Beleidsregel van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 1 december 2015, nr. IENM/ILT-2015/47411, houdende vaststelling van beleid inzake de kwalificatie van verontreinigd papier-, kunststof- en metaalafval in verband met de bestuursrechtelijke handhaving van Verordening (EG) Nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190)
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 7 van het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
aanhangende olie: olie die resteert nadat oliehoudend ijzer- en staal(ferro) schroot en non-ferro schroot gedurende ten minste 48 uur bij een temperatuur die hoger is dan 15 0 C is uitgelekt;
EVOA: Verordening (EU) nr. 1013/2006, van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190);
gevaarlijke afvalstof: afvalstof als bedoeld in artikel 3, onderdeel 2, van
Richtlijn 2008/98/EG van het Europees parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU 2008, L312);
ILT: Inspectie Leefomgeving en Transport;
niet-ingedeelde afvalstof: afvalstof als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder iii of iv, van de EVOA;
partij: hoeveelheid afval, die uit het oogpunt van haar wijze van opslag of vervoer en uit het oogpunt van (deel)proces van oorsprong als eenheid wordt beschouwd.
1.
Ter bepaling of een partij met andere componenten verontreinigd of samengesteld papierafval in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving kan worden aangemerkt als papierafval als bedoeld in bijlage III en zoals omschreven bij code B3020 van bijlage V van de EVOA, controleert de inspecteur of het betrokken afval voldoet aan de criteria in het tweede tot en met het vijfde lid. Indien de inspecteur constateert dat de partij papierafval niet voldoet aan deze criteria, wordt de partij als een niet-ingedeelde afvalstof gekwalificeerd.
2.
Papierafval bevat geen gevaarlijke afvalstoffen.
3.
Papierafval is zoveel mogelijk ontdaan van:
a.
etensresten en ander organisch restmateriaal; en
b.
zichtbaar verbrand materiaal.
4.
Papierafval bevat maximaal twee gewichtsprocent aan andere componenten dan papier.
5.
Het gehalte aan vocht in papierafval bedraagt maximaal twaalf gewichtsprocent.
1.
Ter bepaling of een partij met andere componenten verontreinigd of samengesteld PVC-afval in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving aangemerkt kan worden als afval waarop code GH013 van bijlage III van de EVOA van toepassing is, controleert de inspecteur of het betrokken afval voldoet aan de criteria in het tweede en derde lid. Indien de inspecteur constateert dat de partij PVC-afval niet aan deze criteria voldoet, wordt de partij als een niet-ingedeelde afvalstof gekwalificeerd.
2.
PVC-afval bevat geen gevaarlijke afvalstoffen.
3.
PVC-afval bevat maximaal twee gewichtsprocent aan andere componenten dan PVC.
1.
Ter bepaling of een partij met andere componenten verontreinigd of samengesteld vast kunststofafval, niet zijnde PVC-afval, in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving aangemerkt kan worden als kunststofafval als bedoeld in bijlage III en zoals omschreven bij code B3010 van bijlage V van de EVOA, controleert de inspecteur of het betrokken afval voldoet aan de criteria in het tweede en derde lid. Indien de inspecteur constateert dat de partij vast kunststofafval niet aan deze criteria voldoet, wordt de partij als een niet-ingedeelde afvalstof gekwalificeerd.
2.
Vast kunststofafval, niet zijnde PVC-afval, bevat geen gevaarlijke afvalstoffen.
3.
Vast kunststofafval, niet zijnde PVC-afval, bevat maximaal twee gewichtsprocent aan andere componenten dan vast kunststof, niet zijnde PVC.
1.
Ter bepaling of een partij met andere componenten verontreinigd of samengesteld ijzer- en staal (ferro) schroot en non-ferro schroot in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving kan worden aangemerkt als metaalafval als bedoeld in bijlage III en zoals omschreven bij code B1010 en B1050 van bijlage V van de EVOA, alsmede ter bepaling of dergelijk schroot kan worden aangemerkt als het op bijlage IIIA van de EVOA genoemde mengsel van afvalstoffen vallend onder de codes B1010 en B1050, controleert de inspecteur of het betrokken afval voldoet aan de criteria in het tweede tot en met het vierde lid. Indien de inspecteur constateert dat de partij schroot niet voldoet aan deze criteria, wordt de partij als een niet-ingedeelde afvalstof gekwalificeerd.
2.
IJzer- en staal (ferro) schroot en non-ferro schroot bevat geen:
a.
explosieve materialen, zoals munitie, springstoffen, gesloten gascilinders en dergelijke;
c.
gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van aanhangende oliedie maximaal 0,5 mg/kg PCB per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180 bevat.
3.
IJzer- en staal (ferro) schroot en non-ferro schroot is zoveel mogelijk ontdaan van:
a.
PVC, afkomstig van onder meer kabels en elektrische of elektronische apparaten;
b.
CFK-houdend PUR-schuim;
c.
elektronische en elektrische apparaten, tenzij deze volledig uit ijzer of staal bestaan;
e.
niet-schraapleeg zijnde verpakkingen;
4.
IJzer- en staal (ferro) schroot en non-ferro schroot bevat maximaal tien gewichtsprocent aan andere componenten dan ijzer- en staal (ferro) schroot en non-ferro schroot.
Artikel 6. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 7. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving verontreinigd papier-, kunststof- en metaalafval 2015.
Artikel 8
De
Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving verontreinigd papier-, kunststof- en metaalafval wordt ingetrokken.
De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport,