Beleidsregels van de directeur-generaal van de NMa en de directeur DTe met betrekking tot samenwerking bij de behandeling van verzoeken om geschillenbeslechting op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet
I. Inleiding
1. De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: NMa) en de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe), die als kamer deel uit maakt van de NMa, publiceren hierbij gezamenlijk de beleidsregels met betrekking tot de behandeling van verzoeken om geschillen waartoe de NMa bevoegd is op grond van
artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: Elektriciteitswet) respectievelijk
artikel 19 van de Gaswet.
2. NMa en DTe achten het van groot belang om op een effectieve en efficiënte wijze toezicht uit te oefenen op de gas- en elektriciteitsmarkt en daarbij maximaal gebruik te maken van de bevoegdheden, informatie en expertise.
3. Uitgangspunt is dat de NMa en de DTe van mening zijn dat aan een verzoek om geschillenbeslechting ex
artikel 51 Elektriciteitswet respectievelijk
artikel 19 Gaswet in veel gevallen tegemoet gekomen kan worden door de DTe, indien deze haar handhavingsbevoegdheden op grond van de
Elektriciteitswet of
Gaswet aanwendt. De beleidsregels geven daarom aan dat en hoe NMa en DTe terzake overleg plegen. Met de publicatie van deze beleidsregels wordt beoogd informatie en transparantie te verschaffen aan partijen in de elektriciteits- en gassector ten aanzien van geschillenbeslechting en wordt tevens beoogd forumshopping te vermijden.
4. De beleidsregels hebben tevens ten doel om vooraf inzicht te verschaffen in de procedure die gevolgd zal worden, indien de NMa een verzoek om geschillenbeslechting behandelt. In de beleidsregels wordt onder een geschil verstaan een door een direct betrokkene aanhangig gemaakt conflict omtrent de (voorwaarden en tarieven van) toegang tot het elektriciteitsnet, het gastransportnet of gasopslaginstallaties. De andere bij het geschil betrokken partij zal veelal een netbeheerder, een gastransportbedrijf dan wel een gasopslagbedrijf zijn.
5. De beleidsregels, als bedoeld in
artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), zijn op grond van
artikel 4:81, eerste lid, Awb opgesteld met inachtneming van de bevoegdheden die de NMa krachtens de
Mededingingswet ,
Elektriciteitswet en
Gaswet , respectievelijk, de DTe krachtens Elektriciteitswet en Gaswet, toekomen. In een later stadium kunnen eventueel aanvullende beleidsregels gepubliceerd worden.
Gaswet
NMa
9. Op grond van
artikel 19 lid 1 Gaswet is de NMa bevoegd geschillen te beslechten met betrekking tot de toepassing van:
a)
artikel 11 Gaswet: de technische voorwaarden voor toegang tot het gastransportnet of;
b)
artikel 14 jo
18 Gaswet: de onderhandelde toegang tot het gastransportnet of gasopslaginstallatie;
c)
artikel 15 jo
18 Gaswet: de weigeringsgronden met betrekking tot het gastransport of gasopslaginstallatie.
10. Op grond van
artikel 19 lid 3 Gaswet is de NMa bevoegd voor een door hem te bepalen termijn een voorwaarde of tarief waarop een geschil betrekking heeft vast te stellen.DTe
11. Volgens
artikel 60a Gaswet kan de DTe een last onder dwangsom
1 opleggen in geval van een
a) overtreding van
artikel 11 (indien de technische voorwaarden voor aansluiting op het net niet objectief en discriminerend zijn); of
b) overtreding van
artikel 13 lid 3 (bindende aanwijzing met betrekking tot de indicatieve tarieven en voorwaarden aangaande gastransport);
c) overtreding van
artikel 18 lid 1 (bindende aanwijzing met betrekking tot indicatieve tarieven en voorwaarden aangaande gasopslag);
d) overtreding van
artikel 40 lid 3 (indien de indicatieve tarieven en voorwaarden en overeenkomsten voor transport van gas geen rekening houden met het belang van een duurzame, doelmatige en milieuhygiënische energievoorziening).
12. De bevoegdheid van de DTe om een bindende aanwijzing te geven op grond van
artikel 13 lid 3 Gaswet is beperkt tot de indicatieve tarieven en voorwaarden.
III. Taakverdeling en verwijzing
13. In alle gevallen waarin de NMa benaderd wordt met een verzoek om geschillenbeslechting (hierna: verzoek) op grond van de
Elektriciteitswet of
Gaswet , voert zij overleg met de DTe ten aanzien van de behandeling daarvan. Dit overleg wordt binnen 3 werkdagen gevoerd.
Elektriciteitswet
14. Ten aanzien van overtredingen van bij of krachtens de
Elektriciteitswet gestelde voorschriften zullen in vrij veel gevallen zowel de NMa als de DTe bevoegd zijn om op te treden.
