Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 9 juni 2010, nr. MC-U-3006961, houdende vaststelling van beleidsregels betreffende het opleggen van bestuurlijke boetes op grond van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Beleidsregels bestuurlijke boete Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 3b, eerste lid, van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector;
?
rechtspersonen met 10 tot 50 werknemers uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan een derde gedeelte van boetebedrag, bedoeld in
artikel 1;
?
rechtspersonen met minder dan 10 werknemers en bij natuurlijke personen uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan een vijfde gedeelte van het boetebedrag, bedoeld in
artikel 1.
a.
voor een tweede overtreding binnen een periode van twee jaar bij:
?
rechtspersonen met 50 of meer werknemers uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan tweemaal het boetebedrag, bedoeld in
artikel 1;
?
rechtspersonen met 10 tot 50 werknemers uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan twee derde gedeelte van boetebedrag, bedoeld in
artikel 1;
?
rechtspersonen met minder dan 10 werknemers en bij natuurlijke personen uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan twee vijfde gedeelte van het boetebedrag, bedoeld in
artikel 1.
b.
voor een derde of volgende overtreding binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan, ongeacht de bedrijfs- of instellingsgrootte, uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan tweemaal het boetebedrag, bedoeld in
artikel 1.
Artikel 4
Voor de boeteberekening van een beboetbaar feit, geconstateerd op een locatie of vestiging van bedrijf of instelling, wordt als bedrijfs- of instellingsgrootte het aantal werknemers van de gehele juridische eenheid gehanteerd.
De bedrijfs- of instellingsgrootte wordt vastgesteld aan de hand van de registers van de Kamers van Koophandel.
Artikel 5
De vaststelling van de boete wordt rekening gehouden met de ernst van de overtreding, met de mate waarin de overtreding aan de overtreder kan worden toegerekend en met de omstandigheden waaronder de overtreding heeft plaatsgevonden.
Artikel 6
De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat bij samenloop van meerdere bestuurlijk beboetbare feiten uit de som van de per feit berekende boetebedragen.
Artikel 7
In de boetebeschikking wordt de hoogte van de boete gemotiveerd.
Artikel 8
Bij aantoonbaar financieel onvermogen kan de hoogte van de boete worden gematigd.
Artikel 9
In het geval de onverkorte toepassing van dit besluit niet opweegt tegen de de gevolgen daarvan kan van dit besluit worden afgeweken.
Artikel 10
Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels bestuurlijke boete Wet klachtrecht cliënten zorgsector.
Artikel 11
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.