1.
De verzekerde die zijn aanspraak op zorg tot gelding wil brengen, wendt zich daartoe tot een zorgaanbieder naar eigen keuze, met wie de zorgverzekeraar waarbij hij is ingeschreven tot dat doel een overeenkomst als bedoeld in
artikel 15 heeft gesloten. Een aanspraak als bedoeld in de vorige volzin kan uitsluitend tot gelding worden gebracht bij een zorgaanbieder die is gevestigd binnen het grondgebied van het Europese deel van Nederland, de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland en die de zorg waarop aanspraak bestaat levert binnen het desbetreffende grondgebied.
2.
Een verzekerde heeft buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland, maar binnen het grondgebied van de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland, ook aanspraken op zorg als bedoeld bij of krachtens
artikel 6, niet zijnde zorg met verblijf in een instelling, indien deze wordt verleend door een zorgaanbieder met wie een zorgverzekeraar geen overeenkomst heeft gesloten.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald:
a.
in welke gevallen en onder welke voorwaarden een verzekerde die een aanspraak op zorg als bedoeld bij of krachtens
artikel 6, tot gelding wil brengen, zich voor deze zorg kan wenden tot een zorgaanbieder met wie de zorgverzekeraar geen overeenkomst heeft gesloten;
b.
in welke gevallen en onder welke voorwaarden zorg als bedoeld bij of krachtens
artikel 6, buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland, de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland kan worden verleend;
c.
in welke gevallen en onder welke voorwaarden de verzekerde in plaats van aanspraak op zorg als bedoeld bij of krachtens
artikel 6, aanspraak heeft op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de voor deze zorg gemaakte kosten;
d.
door wie in welke gevallen en onder welke voorwaarden werkzaamheden die zijn opgedragen aan het indicatieorgaan bedoeld bij en krachtens de
artikelen 9a en
9b, in plaats van door dat orgaan kunnen worden verricht.
De voordracht voor een krachtens de eerste volzin, aanhef en onderdeel b vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
4.
In de overeenkomsten, bedoeld in het eerste lid, kan worden bepaald dat verzekerden, om hun aanspraak op zorg tot gelding te brengen, door de zorgverzekeraar ingeschreven moeten zijn op naam van een zorgaanbieder als bedoeld in het eerste lid. Tevens kunnen daarin bepalingen worden opgenomen ter beperking van het aantal ten name van een zorgaanbieder in te schrijven verzekerden. De zorgverzekeraar kan schriftelijk vaststellen dat het aantal overschrijvingen van een verzekerde in een bepaald tijdvak aan een maximum is gebonden en dat overschrijvingen slechts kunnen plaatsvinden op daarbij aangegeven tijdstippen.
5.
De in het eerste lid genoemde verplichting, zich te wenden tot een door het uitvoeringsorgaan gecontracteerde persoon of instelling, geldt niet voor de zorg, bedoeld in
artikel 6, vijfde lid.
6.
Het verlenen van zorg, bedoeld in
artikel 6, vijfde lid, geschiedt overeenkomstig hetgeen daarover elders is bepaald.