15. Indien een verzoek, gelet op de effectiviteit van het wettelijk instrumentarium en/of efficiëntie overwegingen, door de DTe dient te worden behandeld, neemt deze de behandeling over van de NMa, onder mededeling aan de verzoeker om geschillenbeslechting.
Gaswet
16. Ten aanzien van overtredingen van bij of krachtens de
Gaswet gestelde voorschriften zullen in weinig gevallen zowel de NMa als de DTe bevoegd zijn om op te treden.
17. Indien een verzoek, gelet op de effectiviteit van het wettelijk instrumentarium en/of efficiëntie overwegingen en gelet op een ieders bevoegdheden, door de DTe dient te worden behandeld, neemt deze de behandeling over van de NMa, onder mededeling aan de verzoeker om geschillenbeslechting.
IV. Procedurele geschillenbeslechting
18. De NMa is bevoegd om op grond van
artikel 19 lid 3 jo
artikel 18 Gaswet een voorlopige maatregel te treffen. Voor een door de NMa bepaalde termijn kan de NMa een voorwaarde of een tarief voor het verrichten van transport of opslag van gas of voor een daarmee noodzakelijk verbonden dienst, vaststellen. In een dergelijk geval worden de hierna genoemde termijnen voor het verstrekken van gegevens aan de NMa verkort. De voorlopige maatregel duurt voort totdat de NMa het geschil conform de hierna beschreven procedure heeft behandeld. Indien partijen aangeven dat met de voorlopige maatregel het geschil in feite reeds beslecht is, hoeft onderstaande procedure niet meer gevolgd te worden.
19. Voordat de NMa een geschil met betrekking tot de
Elektriciteitswet volgens onderstaande procedure zal beslechten, doet de NMa aan partijen een voorstel tot oplossing van het geschil. Indien partijen aangeven met de voorgestelde oplossing akkoord te zijn, is het geschil hiermee beslecht en hoeft onderstaande procedure niet meer gevolgd te worden.
20. De bij en krachtens de
Elektriciteitswet en
Gaswet gestelde regels en bepalingen zullen bij de behandeling van geschillen door de NMa in acht worden genomen. Dat betreft dus ook door de DTe krachtens
artikel 13, eerste lid, van de Gaswet vastgestelde richtlijnen.
21. Een verzoeker om behandeling van een geschil met betrekking tot de toegang tot het gastransportnet dan wel gasopslaginstallatie, dient de NMa gelijktijdig met het verzoek de gegevens te verstrekken op grond van het bepaalde in het
Besluit gegevensverstrekking 2 Een verzoeker om behandeling van een geschil met betrekking tot de toegang tot het elektriciteitsnet dient eveneens gelijktijdig met het verzoek de gegevens, zoals bepaald in het Besluit gegevensverstrekking, in te dienen. In verband met de doelmatigheid van de procedure neemt de NMa zonder deze gegevens een geschil niet in behandeling.
22. De bij een geschil betrokken partij die het geschil niet aanhangig heeft gemaakt – veelal een netbeheerder, een gastransportbedrijf of een gasopslagbedrijf – verstrekt de overeenkomstig het
Besluit gegevensverstrekking bepaalde gegevens binnen 2 weken na een daartoe strekkend verzoek van de NMa, of zoveel eerder als de NMa bepaalt. Indien de gevraagde gegevens niet tijdig zijn verstrekt, neemt de NMa zonder deze gegevens een beslissing inzake het voorgelegde geschil.
23. Ten aanzien van het aanhangig gemaakte geschil, kan de NMa terzake een rapport opstellen, conform
artikel 59 Mededingingswet, betreffende een vastgestelde overtreding van bij of krachtens de
Elektriciteitswet respectievelijk
Gaswet gestelde voorschriften met betrekking tot nettoegang, dan wel van
artikel 24 Mededingingswet. Dat rapport vormt de grondslag voor het eventueel opleggen van een boete of een last onder dwangsom.
24. De NMa beslist, in beginsel binnen 4 weken na ontvangst van het verzoek, of en zo ja welke sanctie wordt opgelegd.
25. Ten aanzien van het rapport kunnen partijen hun zienswijze schriftelijk, dan wel mondeling op een hoorzitting naar voren brengen.
VI. Inwerkingtreding
26. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie ervan in de Staatscourant.
Den Haag, 30 augustus 2001
1
Zie hiervoor: Beleidsregels van de directeur DTe terzake de uitvoering van het opleggen van een last onder dwangsom, 16 augustus 2001.
2
AMvB, Besluit gegevensverstrekking geschillenbeslechting Gaswet, 8 september 2000, Stb. 2000, 397.
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit,
Plv. directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie,