Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2012, nr. AV/SDA/2012/6091, tot vaststelling van beleidsregels in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet arbeid vreemdelingen (Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2012)
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 19, derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen;
Artikel 1
Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in
artikel 19a, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen wordt voor alle overtredingen als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de ‘Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wet arbeid vreemdelingen’ die als
bijlage bij deze beleidsregels is gevoegd.
Artikel 2
Voor de werkgever als natuurlijk persoon wordt bij een overtreding van
artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen of
artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete gehanteerd: 0,5 maal het boetenormbedrag. Dit uitgangspunt geldt alleen in gevallen waarin geen matiging van de bestuurlijke boete op grond van
artikel 7 of
8 wordt toegepast.
Artikel 3
Indien sprake is van een overtreding van
artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen of
artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht door een rechtspersoon kan tevens een bestuurlijke boete worden opgelegd aan hen die tot de overtreding opdracht hebben gegeven, als mede aan hen die feitelijk leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging. Als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete wordt gehanteerd: 0,5 maal het boetenormbedrag. Dit uitgangspunt geldt alleen in gevallen waarin geen matiging van de bestuurlijke boete op grond van
artikel 7 of
8 wordt toegepast.
Artikel 4
Een overtreding van
artikel 15, tweede en derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen wordt beboet alsof sprake was van slechts één overtreding per persoon ten aanzien van wie deze overtredingen zijn begaan.
1.
De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, ingeval er sprake is van meer overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.
2.
Indien op de dag van het constateren van de overtreding nog geen 24 maanden zijn verstreken nadat een eerdere overtreding, bestaande uit het niet naleven van eenzelfde wettelijke verplichting is geconstateerd en de bestuurlijke boete wegens de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden, worden deze maximale boetebedragen per beschikking met 50% verhoogd.
Artikel 6
De
artikelen 19c en
19d, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen zijn van toepassing indien de aan de werkgever opgelegde bestuurlijke boetes, onherroepelijk zijn geworden.
1.
Bij een overtreding van
artikel 15, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen waarbij niet tevens ten aanzien van dezelfde of een andere vreemdeling een overtreding van
artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen of
artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt geconstateerd, wordt de bestuurlijke boete gematigd tot € 1.500,– voor het totaal van deze overtredingen.
2.
Bij overtreding van
artikel 15, tweede of derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen waarbij niet tevens ten aanzien van dezelfde of een andere vreemdeling een overtreding van
artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen of
artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt geconstateerd, wordt de bestuurlijke boete gematigd tot € 1.500,– voor het totaal van deze overtredingen.
3.
Indien sprake is van recidive wordt per overtreding een bestuurlijke boete opgelegd waarbij de regels van
artikel 19d, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen in acht worden genomen.
1.
Bij een overtreding van
artikel 2a, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen waarbij niet tevens ten aanzien van dezelfde of een andere vreemdeling een overtreding van
artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen of
artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt geconstateerd, wordt de bestuurlijke boete gematigd tot € 1.500,– voor het totaal van deze overtredingen.
2.
Indien sprake is van recidive wordt per overtreding een bestuurlijke boete opgelegd waarbij de regels van
artikel 19d, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen in acht worden genomen.
1.
In alle andere gevallen waar sprake is van een overtreding van
artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen , kan de bestuurlijke boete per overtreding met 25%, 50% of 75% worden gematigd afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de evenredigheid.
2.
Indien de werkgever heeft aangetoond dat hem geen enkel verwijt gemaakt kan worden voor de geconstateerde overtreding wordt geen boete opgelegd.
Artikel 11
De
Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2011 worden ingetrokken.
Artikel 11a
Deze beleidsregel is gebaseerd op
artikel 19d, derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen .
Artikel 12
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 mei 2012.
Artikel 13
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2012.