Beleidsregels van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 5 februari 2013, nr. IENM/BSK-2013/19242 in verband met handhaving afspraken tijdelijke Vervangende treindienst (Beleidsregel handhaving vervangende treindienst Fyra)
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 34, 88 en 93, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000, de Vervoerconcessie voor het hogesnelheidsnet en de Overeenkomst vervangende treindienst Fyra;
HSA: de naamloze vennootschap HSA Beheer N.V.;
HSL-concessie: de op 1 juli 2009 in werking getreden Vervoerconcessie voor het hogesnelheidsnet;
Staatssecretaris: de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;
Opdrachtbrief: brief van 6 februari 2013 (IENM/BSK-2013/19028) waarin de Staatssecretaris nadere opdrachten geeft ter uitvoering van de Overeenkomst;
Overeenkomst: de op 1 februari 2013 door de Staatssecretaris, NMBS, NS en HSA ondertekende overeenkomst vervangende treindienst Fyra.
2.
Nu de dienstverlening sedert 17 januari 2013 gedeeltelijk is uitgevallen, heeft HSA conform
artikel 34, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000 noodmaatregelen getroffen bestaande uit aanvullende openbaredienstverplichtingen. In de Brief heeft de Staatssecretaris ingestemd met de wijze waarop HSA het vervangend vervoer op grond van artikel 34 van de Wet personen vervoer 2000 inricht.
Artikel 3. Informatievoorziening
HSA verstrekt de Staatssecretaris alle informatie bedoeld in artikel 19 van de HSL-concessie, alsmede alle inlichtingen die de Staatssecretaris vordert om zich een oordeel te vormen over de naleving van de vervoersverplichtingen die op HSA rusten ingevolge de Overeenkomst en de Brief.
Artikel 4. Oordeelsvorming
De Staatssecretaris vormt zich een oordeel over de kwaliteit van de uitvoering van de afspraken die zijn gemaakt in de Overeenkomst en de Brief. Daarbij baseert hij zich mede op de informatie die HSA hem op grond van
artikel 3 verstrekt.
Artikel 5. Bedieningspatroon
Bij constatering van het niet nakomen van de op HSA rustende verplichtingen omtrent het aantal volgens de Overeenkomst en de Brief te verrichten treindiensten kan aan HSA een last onder dwangsom worden opgelegd met een begunstigingstermijn van drie weken en een dwangsom van € 5.000.– per dag waarop de overtreding voortduurt, met een maximum van € 1.000.000.–.
Artikel 6. Rijtijd
Bij constatering van het overschrijden van de norm ten aanzien van de rijtijd zoals opgenomen in de Brief met meer dan vijftien minuten deelt de Staatssecretaris aan HSA het voornemen mee een last onder dwangsom op te leggen met inachtneming van proportionaliteit in verhouding tot de ernst van de overtreding en de omvang van de Vervangende treindienst. Voor zover HSA binnen twee weken aantoont tot het nakomen van deze verplichtingen niet in staat te zijn, ziet de Staatssecretaris van het opleggen van een last onder dwangsom af. Voor het overige kan de last onder dwangsom worden opgelegd.
Artikel 7. Kwaliteit van het dienstenaanbod
Bij constatering van het niet nakomen van de op HSA rustende verplichtingen ten aanzien van de kwaliteit van het dienstenaanbod zoals opgenomen in de Brief, krijgt HSA de gelegenheid binnen het volgende dienstregelingsjaar de prestaties op het niveau van de gestelde normen te brengen. Indien dit niet gerealiseerd is en HSA niet kan aantonen dat dit niet aan haar is toe te rekenen, kan de Staatssecretaris aan HSA vanaf dat moment op grond van
artikel 93, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000 een last onder dwangsom opleggen met inachtneming van proportionaliteit in verhouding tot de ernst van de overtreding en de omvang van de Vervangende treindienst.
Artikel 8. Medewerking NMBS
Voor zover HSA aantoont dat NMBS niet of slechts onder onredelijke voorwaarden bereid is medewerking aan HSA te verlenen zoals opgenomen in de Brief ziet de Staatssecretaris af van het opleggen van een last onder dwangsom.
Artikel 9. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel handhaving vervangende treindienst Fyra.
Artikel 10. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst.