Regeling van 18 maart 2003 tot de aanwijzing van onderwerpen als bedoeld in artikel 7, tweede lid onder e, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002
De Minister-President, de Minister van Algemene Zaken,
Handelend in overeenstemming met de Ministers van Defensie en Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 7, tweede lid onder e, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002;
Artikel 1
Als onderwerpen op het terrein waarvan onderzoek wordt verricht als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder e, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 worden in het belang van de nationale veiligheid aangewezen:
a.
militair relevante ontwikkelingen en risico's voor het functioneren van internationale veiligheidsorganisaties en voor de samenwerking met de aan die organisaties deelnemende landen;
b.
militair relevante ontwikkelingen binnen politieke, etnische of religieuze spanningen of geschillen in specifieke landen of regio's ongeacht of zij binnen of tussen landen optreden en kunnen leiden tot een bedreiging voor de internationale veiligheidssituatie;
c.
. militair relevante ontwikkelingen op het gebied van proliferatie die van invloed kunnen zijn op de internationale veiligheidssituatie;
d.
militair relevante ontwikkelingen van belang voor conventionele en niet-conventionele wapenbeheersing;
Artikel 2
De aanwijzing van deze onderwerpen laat onverlet de activiteiten van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst in het kader van de taken bedoeld in artikel 6 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 en vervalt met ingang van 1 januari 2004.