Regeling van het Commissariaat voor de Media van 22 september 2011, houdende beleidsregels omtrent de classificatie van commerciële mediadiensten op aanvraag zoals bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 (Beleidsregels classificatie commerciële mediadiensten op aanvraag 2011)
Het Commissariaat voor de Media,
Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
a.
bewegende beeldinhoud: een reeks van elkaar opvolgende beelden die de gebruiker ervaart als een vloeiend geheel;
b.
catalogus: de ordening van het videoaanbod in een databank die het videoaanbod voor de gebruiker toegankelijk maakt;
d.
video: media-aanbod bestaande uit een elektronisch product met bewegende beeldinhoud dat een geheel vormt en als zodanig herkenbaar onder een afzonderlijke titel wordt verspreid;
f.
wet: de
Mediawet 2008 .
1.
De commerciële mediadienst op aanvraag heeft als hoofddoel het aanbieden van video’s. Hieruit vloeit voort dat de aangeboden video’s geen ondergeschikt belang dienen en dat de commerciële mediadienst op aanvraag een volwaardige, zelfstandig te gebruiken dienst is.
2.
Het in het eerste lid gestelde komt tot uiting in de geboden functionaliteit en de presentatie van de dienst, en daarmee de herkenbaarheid voor het publiek.
Artikel 6. Massamediaal karakter
De commerciële mediadienst op aanvraag heeft een massamediaal karakter. Hiervan is sprake als de dienst zich primair richt op informatie, educatie of vermaak van het algemene publiek of delen daarvan. Dit betekent ook dat de dienst met standaard consumentenapparatuur kan worden ontvangen.
Artikel 7. Economische dienst
De commerciële mediadienst op aanvraag is een economische dienst. Hieronder wordt verstaan dat de aanbieder met de commerciële mediadienst op aanvraag deelneemt aan het economische verkeer.
1.
Onverminderd het bepaalde in
artikel 1.1, eerste lid van de Mediawet 2008 inzake de definitie van redactionele verantwoordelijkheid, geldt dat voor de toepassing van deze regeling voor een afzonderlijke commerciële mediadienst op aanvraag maar één aanbieder redactioneel verantwoordelijk is.
2.
Als meerdere aanbieders invloed hebben op keuze en organisatie, dan is de aanbieder met de doorslaggevende invloed op de keuze van het videoaanbod redactioneel verantwoordelijk.
1.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2011.
2.
Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels classificatie commerciële mediadiensten op aanvraag 2011.
3.
Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat voor de Media (www.cvdm.nl).
Commissariaat voor de Media,