouwd, te verhogen met de fiscale norm onkostenvergoeding per kilometer.
2.
De reisvergoedingen volgens de normbedragen E17-A1, E17-A3 en S1-R worden verstrekt op basis van de aantallen werkelijk gereisde kilometers, verkregen volgens de ANWB-methode ‘snelste route’, op basis van volledige postcodes en per enkele reis afgerond naar boven op de eerstvolgende hele kilometer.
3.
De vergoeding, bedoeld in het tweede lid, wordt verstrekt bij een reisafstand op basis van minimaal één verschil in postcode en van maximaal 160 kilometer v.v.
In het geval van cliënten, die doof én blind dan wel doof én zeer slechtziend zijn, geldt geen maximum en mag worden omgereden voor het ophalen en/of wegbrengen van deze cliënt.
2.
Indien er sprake is van teamtolken, waarbij maximaal twee doventolken tegelijkertijd voor één cliënt optreden, wordt tot 150% van het geldende normbedrag per team vergoed, uit te keren als 75% per doventolk, indien wordt aangetoond dat is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a.
de opdrachtduur is langer dan twee klokuren;
b.
van tevoren staat vast dat gedurende de opdracht geen (tolk)pauzes mogelijk zijn;
c.
van tevoren staat vast dat het achtereenvolgens inzetten van verschillende tolken niet mogelijk is;
d.
de opdrachtduur wordt niet onderbroken door lunchpauzes of koffiepauzes (de laatste van een kwartier of langer).
Voor opdrachten, die in het buitenland plaatsvinden, wordt geen teamtolkvergoeding verstrekt.
3.
In afwijking van
artikel 5, derde lid, worden meer kilometers dan 160 vergoed indien wordt aangetoond dat van het benodigde type doventolk er te weinig op redelijke afstand van de opdrachtlocatie woonachtig zijn.
4.
Een aanvraag voor vergoeding van tolkopdrachten als bedoeld in het eerste en tweede lid dient zo vroeg mogelijk, doch uiterlijk drie weken voorafgaand aan de datum van uitvoering te zijn ingediend. Voor wat betreft het bepaalde in het derde lid is deze termijn twee weken.
5.
Het bepaalde in het tweede lid is voor het eerst van toepassing op aanvragen die betrekking hebben op opdrachten die later dan zeven weken na de inwerkingtreding van dit besluit worden uitgevoerd.
1.
Een opdracht, die aantoonbaar binnen 24 uur voor het afgesproken tijdstip van uitvoering wordt geannuleerd, wordt voor 50% van de geldende norm vergoed, tenzij de annulering aan de doventolk moet worden toegeschreven, in welk geval geen vergoeding wordt verstrekt.
2.
Onder geannuleerde tijd wordt ook verstaan de tijd die de opdracht korter heeft geduurd dan oorspronkelijk was geboekt. Dit verschil moet tenminste vijftien minuten hebben bedragen. Verrekening vindt plaats in hele kwartieren, waarbij het geheel van getolkte tijd en geannuleerde tijd de oorspronkelijke opdrachtlengte, te bepalen volgens
artikel 4, eerste lid, niet mag overtreffen.
3.
De reisvergoeding van geannuleerde opdrachten wordt niet verstrekt, ook in de situatie dat het bericht van de annulering de tolk te laat of in het geheel niet heeft bereikt.
Amsterdam, 27 december 2011
waarnemend voorzitter Raad van Bestuur UWV.