Beleidsregels bedrijfseigen varkensvervoer
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
1.
In dit besluit wordt verstaan onder regeling: Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten.
2.
In dit besluit zijn de definities van artikel 1 van de regeling van toepassing.
Artikel 2
De minister verleent desgevraagd ontheffing van de verplichting, bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de regeling, indien wordt voldaan aan het bepaalde in dit besluit.
Artikel 3
De ontheffing wordt verleend ten behoeve van een vervoermiddel dat uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van varkens tussen twee of meer varkenshouderijbedrijven die geëxploiteerd worden door één exploitant.
Artikel 4
De ontheffing wordt niet verleend indien in een periode van drie maanden voorafgaand aan het indienen van de aanvraag om een ontheffing op één van de varkenshouderijbedrijven, bedoeld in
artikel 3, biggen zijn aangevoerd die niet afkomstig zijn van een van de varkenshouderijbedrijven, bedoeld in
artikel 3.
Artikel 5
De ontheffing wordt slechts verleend indien alle varkenshouderijbedrijven, bedoeld in
artikel 3, beschikken over een reinigings- en ontsmettingsplaats als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de regeling.
Artikel 7
De ontheffing wordt slechts verleend onder de voorwaarde dat:
a.
met het vervoermiddel geen varkens worden vervoerd naar andere plaatsen dan de varkenshouderijbedrijven, bedoeld in
artikel 3;
b.
op de varkenshouderijbedrijven, bedoeld in
artikel 3, geen biggen afkomstig van derden worden aangevoerd;
c.
het besluit waarin de ontheffing is verleend in of bij het betreffende vervoermiddel aanwezig is, gedurende ieder vervoer van varkens met dat vervoermiddel.
Artikel 8
De ontheffing wordt verleend voor één jaar en kan jaarlijks op aanvraag worden verlengd.
Artikel 9
Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels bedrijfseigen varkensvervoer.
Artikel 10
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 24 juni 1999