1.
Indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, doet de bestuursrechter binnen acht weken nadat het beroepschrift is ontvangen en aan de vereisten van
artikel 6:5 is voldaan, uitspraak met toepassing van
artikel 8:54, tenzij de bestuursrechter een onderzoek ter zitting nodig acht.
2.
Indien de bestuursrechter een onderzoek ter zitting nodig acht, deelt hij dit zo spoedig mogelijk aan partijen mede.
3.
Indien de bestuursrechter een onderzoek ter zitting nodig acht, behandelt hij het beroep zo mogelijk met toepassing van
artikel 8:52. In dat geval doet de bestuursrechter zo mogelijk binnen dertien weken uitspraak.
1.
Indien het beroep gegrond is en nog geen besluit is bekendgemaakt, bepaalt de bestuursrechter dat het bestuursorgaan binnen twee weken na de dag waarop de uitspraak wordt verzonden alsnog een besluit bekendmaakt.
3.
In bijzondere gevallen of indien de naleving van andere wettelijke voorschriften daartoe noopt, kan de bestuursrechter een andere termijn bepalen of een andere voorziening treffen.
1.
Indien tegen de met toepassing van
artikel 8:54 gedane uitspraak verzet wordt gedaan, beslist de bestuursrechter daarover binnen zes weken.
3.
Indien het verzet gegrond is, beslist de bestuursrechter zo spoedig mogelijk op het beroep.
1.
Tegen het niet tijdig bekendmaken van een beschikking van rechtswege kan de belanghebbende beroep bij de bestuursrechter instellen.
2.
Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing.