Beleidsregel van De Nederlandsche Bank N.V. van 12 december 2006, nr. Juza/2006/02475/CLR, houdende regels ingevolge artikel VI, eerste en tweede lid, van het Besluit implementatie kapitaalakkoord Bazel 2 met betrekking tot de wijze van uitoefening van de daarin aan haar gedelegeerde bevoegdheden (Beleidsregel versoepeling ervaringsvereiste voor de toepassing van de IRB)
De Nederlandsche Bank N.V.,
Na overleg met de representatieve organisaties;
Gelet op artikel VI, eerste en tweede lid, van het Besluit implementatie kapitaalakkoord Bazel 2;
Artikel 1
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a.
Besluit:
Besluit prudentiële regels Wft ;
c.
Regeling: de
Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico ; en
d.
wet:
Wet op het financieel toezicht .
b.
indien deze financiële onderneming voor de interne meting en beheersing van de kredietrisico’s van de IRB–categorieën van vorderingen, genoemd in
artikel 71, eerste lid, van het Besluit in dat jaar voor implementatie een ratingsysteem en schattingen van de risicoparameters heeft gebruikt die nagenoeg volledig in lijn zijn geweest met de vereisten van
afdeling 3.6 van de Regeling.
b.
indien deze financiële onderneming in die twee jaren voor de interne meting en beheersing van de kredietrisico’s eigen ramingen van LGD’s en/of omrekeningsfactoren heeft samengesteld en gebruikt;
c.
indien de in onderdeel b bedoelde ramingen in het voorlaatste jaar voor implementatie in grote lijnen hebben voldaan aan de vereisten van
afdeling 3.6 van de Regeling; en
d.
indien de in onderdeel b bedoelde ramingen in het laatste jaar voor implementatie nagenoeg volledig hebben voldaan aan de vereisten van
afdeling 3.6 van de Regeling.
Artikel 5
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.
Artikel 6
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel versoepeling ervaringsvereiste voor de toepassing van de IRB.
De Nederlandsche Bank N.V