Beleidsregels bijstelling x-factor Elektriciteitswet
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op artikel 58, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 1
In deze beleidsregels worden verstaan onder:
a.
de minister:
de Minister van Economische Zaken;
b.
wet:
Elektriciteitswet 1998 ;
c.
x-factor:
de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door vergunninghouders voor zover het betreft de inkoop van elektriciteit en de diensten met betrekking tot de levering van elektriciteit als bedoeld in
artikel 58, eerste lid, van de wet;
d.
LSFO:
low sulphur fuel oil;
e.
APX:
de Amsterdam Power Exchange;
f.
OTC:
over the counter contracten.
Artikel 2
De minister stelt de x-factor ten hoogste vier maal per kalenderjaar bij met gebruikmaking van de prijsindicator beschreven in
artikel 3 en de bijstellingsformule beschreven in
artikel 4 van deze beleidsregels.
1.
De prijsindicator voor de berekening van de bijstelling bestaat uit:
a.
50 procent van het geïndexeerde jaargemiddelde van de LSFO-prijs, en
b.
50 procent van het geïndexeerde jaargemiddelde van de APX-prijs day-ahead met een weging van 72 procent basislast en 28 procent pieklast.
Deze berekening wordt uitgevoerd aan de hand van de prijzen zoals deze worden gepubliceerd respectievelijk in Platt's Oilgram Price Report en door APX.
2.
De minister berekent de prijsindicator ieder kwartaal, telkens op de eerste dag van de maand voorafgaand aan het desbetreffende kwartaal.
3.
De minister vergelijkt de berekende prijsindicator behorende bij een kwartaal met de waarde op dat tijdstip van de referentielijn. De referentielijn van de prijsindicator wordt bepaald door een exponentiële interpolatie tussen de beginwaarde op 26 juni 2002 en de verwachte eindwaarde op 31 december 2003. Deze eindwaarde wordt bepaald aan de hand van de forward-prijzen van LSFO en OTC, zoals gepubliceerd respectievelijk door Crédit Lyonnais Rouse Derivatives en in Platt's European Power Daily, zoals die golden ten tijde van de vaststelling van de x-factor.
Artikel 4
Alvorens de minister tot bijstelling overgaat, berekent hij het mogelijke effect van een bijstelling van de generieke x-factor met gebruikmaking van de volgende formule:
TO 2000 x | (1+ | cpi - X ¹ | )³ | = TO 2003 x | ( D k +(1- D k ) x | I ( Q k ) | ) |
100 | R ( I ( Q k )) |
waarbij:
artikel 3, eerste lid TO t | de gewogen gemiddelde toegestane omzet per MWh in jaar t exclusief bruto marge; |
cpi | het consumentenprijsindexcijfer van 3,4; |
X ¹ | de bijgestelde x-factor; |
D k | de dempingsfactor behorende bij kwartaal k in het jaar 2003. Deze waarde wordt vastgesteld op 0,80 voor kwartaal 1, 0,90 voor kwartaal 2, 0,95 voor kwartaal 3 en 1 voor kwartaal 4; |
I | de prijsindicator zoals beschreven in ; |
Q k | het kwartaal k van jaar 2003; |
R | de referentielijn van de prijsindicator I . |
1.
De minister gaat alleen tot een bijstelling van de x-factor over in het geval de bijstelling, berekend volgens de formule in
artikel 4, tot een wijziging van de gemiddelde toegestane omzet per MWh van minimaal € 1,00 leidt.
2.
Een aanpassing van de x-factor heeft alleen betrekking op het desbetreffende kwartaal k en eventueel daarop volgende kwartalen tot het tijdstip waarop de termijn verstrijkt waarbinnen een afnemer wordt beschouwd als beschermd afnemer, en wordt als zodanig in de toegestane omzet verwerkt.
3.
De aangepaste x-factor vervangt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de bijstelling de voorheen vastgestelde x-factor voor levering van elektriciteit. De bijstelling heeft uitsluitend betrekking op de vanaf dat tijdstip geldende x-factor en toegestane omzet per MWh en heeft geen terugwerkende kracht.
Artikel 6
Indien de x-factor wordt bijgesteld wordt ook de tariefbodem, bedoeld in de Beleidsregels artikel 58, eerste lid, Elektriciteitswet
1 , aangepast. De nieuwe tariefbodem wordt gelijkgesteld aan de nieuwe toegestane omzet 2003, inclusief bruto marge.
Artikel 7
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst en zijn van kracht tot het tijdstip waarop de termijn verstrijkt waarbinnen een afnemer wordt beschouwd als beschermd afnemer.
's-Gravenhage, 27 november 2002