Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 9 maart 2006, nr. WJZ 6018558, houdende de aanwijzing van een rechtspersoon als elektriciteitsbeurs en de goedkeuring van het beursreglement van een elektriciteitsbeurs
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 86e van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 1
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a.
minister: de Minister van Economische Zaken;
b.
de wet: de
Elektriciteitswet 1998 ;
Artikel 2
De minister wijst een rechtspersoon die overeenkomstig
artikel 3 een aanvraag heeft ingediend als elektriciteitsbeurs aan en keurt het reglement goed als die rechtspersoon aan de in
artikel 4 gestelde criteria voldoet.
Artikel 3
Onverminderd
artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht , overlegt een rechtspersoon die als elektriciteitsbeurs wil worden aangewezen bij de aanvraag:
Artikel 4
De minister wijst een rechtspersoon als elektriciteitsbeurs aan en keurt het beursreglement goed indien naar zijn oordeel tenminste:
a.
voldoende voorzieningen zijn getroffen om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de elektriciteitsbeurs, alsmede van het bestuur en het personeel te waarborgen;
b.
voldoende voorzieningen zijn getroffen om de leveringszekerheid te waarborgen;
c.
voldoende voorzieningen zijn getroffen om de financiële soliditeit van de elektriciteitsbeurs te waarborgen;
d.
voldoende voorzieningen zijn getroffen om de vertrouwelijkheid van gegevens die de elektriciteitsbeurs bij de uitvoering van de werkzaamheden ter beschikking krijgt te waarborgen;
e.
voldoende voorzieningen zijn getroffen om manipulatie, malversatie of het nemen van onverantwoorde risico’s door marktdeelnemers te voorkomen;
f.
de praktische uitvoerbaarheid van de elektriciteitsbeurs voldoende is gewaarborgd.
Artikel 5
Deze beleidsregel is ook van toepassing op aanvragen die zijn ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel, maar waarop op dat tijdstip niet is beslist.
Artikel 6
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.