Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 juli 2012 houdende beleidsregels omtrent de toelaatbaarheid, herkenbaarheid en afbakening van reclame- en telewinkelboodschappen in het media-aanbod van commerciële media-instellingen (Beleidsregels reclame commerciële media-instellingen 2012)
Het Commissariaat voor de Media,
Gelet op de artikelen 7.11 en 7.12 van de Mediawet 2008;
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 1. Strekking van de regeling
De beleidsregels vastgesteld in deze regeling hebben betrekking op de wettelijke voorschriften die zijn opgenomen in de
bijlage bij deze regeling.
d.
besluit:
Mediabesluit 2008 ;
e.
Commissariaat: Commissariaat voor de Media;
f.
commercieel media-aanbod: media-aanbod in de zin van
artikel 1 Mediawet 2008 dat wordt aangeboden door een commerciële media-instelling;
g.
pagina: alle media-aanbod dat bij internet op één browserscherm wordt getoond, bij teletekst onder één paginanummer en bij andere typen elektronische distributievormen op één beeldscherm wordt vertoond;
h.
video: een elektronisch product met bewegende beeldinhoud dat een geheel vormt en als zodanig herkenbaar onder een afzonderlijke titel wordt verspreid;
i.
audio: een elektronisch product met geluidinhoud dat een geheel vormt en als zodanig herkenbaar onder een afzonderlijke titel wordt verspreid;
l.
splitscreen: het gelijktijdig en parallel plaatsen in één beeld van redactionele inhoud en van reclame- of telewinkelboodschappen;
m.
sluikreclame: sluikreclame als bedoeld in
artikel 1.1, eerste lid, van de wet, waarbij het oogmerk om reclame te maken ook aanwezig kan zijn indien er geen betaling of soortgelijke vergoeding tegenover staat;
n.
geprogrammeerd tijdvak: de totale tijd tussen het tijdstip van aanvang en het tijdstip van einde van een programma, inclusief reclame- en telewinkelboodschappen en andere programmaonderbrekingen uitgezonden tijdens dat programma;
o.
geprogrammeerde duur: de lengte van het programma, exclusief reclame- en telewinkelboodschappen en andere programmaonderbrekingen;
1.
Reclame- en telewinkelboodschappen zijn ‘als zodanig herkenbaar’ indien deze voor de gemiddeld oplettende consument door de vorm en inhoud duidelijk herkenbaar zijn als reclame- dan wel telewinkelboodschap.
2.
Onverminderd het eerste lid zijn reclame- en telewinkelboodschappen die worden vertoond voorafgaand, binnen of na afloop van het videogedeelte van het media-aanbod op aanvraag in ieder geval ‘als zodanig herkenbaar’ indien deze zijn voorzien van een voortdurende zichtbare duidelijke vermelding van ‘reclame’, ‘advertentie’, ‘telewinkelboodschap’, dan wel woorden van gelijke strekking.
1.
Reclame- en telewinkelboodschappen binnen het video- en/of audiogedeelte van het programma-aanbod zijn ‘duidelijk onderscheiden’ van het overige programma-aanbod indien deze worden voorafgegaan door en afgesloten met een zichtbare en/of hoorbare aankondiging en afkondiging.
2.
Reclame- en telewinkelboodschappen binnen teletekst zijn ‘duidelijk onderscheiden’ van de overige inhoud van het teletekstaanbod indien deze worden geplaatst in een apart kader dat geen onderdeel uitmaakt van het overige teletekstaanbod.
1.
In afwijking van
artikel 4, eerste lid, zijn reclame- en telewinkelboodschappen in de vorm van ‘splitscreen’ door middel van ruimtelijke middelen ‘duidelijk onderscheiden’ van de overige redactionele inhoud van het programma indien:
a.
deze worden geplaatst in een afzonderlijk stilstaand kader dat geen onderdeel uitmaakt van het programma en maximaal tweederde van het totaal beschikbare beeld beslaat;
b.
deze zijn voorzien van een voortdurende zichtbare duidelijke vermelding van ‘reclame’, ‘advertentie’, ‘telewinkelboodschap’, dan wel woorden van gelijke strekking; en
c.
het redactionele deel van het programma volledig zichtbaar blijft en onverkort en zonder onderbreking wordt doorgegeven.
2.
Reclame- en telewinkelboodschappen in de vorm van ‘splitscreen’ zijn alleen mogelijk tijdens het programma-aanbod bestaande uit het verslag of de weergave van een sportevenement of tijdens de live verslaggeving van een evenement.
3.
Het aandeel reclame- en telewinkelboodschappen in de vorm van ‘splitscreen’ telt mee voor de maximale hoeveelheid reclame bepaald in
wet en
besluit .
1.
Het aandeel reclameboodschappen is beperkt in hoeveelheid en duur en niet overheersend.
2.
Voor reclameboodschappen binnen het video- en/of audiogedeelte van het programma-aanbod geldt dat aan het bepaalde in het eerste lid in elk geval niet is voldaan indien het aandeel reclame- en telewinkelboodschappen meer bedraagt dan de maxima genoemd in
wet en
besluit .
3.
Voor reclameboodschappen binnen teletekst geldt dat aan het bepaalde in het eerste lid in elk geval niet is voldaan indien de ruimte besteed aan reclame- en telewinkelboodschappen meer bedraagt dan twintig procent van de ruimte van een pagina, tenzij de pagina volledig bestaat uit reclameboodschappen.
1.
Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat voor de Media (www.cvdm.nl).
2.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2012.
3.
Deze regeling zal worden geëvalueerd.
4.
Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels reclame commerciële media-instellingen 2012.
Commissariaat voor de Media,