Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 november 2012, AV/AR/2012/16926, tot vaststelling van de beleidsregel in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet arbeid vreemdelingen (Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2013)
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 19d, zesde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen;
Artikel 1
Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in
artikel 19a, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen wordt voor alle overtredingen als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de ‘Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete
Wet arbeid vreemdelingen ’ die als
bijlage bij deze beleidsregels is gevoegd.
Artikel 3
Indien sprake is van een overtreding van de
Wet arbeid vreemdelingen of
artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht door een rechtspersoon kan tevens een bestuurlijke boete worden opgelegd aan hen die tot de overtreding opdracht hebben gegeven, als mede aan hen die feitelijk leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging. Als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete wordt gehanteerd: 0,5 maal het boetenormbedrag.
Artikel 5
De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, ingeval er sprake is van meer overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.
1.
Bij de vaststelling of sprake is van herhaling van dezelfde of soortgelijke overtredingen wordt bij zelfstandig opererende nevenvestigingen van rechtspersonen gehandeld alsof deze afzonderlijke ondernemingen zijn.
2.
Indien rechtspersonen langer dan zes aaneengesloten maanden op dezelfde bouwlocatie werkzaamheden verrichten, wordt die bouwlocatie beschouwd als nevenvestiging als bedoeld in het eerste lid.
3.
Voor de werkgever als natuurlijk persoon wordt voor de berekening van de op te leggen boete gehanteerd: 0,5 maal de in het eerste en tweede lid genoemde boetebedragen.
2.
Voor de werkgever als natuurlijk persoon wordt voor de berekening van de op te leggen boete gehanteerd: 0,5 maal het in het eerste lid genoemde boetebedrag.
2.
Voor de werkgever als natuurlijk persoon wordt voor de berekening van de op te leggen boete gehanteerd: 0,5 maal het in het eerste lid genoemde boetebedrag.
Artikel 10
In alle andere gevallen waar sprake is van een overtreding van
artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen, kan de berekende bestuurlijke boete per overtreding met 25%, 50% of 75% worden gematigd afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de evenredigheid.
1.
De
Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2012 wordt ingetrokken.
Artikel 12
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.
Artikel 13
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2013.
Den Haag, 29 november 2012