Begrip militaire beloning
De minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Financiën
Gelet op de artikelen 18, vijfde lid van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, 26, vijfde lid van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en 16, vijfde lid van het Arbeidsovereenkomstenbesluit;
A.
Wat het personeel van de Koninklijke Marine betreft:
de bezoldiging volgens de schaal of de tabel, behorende bij het Besluit herziening bezoldiging militairen zeemacht 1954, in voorkomende gevallen vermeerderd met:
1.
de vakantie-uitkering;
2.
de brevettoelagen bedoeld in artikel 56 van de Bezoldigingsregeling militairen zeemacht 1947;
3.
het bedrag bedoeld in artikel 3, derde lid, van het Besluit herziening bezoldiging militairen zeemacht 1954;
4.
de vliegtoelage of garantievliegtoelage, bedoeld in de Regeling vliegtoelagen zeemacht 1986.
B.
Wat het personeel van de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht betreft:
de wedde, dan wel de wedde eerste oefening bedoeld in
artikel 2 van de Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969 , in voorkomende gevallen vermeerderd met:
1.
de vakantie-uitkering;
2.
de toelage voor bewakingsdiensten, bedoeld in
artikel 63, onder c van de Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969 ;
3.
de vliegtoelage of garantievliegtoelage, bedoeld in de
artikelen 47 ,
48 of
80 van de Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969 .
Artikel 2
De beschikking van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 7 november 1967, Directie O.P., Hoofdafdeling O.P.X., Afdeling A.J.Z. en de minister van Financiën van 24 januari 1968, Generale Thesaurie Dienst der Rijksbegroting, Inspectie der Rijksfinanciën (Stcrt. 1968, 3) wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van plaatsing in de Staatscourant.
De van Binnenlandse Zaken ,
directeur-generaal Management en Personeelsbeleid,
directeur-generaal van de rijksbegroting,