1.
Aan de ambtenaar wordt, zo mogelijk vóór de aanvaarding van zijn ambt, een akte van aanstelling uitgereikt, waarin in ieder geval worden vermeld:
a.
de naam, de voornamen en de geboortedatum van de ambtenaar;
b.
de naam van het ministerie, de dienst, het bedrijf of de instelling, waarbij hij werkzaam zal zijn, al dan niet als lid van de Algemene Bestuursdienst;
c.
de datum, met ingang waarvan hij wordt aangesteld;
d.
of de aanstelling geschiedt in vaste of tijdelijke dienst.
2.
Indien de aanstelling geschiedt in tijdelijke dienst, wordt bovendien in de akte van aanstelling vermeld:
a.
de duur van de aanstelling in tijdelijke dienst;
b.
de toepasselijke, in artikel 6, tweede lid, omschreven grond(en) voor de aanstelling in tijdelijke dienst;
c.
de specifieke reden, indien sprake is van een aanstelling op grond van artikel 6, tweede lid, onder f.
3.
Indien de aanstelling geschiedt in tijdelijke dienst met toepassing van artikel 6a, eerste lid, wordt bovendien in de akte van aanstelling vermeld welke van de in dat artikellid bedoelde regelingen geheel of gedeeltelijk buiten toepassing zijn verklaard.
4.
Indien de aanstelling geschiedt voor een variabel aantal uren wordt in de akte van aanstelling in voorkomende gevallen bovendien het op grond van artikel 6b, tweede lid, voor de ambtenaar geldende aantal garantie-uren vermeld.
Artikel 12a
Voor zover deze gegevens op hem betrekking hebben en niet reeds in de akte van aanstelling zijn vermeld, worden aan de ambtenaar zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld:
a.
het ministerie, de afdeling of het dienstvak waarbij, de betrekking waarin, en de periode gedurende welke hij in die betrekking wordt te werk gesteld, zomede de hem dienovereenkomstig aangewezen standplaats;
b.
de salarisschaal en de voor de bepaling van die schaal in acht genomen regels;
c.
het salaris dat hem is toegekend, zomede, het salarisnummer en het tijdstip waarop het salaris voor de eerste maal periodiek zal worden verhoogd;
d.
andere hem mogelijk toegekende voordelen, onder verwijzing naar de desbetreffende kortingsregeling.
1.
De ambtenaar wordt bij zijn aanstelling schriftelijk op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen van zijn rechtspositie.
2.
Regelingen waarin zijn rechtspositie is neergelegd worden op een voor de ambtenaar gemakkelijk toegankelijke plaats ter inzage gelegd. Van deze regelingen kan hij kosteloos afschriften maken voor zover dat redelijkerwijs nodig is.
3.
De schriftelijk vastgestelde en voor hem geldende regelingen en instructies, welke hij bij de vervulling van zijn dienst heeft na te leven, worden eveneens op een voor de ambtenaar gemakkelijk toegankelijke plaats ter inzage gelegd. In het geval vermelde regelingen en instructies niet schriftelijk zijn vastgesteld, worden deze behoorlijk te zijner kennis gebracht.
4.
Over belangrijke wijzigingen in regelingen betreffende zijn rechtspositie wordt de ambtenaar periodiek op de hoogte gesteld.