Wet van 10 december 1969, houdende nieuwe regeling van de toekenning van uitkering en van pensioen aan politieke ambtsdragers, zomede van pensioen aan hun nabestaanden
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.
Wet van 10 december 1969, houdende nieuwe regeling van de toekenning van uitkering en van pensioen aan politieke ambtsdragers, zomede van pensioen aan hun nabestaanden
De in de hoofdstukken 10 en 11 van deze afdeling vervatte regelingen zullen geen toepassing vinden en in de plaats daarvan zullen de bepalingen omtrent het pensioen van afgetreden en aftredende kamerleden, zoals deze luidden op 31 augustus 1957, blijven gelden ten aanzien van hem, die op die datum het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal bekleedde en daartoe binnen drie maanden na het tijdstip, waarop hij is afgetreden, zonder onmiddellijk herkozen en toegelaten te zijn, schriftelijk aan Onze Minister de wens te kennen geeft.