Beleidsregels voor de aanbestedende diensten op rijksniveau tot toetsing van de integriteit van gegadigden en hun onderaannemers bij aanbestedingen in de BIBOB-sectoren en tot nadere invulling van de uitsluitingsgronden (Beleidsregels integriteit en uitsluiting bij aanbestedingen in BIBOB-sectoren)
Minister van Economische Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Ministers van Algemene Zaken, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken, van Defensie, van Financiën, van Justitie, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Verkeer en Waterstaat, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 29, onder a tot en met g, van richtlijn 92/50/EEG, artikel 20, eerste lid, onder a tot en met g, van richtlijn 93/36/EEG artikel 24, onder a tot en met g, van richtlijn 93/37/EEG, en artikel 5, derde lid, aanhef en onder a en c van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
Artikel 1
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a.
aanbestedende dienst: de departementale diensten die opdrachten verstrekken namens de ministers van Algemene Zaken, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken, van Defensie, van Economische Zaken, van Financiën, van Justitie, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Verkeer en Waterstaat, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
b.
richtlijn 2004/18/EG:
richtlijn nr. 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PbEG L 134);
c.
Bao: het
Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten ;
d.
overheidsopdracht: een overheidsopdracht als bedoeld in
artikel 1, onderdeel k, van Bao, voor zover dit besluit gelet op de waarde van de opdracht van toepassing is;
g.
gegadigde: de natuurlijke of rechtspersoon die meedingt naar een overheidsopdracht;
h.
onderaannemer: de derde aan wie een deel van de opdracht in onderaanneming is of zal worden gegeven door de gegadigde, voorzover de waarde van dat deel van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan de voor die werkzaamheden geldende drempelwaarde;
i.
de Wet BIBOB: de
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur ;
Artikel 2
De aanbestedende dienst onderzoekt per voorgenomen:
a.
verstrekking van een overheidsopdracht,
b.
sluiting van een raamovereenkomst, of
1.
Ter uitvoering van
artikel 2 eist de aanbestedende dienst van iedere gegadigde en zijn onderaannemer dat hij de in
bijlage 1 bij deze beleidsregels opgenomen vragenlijst ingevuld en ondertekend overlegt uiterlijk bij het indienen van:
a.
in een openbare procedure: de offerte;
b.
in een niet-openbare procedure, concurrentiegerichte dialoog of onderhandelingsprocedure: de aanvraag tot deelneming;
c.
in een dynamisch aankoopsysteem: de indicatieve inschrijving.
2.
De aanbestedende dienst controleert enkel de juistheid van de op de vragenlijst verstrekte informatie van de vijf gegadigden die naar het oordeel van de aanbestedende dienst het meest in aanmerking komen om de overheidsopdracht uit te voeren, om de raamovereenkomst mee te sluiten of om een uitnodiging tot inschrijving te krijgen, en van hun onderaannemer, door hen te verplichten de op de vragenlijst vermelde bewijsmiddelen te overleggen.
Artikel 4
Indien de aanbestedende dienst op basis van het onderzoek als bedoeld in
artikel 3:
a.
een aanwijzing heeft dat de gegadigde waarmee de aanbestedende dienst de raamovereenkomst wil sluiten of aan wie de aanbestedende dienst voornemens is de overheidsopdracht te gunnen of een uitnodiging tot inschrijving te sturen, of zijn onderaannemer, zich bevindt in één van de omstandigheden, bedoeld in
artikel 2, doch hij
b.
over onvoldoende informatie beschikt om te onderbouwen dat die gegadigde of zijn onderaannemer zich bevindt in één van de omstandigheden, bedoeld in
artikel 2,
vraagt hij het Bureau om een advies als bedoeld in
artikel 9, tweede lid, van de Wet BIBOB.
a.
schending van geheimen als bedoeld in de
artikelen 272 en
273 van het Wetboek van Strafrecht ;
b.
afpersing of afdreiging als bedoeld in de
artikelen 317 en
318 van het Wetboek van Strafrecht ;
c.
oplichting als bedoeld in
artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht ;
a.
het doen van een gift of belofte of het aanbieden van een dienst indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd iemand iets te laten doen wat in strijd is met zijn plicht;
b.
het vervalsen of valselijk opmaken van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen;
c.
het verstrekken van onjuiste gegevens of het ten onrechte niet verstrekken van juiste gegevens, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd financieel voordeel te behalen;
d.
het handelen of nalaten waardoor de lichamelijke integriteit van werknemers of andere personen ernstig in gevaar wordt gebracht;
f.
het in het kader van de uitvoering van een opdracht hebben begaan van een onrechtmatige daad waaruit ernstige schade is voortgevloeid,
met dien verstande dat de onder a tot en met f genoemde gedragingen plaatsvinden in het kader van de beroepsuitoefening.
Artikel 7
De aanbestedende dienst beoordeelt steeds per voorgenomen:
a.
verstrekking van een overheidsopdracht,
b.
sluiting van een raamovereenkomst, of
c.
instelling van een dynamisch aankoopsysteem,
en met inachtneming van het gestelde in de
artikelen 5 en
6, of gelet op de uitkomst van het onderzoek, bedoeld in
artikel 2, of het advies, bedoeld in
artikel 4, een gegadigde of zijn onderaannemer moet worden uitgesloten van de aanbesteding, en neemt daarbij in ieder geval de volgende aspecten in overweging:
a.
de maatregelen die een gegadigde of zijn onderaannemer heeft getroffen om herhaling van de schending de beroepsgedragsregels, of herhaling van de ernstige fout in de uitoefening van zijn beroep te voorkomen;
b.
de zwaarte van de schending de beroepsgedragsregels, of de ernstige fout in de uitoefening van zijn beroep;
c.
het totale aantal schendingen de beroepsgedragsregels, of ernstige fouten in de uitoefening van zijn beroep voorafgaand aan de aanbesteding;
d.
de sinds de ernstige fout in de uitoefening van zijn beroep of schending de beroepsgedragsregels verstreken tijd;
f.
de mate van betrokkenheid van de leidinggevenden binnen het bedrijf van de gegadigde of zijn onderaannemer bij de ernstige fout in de uitoefening van zijn beroep of schending de beroepsgedragsregels.
Artikel 8
De aanbestedende dienst neemt in de informatie ten behoeve van een dynamisch aankoopsysteem, een aanbestedingsprocedure betreffende een overheidsopdracht of een raamovereenkomst als bedoeld in
artikel 2de tekst op die is opgenomen in
bijlage 2 bij deze beleidsregels.
Artikel 9
Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op:
a.
verstrekking van een overheidsopdracht,
b.
sluiting van een raamovereenkomst, of
Artikel 10
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.
Artikel 11
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels integriteit en uitsluiting bij aanbestedingen in BIBOB-sectoren.
's-Gravenhage, 20 februari 2004